Groepsvorming.

II.
Op de eerste bijeenkomst, belegd op initiatief van de afd. Amsterdam waren afgevaardigden aanwezig van de afdelingen West-Friesland, Leiden, Vrijenban en omstreken, Zijpe, 's Gravenhage, Kennemerland en Amsterdam terwijl de afdeelingen Voorburg, Alkmaar en Texel niet aanwezig waren. Op deze vergadering werd besloten een groep te vormen en werd een bestuur verkozen bestaande uit de Heeren: J.M. Hundt, als voorzitter, Th.F. Warffemius als secretaris en A.J. Grifdijk als penningmeester.

Merkwaardig was, dat aan het eind der vergadering door enkele leden werd verklaard, dat zij met schroom de uitnodiging hadden aangenomen om samen te komen. Hun ondervinding toch had ze geleerd, zij hadden op onze Algem. vergad. nooit anders gezien, dat waar de imkers samen vergaderen, er een Babilonische spraakverwarring heerscht, en thans hadden ze ervaren, dat ook samenkomsten mogelijk zijn, waar een eendrachtige geest van samenwerking heerscht in het belang van de bijenteelt. Het is haast niet noodig het te zeggen, zoo vanzelfsprekend is het; van alle kanten kwamen de grieven los tegen het beleid in onze algemeene vereeniging. De ontevredenheid over den gang van zaken, welke zich hoofdzakelijk bepaalde tot het secretariaat en de afd. Handel, hoop ik nog nader te bespreken. Als resultaat van deze eerste vergadering mogen we boeken, het stichten van groep 8, waardoor de wensch werd uitgesproken ook verder samen te werken, maar bovendien werd als candidaat voor het hoofdbestuur unaniem verkozen, de Heer Frankenhuis van Den Haag.

Laat men dit goed begrijpen.
Veelal wordt de een of andere min of meer bekende persoonlijkheid in de imkerswereld candidaat voor het H.B. omdat hij bekend staat als een goed imker, en de vage opdracht, welke hij meekrijgt ter vervulling, is geen andere dan volgens eigen inzicht de bijenteelt te bevorderen.
Hier is de zaak echter iets scherper gesteld. De Heer Frankenhuis hoorde de discussies ter vergadering, maakte kennis met de bestaande grieven en werd door de vergadering als candidaat verkozen, om in het H.B. een bepaalde opdracht te vervullen. Deze opdracht vormt geen beperking van zijn taak, beperkt ook zijn persoonlijke inzichten niet, maar loopt geheel parallel met zijn eigen meening en werd dan ook „Con amore" aanvaard. Het spreekt wel vanzelf dat op deze vergadering het bestuur opdracht kreeg een reglement samen te stellen.
Dit concept-reglement werd op de volgende bijeenkomt behandeld en aldus vastgesteld:

Reglement voor groep VIII van de Ver. t.b.d. Bijenteelt in Nederland.

Artikel 1.
De groep stelt zicht ten doel de bevordering van de bijenteelt en de behartiging van de belangen van de Imkers in Groep VIII. Zij tracht dit doel te bereiken door:
a. Regelingen te treffen voor den geregelden verkoop van honing en was.
b. Het houden van vergaderingen, het organiseeren van voordrachten, besprekingen, openbare lessen, excursies, tentoonstellingen enz.
c. Alle wettige middelen die aan het doel bevordelijk kunnen zijn.

Artikel 2.
Lid kunnen zijn alle afdeelingen van groep VIII der vereeniging tot bevordering der Bijenteelt in Nederland.

Artikel 3.
Het bestuur bestaat uit 3 leden: Voorzitter, Secretaris en Penningmeester. Zij worden gekozen op de vergadering van de afgevaardigden. Elke afdeeling heeft het recht één canididaat te stellen. Bestuursleden kunnen geen lid van éénzelfde afdeeling zijn. Zij hebben 3 jaar zitting. Elk jaar treedt één hunner af; in 1924 de Secretaris, daarna achtereenvolgens de Voorzitter en de Penningmeester. Secretaris en Penningmeester kunnen hun functies onderling verwisselen, terwijl de Voorzitter als zoodanig gekozen wordt.

Artikel 4.
Jaarlijks wordt ten minste één vergadering gehouden. Op deze vergadering wordt door den Penningmeester rekening en verantwoording gedaan omtrent het beheer der financiën en brengt de Secretaris verslag uit omtrent de in het afgeloopen jaar verrichte werkzaamheden. Tevens worden op deze vergadering de beschrijvingsbrief voor de Algemeene Vergadering besproken, ingekomen voorstellen der afdeelingen behandeld en een eventueele afgevaardigde ter Algemeene Vergadering gekozen.
Voorts worden er vergaderingen gehouden zoo dikwijls het bestuur dit noodig oordeelt en wanneer ten minste 3 afdeelingen zulks aanvragen.

Artikel 5.
Over zaken wordt beslist bij meerderheid van stemmen, bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht verworpen te zijn. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Benoemingen geschieden met volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen. Wordt bij eerste stemming geen volstrekte meerderheid verkregen, dan heeft een tweede vrije stemming plaats. Is een derde stemming noodig, dan geschiedt die over de twee personen die het grootst aantal stemmen op zich vereenigd hebben. Mocht het aantal stemmen van beiden gelijk zijn, dan beslist het lot.

Artikel 6.
Voorstellen niet op de agenda geplaatst, kunnen alleen in behandeling komen met toestemming der vergadering.

Artikel 7.
Toegang tot de vergadering hebben alle leden der Vereeniging; stemrecht alleen de afgevaardigden.
Een afdeeling met een ledental niet grooter dan 45 brengt één stem uit, één met een ledental niet grooter dan 90 twee stemmen, één waarvan het aantal leden meer dan 90 bedraagt maar beneden de 150 blijft, drie stemmen, terwijl een afdeeling waarvan het aantal lieden tusschen de 150 en 225 ligt, 4 stemmen, en één met een aantal leden van méér dan 225 vijf stemmen uitbrengt.

Artikel 8.
De onkosten worden bestreden uit de kas der groep. Van elk lid wordt een jaarlijksche bijdrage van ƒ 0,25 gevorderd, die door den Penningmeester van elke afdeeling aan den Penningmeester van groep 8 in de maand Januari moet worden afgedragen.

Artikel 9.
Het bestuur ontvangt vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor elke vergadering; ook de afgevaardigde of woordvoerder van de Groep ter Algemeene Vergadering.

Artikel 10.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur, behoudens beroep op de vergadering der groep.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Groep VIII, gehouden te Haarlem op 19 November 1922. Het Bestuur:
J. M. HUNDT, Voorzitter.
TH. WARFFEMIUS, Secretaris.
A.J. GRAFDIJK, Penningmeester.

Bovenstaand reglement kan, desnoods gewijzigd, voor elke gevormde of nog te vormen groep dienstig zijn. Wij meenen, dat het nuttig en noodig is, dat alle groepen onzer vereeniging zich aldus organiseeren. Hiertoe aan te sporen is het doel van deze artikeltjes.

Nu nog zal ik moeten schrijven over de werkingen van de groep, voorzoover het reglement daar niet over spreekt.
Eén van de belangrijkste kwesties in de imkerswereld is: „Hoe bedingen we hoogere prijzen voor onzen honing en was?"
Het honingvraagstuk, zooals het genoemd werd, prijkte dan ook al spoedig op de agenda en heel wat besprekingen werden hierover gevoerd.
Hierover hoop ik te schrijven in het volgend nummer, want hiermee komen we midden in grieven tegen de leiding in ons H.B., tegen de afd. Handel enz. en ben ik meteen in de gelegenheid mijn meening te zeggen over de gehouden en nog te houden honingveilingen te Amsterdam.
J.M. HUNDT.