Nieuwjaar '24.

Oprechte Gelukwenschen aan Hoofd-Bestuur, Redacteur, medewerkers en mede-imkerleden van de Ver. tot bev. der Bijenteelt in Nederland.
Na dezen Heilgroet uit ik ten eerste mijne groote tevredenheid over het alweer plaatsen van foto's in het Maandblad iets wat ten zeerste de aantrekkelijkheid hiervan bevordert. Ga dan steeds op dezen weg voort.

Volgens het Dec.-nummer zoude ik even memoreeren de Boxtelsche Tentoonstelling, doch hierover maar niets meer, aangezien iedereen het fiasco van bedwelmen gezien heeft en over dit onderwerp reeds voldoende is geschreven.
Mijn plan is, iets te vertellen over de bevindingen in '23. In dit honing-seizoen dan zijn rare bevindingen voor den dag gekomen. Gedurende de eerste drachtperiode van paardebloem, koolzaad, enz. stonden mijne volken er uitstekend goed bij en goed in garnizoen en toch kreeg ik geen honing in de bovenkamer, terwijl bij een ander de honing duchtig binnenkwam. Opeens begon de zon haar kracht te versterken, zeer warme dagen braken aan en gepaard aan een overvloedige dracht, vulden mijne lievelingen de bakken op plusm. 14 dagen boordevol; eveneens bij mijne vrienden imkers. Broedkamers en honingzolders werden zoo vol gedragen, dat er voor hare majesteit geen enkel celletje ter harer beschikking overbleef en zoodoende de aanvulling aan volk werd stopgezet.

Een collega van mij had van een volk de moer doodgemaakt om zwermen te voorkomen en vertelde mij deze behandeling, dit met betrekking op den overvloedigen voorraad. Ik inspecteerde na enkele dagen dit volk en bevond mooie gesloten moerdoppen, die alle, op één na (de mooiste) werden verbroken. Een honingraam of wat werden ongezegeld geslingerd en breede ramen voor raathoning bijgehangen. Bij tweede inspectie was de jonge moer geboren, ongeveer een paar dagen, te oordeelen aan de uitgeloopen wieg, doch door overbevolking was zij niet op te merken. De rooster werd goed gelegd en de honingzolder nagezien. Alles boordevol, zelfs de bijgehangen raathoning-ramen waren uitgebouwd met darrenraat en vol honing!

Ho, niet waar! Alle cellen volgezaaid met eitjes en ook al maden. Ik stond verbluft te zien en wist direct geen raad. Ik verwijderde al dezen rommel en hing dezelfde raampjes geheel vrij van raat er weer in en dekte netjes toe. Na een 10 dagen her-inspectie, vol nieuwsgierigheid. In de broedkamer waren reeds eitjes en jong broed aanwezig, dus normaal; en boven weer ratjetoe? neen, neen, alles weer overvol met... mooie blanke slinger- en raathoning, die dan uitgenomen is! Goddank, geen bruine suikerhoning zooals op de Middelburgsche L.B. Tentoonstelling in '21.

De gewone wijze om een darrenbroedige moer of eierleggende werkbij te verwijderen is mijn bedoeling, afvegen en dan verwijderen. Er is niets gedaan. Alles netjes gesloten tot 14 dagen later, toen alles boven weer vol was, zoodat dit volk veel honing opbracht, niettegenstaande zijn eigenaardige werkwijze.

Nu mijn vraag en .... wie weet het antwoord?
Waar is de darrenbroedige moer of eierleggende werkbij in den honingzolder gebleven, daar de rooster toch goed sluitend was en geen van beide door mij zijn afgevangen?
Zw.-Vl., B.