Algemeene Vergadering.


Bij het Hoofdbestuur zijn ingekomen de navolgende voorstellen voor de Algemeene Vergadering op nader te bepalen datum in April te houden:

1. Van de afdeelingen Amsterdam, Deventer, Diepenveen, Vorden, Kampen, Hengelo (O.), Lent en 's Gravenhage:
De Algemeene Vergadering benoemt een commissie van 5 personen uit haar midden die de reorganisatie van de afdeeling Handel onderzoekt en mogelijkheid van een Honing- en Wascentrale.
Op een binnen 6 maanden te houden Algemeene Vergadering komt zij met desbetreffende voorstellen.
De Algemeene Vergadering benoemt een Commissie, welke een onderzoek instelt naar de mogelijkheid van het uitgeven van een meer actueel maandblad.
De Algemeene Vergadering besluit tot het uitgeven van het boek van Dr. Gerstung „Der Bien und seine Zucht" vertaald in het Hollandsch. (De afd. Deventer redigeert dit voorstel als volgt: Het Hoofdbestuur doet pogingen eene Hollandsche vertaling uit te geven van het boek van Dr. Gerstung „Der Bien und seine Zucht").
Motie.

De Algemeene Vergadering zegt het Hoofdbestuur het vertrouwen op en verzoekt het af te treden.

2. Van de Afdeeling Heerde en Warnsveld:
De Algemeene Vergadering benoeme eene Commissie van 5 personen, uit de vergadering, die de reorganisatie onderzoekt van de Afd. Handel en de mogelijkheid van een Honing en Wascentrale. Op een binnen zes maanden te houden Algemeene Vergadering komt zij met desbetreffende voorstellen.
De Algemeene Vergadering benoeme eene commissie welke onderzoekt de mogelijkheid van een meer actueel maandblad.
Het Hoofdbestuur bevordere de vertaling in Het Hollandsch van het werk van Dr. Gerstung „Der Bien und seine Zucht".

3. Van de Afdeeling Arnhem:
Verzoekt het Hoofdbestuur om voortaan praeadvies te verstrekken bij de punten, welke op de Algemeene Vergadering ter behandeling worden voorgedragen, opdat bij de behandeling dezer punten de in Afdeedelngsvergaderingen een juister beeld van het betreffende voorstel gevormd kan worden.
Het Hoofdbestuur te verzoeken op de eerstkomende Algemeene Vergadering een voorstel te behandelen tot wijziging van art. 15 der Statuten, in dien zin, dat alleen de afgevaardigde eener afdeding het woord kan voeren en niet ieder die zulks wenscht, tenzij het een verspreid lid is.
Het Hoofdbestuur te verzoeken op de eerstkomende Algemeene Vergadering een voorstel te behandelen om de Statuten zoodanig te wijzigen, dat op de Algemeene Vergadering voortaan geen beiluiten meer genomen kunnen worden over voorstellen welke niet op de agenda zijn geplaatst en welke dus vooraf niet in de Afdeelingsvergaderingen besproken zijn. In verband met dit verzoek zij opgemerkt, dat art. 5 en art. 18 der Statuten met elkaar in strijd moeten worden geacht, zoodat wijziging hiervan noodig is.

4. Van de Afdeeling Veenendaal:
De Afdeeling stelt voor met het oog op de bezuiniging geen propagandist aan te stellen, daar dit „geld weggooien" is, zooals de Hoofdbestuursleden de heeren den Hartog en Schaafsma in de Hoofdbestuursvergadering van December 1923 terecht hebben gezegd.

5. Van de Afdeeling Wezep:
De Algemeene Vergadering benoeme een Commissie van vijf versonen uit de Vergadering, die de reorganisatie onderzoekt van de Afd. Handel en de mogelijkheid van het stichten eener „Honing- en Wascentrale". Op een binnen zes maanden te houden Algemeene Vergadering komt zij met desbetreffende voorstellen.
De Algemeene Vergadering benoeme een Commissie, die de mogelijkheid onderzoekt van een meer actueel maandblad.

6. Van de Afdeeling Woudenberg:
De Afdeeling Woudenberg stelt voor het aantal Hoofdbestuursleden terug te brengen van 9 op 7 leden, overeenkomstig artikel 13 der Statuten. Om hiertoe te geraken stelt zij voor om in de 3 vacatures die in 1924 ontstaan door periodieke aftreding maar te voorzien in een vacature en in 2 vacatures niet te voorzien en bij loting uit te maten in welke van de 3 vacatures voorzien zal worden en tevens, dat de Algemeene Vergadering het Hoofdbestuur machtigt de 2 vacatures waarin niet voorzien wordt, die groepen in te deelen bij de overige 7 groepen.
Verder stelt zij voor in art. 4, 2e alinea van het Huishoudelijk Reglement het bedrag der verblijfkosten van ƒ 6.— op ƒ 4.— terug te brengen en het presentiegeld te laten vervallen.
Toelichting: De afdeeling is van meening, dat de kosten van het Hoofdbestuur in verhouding tot den financieelen toestand der Vereeniging veel te hoog zijn en dat een Hoofdbestuur met 7 leden en een Voorzitter meer dan voldoende is. Toen de Vereeniging ± 12.000 leden telde hadden wij ook maar 7 Hoofdbestuursleden met den Voorzitter en nu de Vereeniging maar ruim 6.000 leden telt hebben wij 9 Hoofdbestuursleden met den Voorzitter, daarom stellen wij voor dat 7 leden en een Voorzitter al meer dan voldoende is.

7. Van de Afdeeling Groningen:
De Algemeene Vergadering besluite zich onverwijld tot de Regeering te wenden, teneinde honing met een minimum invoerrecht van ƒ 30.— per 100 K.G. te belasten.
Toelichting: Door de Alg. Verg. werd in 1921 aangenomen, dat het Hoofdbestuur zich tot de Regeering zou wenden om honing bij invoer als suiker te belasten. De afdeeling Groningen spreekt haar leedwezen uit, dat in het orgaan onzer Vereeniging nooit een mededeeling werd gedaan omtrent de resultaten die bij de Regeering werden verkregen. Onze afdeeling is thans van meening dat dit punt zeer urgent is. Immers de beroepsimkersbedrijven krimpen jaarlijks in, omdat buitenlandsche honing voor zoodanige prijzen wordt aangeboden, dat aan concurrentie niet kan worden gedacht. Door deze concurrentie blijven tenslotte alleen de amateursbijenhouders over.
De Afd. Groningen wenscht er met nadruk op te wijzen dat het verdwijnen van het beroepsimkersbedrijf in erge mate valt te betreuren. Ook meent zij de aandacht te moeten vestigen op het feit dat het teloor gaan van dit bedrijf groote nadeelen zal afwerpen aan den ooft- en zaadteeler. Zij dringt er met kracht op aan dat alle middelen worden aangewend, indien mogelijk met steun van Tuinbouw- en Ooftteelersvereenigingen e.a. de Regeering te overtuigen:
1. dat de Nederlandsche bijenhouder door afhankelijkheid van ons klimaat niet in staat is met zijne buitenlandsche collega's te concurreeren.
2. dat door deze concurrentie de beroepsimkers jaarlijks in aantal verminderen en zelfs al tot een klein getal zijn geslonken.
3. dat door het verdwijnen van dit bedrijf het natuurevenwicht voor ons land, tot schade van ooft en zaadteeler wordt verbroken.
4. dat bescherming van het bijenhoudersbedrijf door hooger invoerrecht op honing niet moet worden beschouwd als een protectioneele maatregel, doch een noodzakelijke maatregel moet worden geacht.

8. Van de afdeeling Wageningen:
De Afdeeling Wageningen stelt voor dat de meerdere kosten verbonden aan het eventueel benoemen van meerdere ambtenaren noch direct, noch indirect mogen leiden tot verhooging van den suikerprijs.
Herrinnerd wordt aan art. 5 der Statuten:
De Afdeelingen en ringen bevorderen op geheel zelfstandige wijze naar eigen inzichten de meer plaatselijke belangen der imkerij. Zij hebben het recht aan de Algemeene Vergadering zoodanige voorstellen te doen als zij ter bevordering van het doel der Vereeniging wenschelijk achten.
Deze voorstellen moeten echter om op de agenda geplaatst te worden uitgaan van minstens 6 Afdeelingen of door minstens 5 Afdeelingen gesteund worden en minstens 2 maanden te voren (spoedeischende gevallen uitgezonderd) bij het Hoofdbestuur worden ingediend.
Afdeelingen die bovenstaande voorstellen wenschen te steunen, worden verzocht daarvan voor 23 dezer mededeeling te doen aan den Secretaris der Vereeniging, Bijenhuis te Wageningen.

De Secretaris,
W.A. VAN OS.