Ingezonden.


M. de Red.
Op de laatste alg. verg. vroeg ik den heer accountant op te willen geven het totaal der schulden en het totaal der baten van onze geheele vereeniging, van alle afdeelingen samen, vereeniging, handel, suiker en verzekering, opdat wij zouden weten hoeveel wij eigenlijk aan baten en schulden hadden.
Door welwillende medewerking van onzen voorzitter ontving ik dezer dagen die gegevens van den accountant en daarna had ik nog een persoonlijk onderhoud met den accountant. Ik had gaarne de resultaten van een en ander reeds in dit nummer van het Maandschrift vermeld, maar de tijd heeft mij daartoe ten eenenmale ontbroken. Ik hoop, dat de redactie mij in het Juni-nummer een plaatsje zal willen geven, om eenigzins uitvoerig uit een te zetten, wat ik vernomen heb, maar het is misschien reeds wenschelijk dat ik nu al verklaar, dat de financieele positie van onze vereeniging bepaald gunstig te noemen is.
LENT, Mei 1924.
Mr. EBBINGE WUBBEN.

Voor deze laatste verklaring verwijzen wij naar bovenstaand rapport van den accountant.
(Red.)