Kort verslag van de Hoofdbestuursvergadering op 10 Juli 1924 te Wageningen des n.m. half 2.
Alle leden zijn aanwezig, alsook de Rijksbijenteeltconsulent de Heer van Giersbergen.
Voorzitter opent de vergadering en heet allen hartelijk welkom, inzonderheid de Heeren Emmens en van Giersbergen. Hij hoopt, dat de Heer Emmens veel voor de Bijenteelt zal kunnen doen en dat de besprekingen voor den Heer van Giersbergen van belang zijn, terwijl spreker hoopt, dat de consulenten van advies zullen dienen.
De Heer Minderhoud zond bericht van verhindering.
De Notulen worden met enkele opmerkingen aangevuld en daarna goedgekeurd.
Omdat de schuur waarin de suiker steeds gedenatureerd werd, niet meer ingehuurd kon worden, werd naar een andere gelegenheid omgezien en is bereids van den Minister van Financiën bericht ingekomen, dat met de niewe opslagplaats genoegen werd genomen.
De verbouwing van de schuur van het Bijenhuis is aanbesteed, hoogste inschrijver was de Heer J.G. Groeneveld te Wageningen voor ƒ 1635.— laagste de Heer Gerenstein te Lunteren voor ƒ 994.—. Besloten wordt den laagsten inschrijver het werk te gunnen.
Opgericht is de Ring Kampen, bestaande uit de Afdeelingen Kampen, Kamperveen en Wezep.
De kwestie de Meza, inzake levering van de ondeugdelijke was, is in orde gekomen, de Heer de Meza zal goede was in de plaats leveren.
De Heer Beil informeert naar het ontstaan, naar het verlangen om een Rijksmerk op Honing en vindt het vreemd, dat onze Vereeniging er zoo laat mede in kennis is gesteld, terwijl men in het Zuiden wel degelijk op de hoogte was.
Besloten wordt naar aanleiding van een vraag van den Heer Emmens, dat de Secretaris zal onderzoeken welke plaats het geschiktst is voor het beleggen van een H.B. vergadering. Ingekomen is een schrijven van de Commissie van 5, waarin zij hare verwondering uitspreekt, dat het H.B. iemand in de commissie heeft benoemd, welke geen lid is van de Verg. en bovendien bekend groothandelaar in Buitenlandschen en kunsthoning enz. Voorzitter zegt niet geweten te hebben, dat de Heer van Hesse lid was van de firma Wieffering te Amsterdam, waarna besloten wordt den Heer Schutte te Enschede uit te noodigen in de commissie zitting te nemen.
Ook is een schrijven ingekomen van de Afdeeling Veenendaal inzake het exploiteeren van de Bijenmarkt aan de Klomp. Aan Afdeeling Kampen zal bericht gezonden worden, dat wegens geldgebrek geen subsidie voor de door die Afdeeling te houden Tentoonstelling zal kunnen worden verleend.
Besloten wordt, dat de Imkerdag dit jaar gehouden zal worden op een door het Dagelijksch Bestuur te bepalen plaats en dag, daar nog met enkele Afd. onderhandelingen worden gevoerd.
Ingekomen is een verzoek van den Boekhouder-correspondent om zijn ontslag te laten ingaan per 1 Januari 1925, tenzij het H.B. door een betere verdeeling der werkzaamheden van het personeel van Afd. Handel hem kan handhaven.
De Heer Frankenhuis wenscht den Heer van der Bend te hooren waar de Voorzitter bezwaar tegen maakt. De Heer van Heek is bij de salarisregeling van het personeel van Handel niet geweest, maar hij verklaart zich vierkant tegen de regeling zooals ze nu is.
De Heer Emmens betwist den Voorzitter, dat bij v.d. Bend het mes aan twee kanten zou snijden, omdat hij behalve een goed Boekhouder tevens een goed tuinman zou zijn. October is al een heel slecht moment voor eem tuinder om eene betrekking te vinden.
De Heeren Beil en de Voorzitter verklaren zich ook voor uitstel tot 1 Januari, waarop zonder hoofdelijke stemming besloten wordt het ontslag te doen ingaan op dien datum.
Een schrijven van den Heer van Hesse, dat hij het beter vindt geen zitting meer te nemen in de commissie van 5 wordt voor kennisgeving aangenomen
Ingekomen is ook een schrijven van den accountant waarin deze zegt dat zijn vorig schrijven waarin hij mededeelde, dat het practisch onmogelijk is de Afdeelingen geheel strikt gescheiden te houden, door het Hoofdbestuur verkeerd begrepen is en dat bij nadere uiteenzetting zou blijken dat hij hetzelfde bedoelt als het H.B. Voorzitter zegt den accountant nog niet gesproken te hebben, waarom dit schrijven aangehouden wordt.
Het Rapport van den Secretaris wordt voorgelezen. Over een passage betreffende het onderwijs in Bijenteelt zegt de Heer Emmens, dat we dit onderwijs aan de consulenten moeten overlaten en dat het onderwijs zeer goed gegeven wordt. De Secretaris merkt op, dat de Heer Emmens hem verkeerd verstaat; over de kwaliteit van het onderwijs heeft hij het niet in zijn Rapport gehad, wel echter over de starre regeling, waardoor b.v. nieuwe Afdeelingen voor geruimen tijd van onderwijs, lezingen e.d. gespeend blijven.
De consulent zegt toe, dat nieuwe Afdeelingen lezingen enz. kunnen krijgen van de consulenten wanneer zij daarom verzoeken.
Ingekomen is een ontwerp contract van de firma Wieffering met Afd. Handel betreffende de Honingreclame. Voorzitter vraagt of we met deze firma in zee zullen gaan. De Heer Beil zegt we moeten onze reclame zelf voeren en die niet door anderen laten overnemen. Onze honinghandel moet niet in handen van één persoon komen.
Voorzitter is het geheel met den Heer Beil eens, we moeten zelf onze reclame voeren, vooral als het eenigszins verdacht kan zijn.
De Heer Frankenhuis bespreekt de vorige H.B. verg. waar de Heer van Os sprookjesachtige verhalen deed over die reclame. We moeten niet op alles kinderlijk vertrouwen.
De Heer Versteeg wil het contract wel eens zien, want spreker kent den inhoud niet, waarop de Voorzitter antwoordt, dat de firma reclame wil maken voor onzen inlandschen honing en was. Besloten wordt onze reclame niet in handen te geven van de firma Wieffering.
Aan de Afd. Dedemsvaart S.S. zal een rouwbeklag worden gezonden wegens het overlijden van hunnen Secretaris, den heer Klaas Zondervan.
Aan de orde de Instructie van directeur van Afd. Handel, waarvoor de heer Frankenhuis, welke de nu volgende punten aan de Verg. heeft voorgesteld, het woord krijgt.
Deze kan heel kort zijn. De Directeur loopt thans met algeheele volmacht, wat hij een wantoestand vindt, waarin dadelijk voorzien moet worden.
Voorzitter stelt er tegenover, dat er een instructie destijds is ontworpen, doch zij is niet aanvaard. Spreker had gedacht, dat de Heer Fr. met eene instr. zou zijn gekomen. De Heer Fr. antwoordt, dat het verwerpen zijn oorzaak vond in het feit, dat zij niet op scheiding berustte en de Heer van Heek een contract verlangde. Spreker wil den Directeur aan zekere banden leggen en had verwacht, dat het Dag. Best. eene instructie zou hebben saamgesteld, in den geest van de meerderheid.
Voorzitter spijt het, dat hij van de wijzigingen welke de Heer Frankenhuis verlangt geen kennis heeft kunnen nemen en afdrukjes aan de leden kunnen laten zenden. Spreker ziet geen kans de discussies daarover te leiden.
De Heer Beil meent, dat het toch niet zoo moeielijk is om uit te maken of contract, dan wel instructie gewenscht is en vindt, dat het H.B. hardleers geweest is zich bij de nieuwe statuten aan te passen.
Voorzitter antwoordt op het persisteeren van den Heer Fr. tot behandeling, dat hij zich bij de wil van het H.B. zal neerleggen, doch spreker laat de consequenties aan het H.B.; zelf doet spr. er niet aan mede.
De Heer v.d. Brink vindt het een klap in het aangezicht van de commissie dat de Heer Fr. zich niet de moeite getroost heeft het ontwerp in te zenden en de Heer Emmens stelt zich op het standpunt van den Voorzitter.
De Heer van Heek geeft op verzoek van den Heer Frankenhuis eene definitie van het verschil tusschen contract en instructie, waarop het voorstel om met den Directeur een contract af te sluiten in stemming komt.
Vóór alleen de H.H. van Heek en Frankenhuis.
Nu wordt gestemd over het voorstel van den Voorzitter om de instructie in handen te stellen van de commissie uit het H.B. in plaats van haar heden te behandelen.
Tegen de Heeren: Frankenhuis, Beil, Schaafsma, de Visser, Voor de Heeren: Emmens, Versteeg, den Hartog, v.d. Brink en de Voorzitter. De Heer van Heek stemde blanco.
Gestemd wordt voor een nieuw lid der commissie; na eenige malen stemmen wordt met 6 stemmen gekozen de Heer Frankenhuis, welke zijn benoeming aanneemt. Besloten wordt, dat de commissie, behalve de instructie voor Dir. van Handel óók deze voor den Secretaris- penningmeester zal ontwerpen.
Voorzitter stelt, voor óók de kwestie commissie van toezicht op Afd. Handel in handen te geven van de commissie, doch de Heer Frankenhuis wenscht, dat direct zoo'n commissie benoemd wordt.
Na een langdurig debat over deze kwestie komt het voorstel Frankenhuis in stemming. Vóór diens voorstel stemmen de H.H. van Heek, Schaafsma, Beil, de Visser en Frankenhuis; tegen de H.H. Versteeg, den Hartog, Emmens, v.d. Brink, en de Voorzitter, zoodat het voorstel is verworpen.
Eveneens worden nu naar de commissie verwezen de regeling van de financieele verhouding van Afd. Handel tot andere Afdn. en ook het bedrag waarvoor suiker aan Handel zal leenen.
Op voorstel van den Voorzitter wordt de suikerprijs bepaald op 31 ct. voor leden en 35 ct. voor niet-leden.
De Heeren Frankenhuis en van Heek vragen door wiens handen de suikerlevering gaat; deze behoort bij den Secretaris, en niet bij Afd. Handel. Voorzitter zegt, dat men dan terug moet komen op het besluit van Aug. '23.
De Heer Frankenhuis zegt, dat het overschot de laatste jaren steeds naar Afd. Handel gegaan is.
Voorzitter zegt: we moeten uitmaken of de suiker door handen van den Secr. dan wel door die van den Dir. van Handel zal gaan.
De Heer de Visser doet het voorstel het besluit van Aug. teniet te doen terwijl de Heer Frankenhuis zuiverheid wil hebben; spreker wil Handel wel steunen. Daar het debat een eenigszins scherp karakter aanneemt dreigt de Voorz. met sluiting der bijeenkomst.
Punt 7 van de agenda wordt wegens het vergevorderde uur aangehomden tot de volgende H.B. vergadering.
Hoofdbestuur.