Een zeer interessante Nederlandsche Bijenfilm.

Bijenstand "Mellona" te Santpoort gefilmd door den Directeur van de Rotterdamsche Schoolbioscoop.
Wij hadden het genoegen een uitnoodiging te ontvangen, tot bijwoning van de primeur van de dezen zomer, door den Heer A.M. v.d. Wel, Directeur van de Rotterdamsche schoolbioscoop, vervaardigde film op bijenteeltgebied en we kunnen er wel direct bijvoegen, dat de uitvoering meesterlijk geslaagd is en genoemde Heer het gelukt is, behalve een zoo getrouw mogelijk overzicht te geven van Imker's werkzaamheden gedurende een bijenjaar, de meest leerzame en interessantste momenten uit het bijen- en imkersleven te vereeuwigen.

De film is bedoeld als leermiddel voor de jeugd, doch menig imker zou bij het aanschouwen van deze „rolprent", welke tusschen haakjes niet minder dan 1000 Meter lang is, een schat van kennis kunnen opdoen, omdat we daar een modern imker in zijn bedrijf bezig zien, in de meest uiteenloopende werkzaamheden.
We zien dan b.v. de eerste reinigingsvlucht, waarbij de eerste bijen zich schuchter oriënteeren, en daarna in breede stroomen het vlieggat uit snellen, als waren zij bang, dat het eerste voorjaarszonnetje al te spoedig zal verdwijnen.

Op de vliegplank zien we de bijen elkaar besnuffelen, welke eigenaardigheid bij het gedeelte, waar het „gewin" wordt gedemonstreerd, duidelijker tot zijn recht komt. De uitvoering van een zwermend bijenvolk is meesterlijk gelukt en terwijl we die dolle vlucht aanschouwden, was het ons, of we temidden van onze bijtjes vertoefden en hadden we bijna de verleiding niet kunnen weerstaan, om een schepkorf te pakken en ..... maar neen, het was geen 1 Juni, we telden bijna December en de schepkorven zijn thans zeker goed opgeborgen.

De zwermstertjes hadden het goed, want zij vlogen aan, in een heerlijk boschje, waaruit zij gemakkelijk te scheppen waren, wat de imker, de Heer J. de Meza, eigenaar van het Bijenpark „Mellona" dan ook deed, toen de zwerm hing.
Dat scheppen wordt ons op de film op twee verschillende manieren getoond, nl. het in den schepkorf schudden en het afknippen van een twijgje, waaraan zich een klein nazwermpje had vastgehecht.

Eenig is de uitvoering van het aanvliegen in het omgekeerde schepkorfje en als de Heer de Meza dan zijn handen door de bijen, welke zich in het schepkorfje bevinden, laat woelen en een handje vol er uit neemt, gaat een zachte kreet van bewondering door de aanwezigen. Het zgn. „korven" van den zwerm wordt ons op de film getoond, door de bijen uit het schepkorfje op de vliegplank te storten, zoodat zij door het vlieggat naar binnen kunnen marcheeren.
Zoo'n naar binnenloopen is steeds een interessant gezicht, maar wordt in de practijk slechts zeer zelden toegepast en in de grootimkerij zeker niet. Het is één van de manieren welke het minst te prefereeren is en nu winden wij het een hiaat in de zoo bij uitstek prachtige film, dat ons niet op de meest gebruikelijke wijze het „inkorven" wordt gedemonstreerd.

Het inwendige van een bijenkast wordt ons op duidelijke wijze aanschouwelijk gemaakt en we zien de raten met broed, larfjes, stuifmeel en zoowaar den pasgehaalden kostelijken nectar in de cellen schitteren, terwijl de bijtjes rustig over de raten wandelen.
Het verschil tusschen werkbijcellen, darrencellen en koninginnecellen is gelukkig getroffen en wij konden zelfs den overgang van werkster- op darrecellen duidelijk waarnemen.

Zeer interessant, ja buitengewoon aantrekkelijk is het gedeelte, waar een jong bijtje hare cel, waarin zij 21 dagen als ei, larf en nimf vertoefd heeft, verlaat en we haar alle mogelijke pogingen zien doen om het eerste levenslicht te aanschouwen en als dit haar gelukt is, haar eerst met onzekere pasjes, daarna wat zelfbewuster, over de raten zien tippelen.

Hoe geheel anders gedraagt zich de koningin bij het uitkomen; zij snijdt het dekseltje van hare cel circelvormig af, en met een fiere houding verlaat zij hare cel en onderzoekt ietwat nerveus, de plaats welke zij zooeven verlaten heeft. De Heer v.d. Wel heeft hier een gelukkig oogenblik gehad, want de weergave is onverbeterlijk.

De koninginneteelt is evenmin vergeten en de film toont ons het moderne bedrijf in nagenoeg al zijn schakeeringen.
Wij maakten hier kennis met een eigenaardig koninginnekastje, waar de 3 raten om een spil kunnen draaien en het zoeken van koningin of eitjes zeer wordt vergemakkelijkt. Vermelding dient, dat met één greep alle raampjes tezamen kunnen worden uitgenomen.

Bijen zijn niet gevaarlijk, o neen; wie tot heden nog vrees koesterde voor deze pikante diertjes, moet bij het aanschouwen van dezen film wel tot andere gedachten komen, want de rustige wijze, waarop de Heer J. de Meza met zijn bijtjes omspringt, terwijl hij absoluut ongemaskerd is, moet op deze of gene vreesachtige natuur wel bemoedigend werken. En wanneer we dan het jeugdige dochtertje van den Heer de Meza met een bevolkt koninginnekastje zien omspringen, alsof het een onschuldig vogelkooitje was, dan moet elke vrees toch wel verdwijnen en elke aanschouwer beginnen te verlangen óók bijen te gaan houden.

Tot deze conclusie moet hij te eerder komen, als we den honing zien slingeren, welker weergave bijzonder goed geslaagd is. We zien gedurende het slingeren de honingdroppels tegen den binnenkant van de slinger vliegen en dra het heerlijke goudgele product door een zeef in een ondergezette schaal loopen.

Wij zeiden het reeds hierboven, de film is meesterlijk geslaagd en de Heer v.d. Wel heeft alle eer van zijn werk. Wij twijfelen er niet aan, of deze film zal er toe bijdragen, dat de kinderen een opener oog voor de natuur zullen krijgen en wat voor ons imkers zoo belangrijk is, zij zullen het werk van den imker leeren waardeeren en op lateren leeftijd wellicht het óók eens met een bijenkorfje probeeren.

Wie in de gelegenheid is de film te gaan zien, doet zichzelf tekort wanneer hij daar geen gebruik van maakt. Zooals reeds gezegd, is er voor den imker nog wel mede te leeren.

Joh.A. Joustra.