Uit de Praktijk V.


Bijenhouden in Friesland door J.H. Visser, Mantgum.
Als jongens konden we ergens in West-Friesland in onze schooljaren genieten van het buitenleven zooals maar weinigen, 's Zomers zwemmen, varen, met den polsstok de velden in, met afwisselend gras- en bouwlanden en bovendien hadden we vrijen (?) toegang tot het z.g.n. „Spaandersbosch".

Dit bosch, niet grooter dan eenige H.A., dat nog een overblijfsel was uit liet grijs verleden en thans met den grond gelijk gemaakt, was voor ons in die jongensjaren een ideale verblijfplaats en al was het ook een ruim half uur van onze woonplaats gelegen, hebben we er menigen Woensdag- en Zaterdagmiddag in doorgebracht!

In dit bosch hebben we onbewust voor het eerst kennis gemaakt met de „honigbij"; onbewust, omdat we destijds deze ontdekking voor zwarte wespen hielden! 'k Herinner mij nog levendig hoe we deze ontdekking dachten vast te leggen in „bezit", doch van een koude kermis terug kwamen, toen we met onze stokjes het kluwen trachtten te ontwarren!

Vele jaren zijn sedert dien prettigen, onbezorgden tijd voorbijgegaan, die eerst werden gevolgd door de z.g.n. jaren des onderscheids, waarin we een „toekomst" trachtten te scheppen en dachten dan niet aan zwerftochten in de vrije natuur zooals in de voorafgaande jaren.

Wat kwamen mij echter die tijden weer helder voor den geest, zooals van die „zwarte wespen" toen een tiental jaren geleden in Gelderland een nieuwe buur zijn bijenstal al vast maar op zijn nieuwe standplaats vooruit had gezonden en af en toe, vóór de geheele verhuizing plaats vond, zijn beestjes kwam verzorgen. Als die nieuwe buurman mij van het leven der bijen vertelde, mij het werken, het bouwen en nog veel meer van deze ijverige diertjes toonde, mij opwekte en aanspoorde, toen hij bemerkte dat 'k een levendig belang begon te stellen in deze wonderlijke en geheimzinnige wereld die krioelde van duizenden van die „zwarte wespen" uit mijn jeugdherinneringen, om ook één kast met bijen aan te schaffen!
Met zijn onmisbare hulp in die eerste imkerdagen is het mij gelukt er wat van te maken!

In dit gedeelte van Friesland zijn zeer weinig imkers, waardoor je noodgedwongen zelfstandig leert optreden en als je dan naast praktijk zooveel mogelijk boeken over bijenteelt leest komen er toch momenten, na een mislukte handeling of andere oorzaken, die een naar je meening goed opgezet plan in 't honderd brengen, dat de gedachte bij je opkomt „'k weet er nog niets van". Heb 'k daarvoor zoo lang met volle toewijding getracht wat wijs te worden in dit wonderlijk bedrijf, al die jaren bijna dagelijks aanteekeningen van ieder volk gemaakt, zoodat je precies den stand daarvan in zijn geleidelijke ontwikkeling volgde en daardoor vergelijkingen kunt maken over andere jaren met naburige volken, aanteekeningen, die beslist veel waarde voor een imker hebben, die toch ons op een gegeven moment in den steek laten?

Krijgen we echter een andermaal succes te boeken, dan denken we niet meer aan die tekortkomingen en trachten daaruit weer nieuwe kennis te putten en wanneer we in de gelegenheid zijn om bij een imkervriend in de buurt met elkaar van gedachten te wisselen, onze ervaringen af en toe in ons Maandschrift aan anderen mede te deelen, dan blijft de bijenteelt of liever de bijenverzorging onze bekoring behouden, die ze verdient!