Beknopt verslag van de Hoofdbestuursvergadering d.d.
16 November 1.1. in Hotel Noord=Brabant te Utrecht,
des v.m. 11 uur.

Afwezig waren de Heeren Emmens en Schaafsma, de eerste wegens ambtsbezigheden en de Heer Schaafsma wegens plotselinge ongesteldheid in zijne familie. Mede was de Rijksbijenteeltconsulent Minderhoud aanwezig en later óók de Heer van Giersbergen.
De Voorzitter heet allen welkom, in het bizonder de Heer v.d. Brink, welke weer als H.B. lid herkozen is.
Spreker hoopt op goede samenwerking met de H.B. leden te mogen rekenen en dat het vergaderen een genoegen mag zijn.

Notulen worden gelezen en onveranderd goedgekeurd.
Ingekomen stukken van den Heer Jung te Amersfoort, oprichting bijenpark wordt voor kennisgeving aangenomen. Idem den Heer Tonio te Haarlem inzake Centraal verkoopbureau voor bijenteeltproducten.
De Voorzitter deelt mede, dat de Secretaris weer in Rijksdienst is opgeroepen, maar de belofte is verkregen, dat dit in ieder geval voor het jaar 1926 zal worden opgeschort.

Ingekomen en bereids aan de Hoofdbestuursleden in afschrift gezonden, de door de statutencommissie ontworpen statuten.
Algemeen is men van oordeel, dat niet te ingrijpend aan de statuten gewijzigd moet worden en alleen enkele onnauwkeurigheden moeten worden rechtgezet, terwijl enkele wenschen van afdeelingen in het concept mede verwerkt werden, voor zoover dit wenschelijk bleek.
Van de afdeeling Lunteren was o.m. ingekomen een voorstel, om geen handelaren in Imkersartikelen als H.B. lid toe te laten. In stemming gebracht bleek, dat alleen de Heer Versteeg hiervoor was, terwijl de Heer Beil buiten stemming bleef, zoodat het H.B. dit voorstel niet in het concept opnam.

Dhr. Frankenhuis wil den Voorzitter geen stemrecht in het H.B. geven, doch dit voorstel wordt niet gesteund, zoodat óók dit niet wordt opgenomen. Aangenomen wordt een voorstel van den Voorzitter om het presentiegeld voor Hoofdbestuursleden te doen vervallen.
Het voorstel van den Voorzitter om 3e klasse spoor te reizen door de H.B. leden, vindt geen ondersteuning en wordt derhalve verworpen.
Met enkele kleine aanvullingen wordt het concept van de statutencommissiie goedgekeurd en ter beoordeeling aan de leden in het eerstvolgende Maandschrift afgedrukt.

Op voorstel van de commissie van Bijstand wordt de Heer van der Bend, thans tijdelijk Directeur-Boekhouder van afdeeling Handel, aangesteld tot Directeur-Boekhouder. De Heer v. d. Berg had liever gezien, dat men sollicitanten had opgeroepen, maar de commissie van Bijstand zegt, dat er moeielijk iemand te vinden zou zijn, welke zóó de afdeeling Handel behartigt als de Hr. v.d. Bend.
Toen deze de afdeeling overnam was er geen geld en geen Zwitsers, thans hebben we een tegoed op de Bank van ƒ 8084.64. Alléén het honing-vraagstuk is nog een kwestie van voortdurende zorg, maar men heeft hoop, dat dit binnen afzienbaren tijd in goede banen geleid zal worden.

De Voorzitter deelt mede, dat de Secretaris een onderhoud heeft gehad met de Hoofdbesturen van de Noordbrabantsche en Limburgsche Imkersbonden en getracht heeft punten te vinden, waarop die organisaties met de onze zouden kunnen en willen samenwerken. In beginsel hebben die bonden de samenwerking met onze vereeniging aanvaard en is de Secretaris momenteel in onderhandeling, om tot de uitgifte van een Orgaan te komen voor gezamelijke rekening. Goedgevonden wordt de samenwerking met genoemde bonden te bevorderen.

Dhr. Versteeg deelt mede zoojuist een onderhoud gehad te hebben met dhr. van Os, welke zegt, dat de Zuidelijke bonden niets van onze Vereeniging hebben moeten en samenwerking absoluut is uitgesloten.
De Secretaris geeft zijne bevreemding er over te kennen, dat dhr. van Os blijkbaar op de hoogte is gebracht, dat het H.B. thans hier vergadert en weet wat er behandeld zal worden.

Besloten wordt, dat het Hoofdoestuur binnen afzienbaren tijd niet uit zich zelf weer zal komen tot reorganisatie van Handel.
Besloten wordt tevens de gelden van afd. Handel rentegevend te beleggen bij een Boerenleenbank. De exploitatie van den tuin wordt in handen gegeven van de commissie van toezicht. Het Maandschrift zal voor 1926 weer aan dhr. v.d. Peyl worden gegund.