Maandpraatje.

Januari.

De eerste maand van het jaar behoort nog tot de rustmaanden van het nijvere bijenvolkje. Hoe rustiger de bijen thans nog gehouden worden, des te beter zal de overwintering van stapel loopen, des te eerder zullen we kunnen beschikken over sterke volken. Het weer werkt overigens niet bepaald een rustige overwintering in den hand. De temperatuur is van dien aard, dat menig bijtje eens een kijkje komt nemen aan het vlieggat en zoo nu en dan uitvluchtjes worden gemaakt. Den 27en December hielden in verschillende streken de bijen een flinke reinigingsuitvlucht.

Hoewel wij voorstanders zijn van eene rustige overwintering, kan zoo'n enkel reinigingsvluchtje geen kwaad en kort het den langen winter wat op. We dienen er echter wel aan te denken, dat bij een wat onrustigen winterzit, met verschillende kleine of grootere uitvluchten, de hoeveelheid voedsel gaat verminderen en tengevolge van de grootere voedselopname de koningin tot eierleggen geprikkeld wordt en met het leggen van het eerste eitje de winterrust absoluut is geëindigd. Wij zullen er derhalve goed aan doen alle middelen in het werk te stellen, om de rust te bestendigen en waken we voor invallende zonnestralen, meezen e.d.

Behandelen we onze volken op deskundige wijze, dan zuller we zeer vroeg sterke volken krijgen, welke onmisbaar zijn voor eene goede honingopbrengst. Hoe sterker de bijenvolken des te grooter is de kans op een ruimere honingoogst. Dit geldt eveneens voor de leden van eene Vereeniging. Hoe meer het ledenaantal stijgt, des te beter kunnen de belangen van hen behartigd worden.

Geldt dit voor Vereenigingen in het algemeen, voor onze Vereeniging met haar zeer lage contributie geldt dit in het bizonder. Hier is alleen iets te bereiken door het ledenaantal te vermeerderen, waartoe elk goed lid zijn uiterste kracht dient in te spannen. Door de iets ruimere middelen is het mogelijk geworden het Orgaan in een wat beter pakje te steken. Dat de verbetering nog zeer bescheiden is, zal niemand willen ontkennen, maar het Orgaan voelt tenminste nu wat steviger aan, terwijl het wat prettiger zal lezen.

Ook de inhoud zal eenige wijziging ondergaan. Ge zult n.l. iederen maand een brievenbus er in vinden, waar wij alle vragen hopen te beantwoorden en met onze leden verschillende babbeltjes houden.
Verder stellen wij het zeer op prijs geregeld mededeelingen te ontvangen van levensuitingen van afdeelingen, zooals plaats gehad hebbende lezingen, honingverkoop, en in het algemeen die zaken, welke ook voor anderen van veel nut geacht kunnen worden.

Wij hopen deze rubriek een goede verzorging te geven, doch verzoeken H.H. Secretarissen van Ringen en Afdeelingen deze mededeelingen zoo beknopt mogelijk te doen zijn, opdat niet teveel plaatsruimte daarvoor besteed behoeft te worden.
Verder stellen wij het zeer op prijs, indien stemmen uit de practijk ons mogen bereiken, waarvoor wij zeer gaarne een plaatsje zullen inruimen, voorzoover mogelijk.
Ongetwijfeld zullen velen met ons instemmen, als wij elken persoonlijken strijd uit onze kolommen zullen bannen; daarvoor zal dan ook geen plaats worden verleend. Dit houdt echter niet in, dat wij aanwijzingen of opmerkingen over het vereenigingsleven geen plaats zullen gunnen, integendeel zijn we zeer gevoelig voor aanwijzingen en opmerkingen, welke ons vereenigingsleven op een hooger peil kunnen brengen. Met dit doel voor oogen nemen wij de Redactie van dit Orgaan van den Heer Hootsen over en danken hem namens allen voor hetgeen hij gedurende een reeks van jaren voor de imkers en de vereeniging heeft gedaan.

Dat het pad van den Redacteur van een vereenigingstijdschrfit niet steeds langs effen banen gaat, daar heeft mijn voorganger reeds met een enkel woord op gewezen en daar getuigen de periodieken van elke vereeniging van. Ik vlei mij dan ook niet met de hoop, dat het in de komende tijden anders zal zijn. Met liefde en lust voor de Vereeniging en bijenteelt aanvaard ik echter de mij tegen mijn wensch opgedragen taak en hoop er toe te kunnen bijdragen, dat het ons zoo geliefde bijenteeltbedrijf meer vruchten zal afwerpen.

Ten slotte wenschen wij den afgetreden Redacteur, wiens gezondheid den laatsten tijd te wenschen overliet, een spoedig algeheel herstel toe en hopen óók van zijn hand in dit orgaan nog menigmaal een artikel te kunnen plaatsen.

JOH.A. JOUSTRA.