Noodkreet.

Wij gaan met schaal en bussen rond
En kloppen aan in al de wijken
De nood is klimmende in de stad
Geeft, burgerlui! geeft allen wat
En geeft wat veel, gij rijken! (Tollens).

Het is niet noodig hier nog eens de nood te schilderen in welke een deel van onze landgenooten zijn komen te verkeeren, tengevolge van de vreeselijke watersnood, welk een groot deel van ons land getroffen heeft. Als mens hebben wij natuurlijk onzen plicht gedaan en met blijmoedigheid ons penningske geofferd voor hen die zooveel leden. Dat is geen verdienste, doch onzen plicht als medemensch.

Ook velen onzer leden zijn door den ramp getroffen en hebben al hunne bijenvolken aan den watervloed moeten afstaan. De briefjes welke daarover bij ons binnenliepen zijn aangrijpend in al hun eenvoud.
Daaronder is er een van een grijsaard, welke alle bijenvolken verloren heeft en die bijenvolken deden hem den ouden dag in wat minder kommervolle omstandigheden leven.

Daar zijn in Limburg en het land van Maas en Waal .....
Is het noodig hier nog meer te vertellen? De ramp ligt nog te kort achter ons, om nu reeds vergeten te zijn dat velen nog in nood verkeeren. Misschien gaaft gij reeds meer, dan gij missen kon, misschien houdt gij nog steeds uw gift klaar. Geef, geef met ruimen hand en met blijmoedigheid en help bovendien een deel van onze leden zich weer een bijenstand aanschaffen. Wij belasten ons gaarne met de administratie hiervan en doen nu reeds een beroep op de secretarissen, van afdeelingen welke leden hebben, die hunne bijenvolken tengevolge van de overstrooming hebben moeten verliezen.
Gaarne ontvingen wij door Voorzitter en Secretaris geteekende opgaven, van hen die gedupeerd werden met vermelding van het aantal verloren geraakte volken.

Maar tevens doen wij een beroep op onze leden, welke van dien ramp verschoond zijn gebleven en vragen hen hunne giften, óf in natura, óf in geld te willen zenden aan door ons nader op te geven adressen. Wij zullen in ons Orgaan elke gift verantwoorden.

Voorzoover gij nog uw jaarvergadering moet houden, collecteert!
Is geen vergadering meer in 't zicht, doe ons opgave van hetgeen gij wenscht af te zonderen voor de gedupeerde leden, doch geeft allen wat. Het betreft gelukkig geen millioenen en met een klein beetje vrijgevigheid kunnen we tenminste dat leed verzachten. Toont ook in dit opzicht uw saamhoorigheid en wacht niet te lang, want indien ooit, geldt het hier, wie dadellijk helpt dubbel.

De Secretaris.

In dank ontvangen van den drukker van ons blad ƒ 10.— voor door den watersnood getroffen imkers.