De 4e Ned. Imkersdag.

De vierde reeds lezer! Alhoewel reeds herhaalde malen (en niet ten onrechte) door vooraanstaande menschen op imkersgebied, den leden het nuttige en aangename in ons maandblad (Groentje) is aangetoond, wat van de imkersdagen uitgaat, wil ik nog even eenige regels ten gunste van zulk een dag uiten. Ik zeg zulk een dag, want door dienstomstandigheden was ik slechts één keer in de gelegenheid zoo'n dag bij te wonen en wel de laatste te Kampen en ik moet dadelijk toegeven het was een mooie en leerzame dag.

Tevens ontmoette ik daar tal van oude kennissen, vak- en amateurimkers, uit verschillende streken van ons land en zoo ik op 29 Mei niet verhinderd word, hoop ik weer present te zijn in het aloude en in de geschiedenis zoo bekende „Kennemerland", en geef mijn mede-leden in overweging in grooten getale op te komen. Ik verwijs daarom nog eens met klem naar wat de Heer Joustra schrijft over gezamenlijk reizen per spoor op blz. 109/110 (Imkersdagen vervolg van Maart) in het maandblad van Juli 1925. Wanneer, zooals daarin is aangegeven, groepjes gevormd worden uit een of omliggende plaatsen kan inderdaad tamelijk goedkoop gereisd worden en wel voor 3½ ct per K.M. per persoon voor heen en terug op denzelfden dag.

Dergelijke groepjes behoeven volstrekt niet inwoners van een en dezelfde plaats te bevatten. B.v. aan het station dat het verst van de bestemming gelegen is wordt door 3 à 5 imkers een gezelschapsbiljet gevraagd voor tien (of meer) personen. Op de volgende stations kunnen dan telkens meerdere leden instappen die tot de tien (of meer) reizigers behooren op het gezelschapsbiljet genoemd. Zij betalen dan (van zelf) de prijs van af het station waar het gezelschapsbiljet genomen is, doch reizen oneindig veel goedkooper dan wanneer van verschillende plaatsen b.v. 2 of 3 reizigers op eigen kosten op een gewone plaatskaart reizen.

's Avonds bij terugkeer kunnen zij ook weer uitstappen op hun woonplaatsen. De houder van het gezelschapsbiljet reist dan met de overschietende, al zijn het 3 of 4 reizigers, door naar de oorspronkelijke plaats waar des morgens vertrokken is. Vooraf dient natuurlijk te worden besproken, wie meegaat en waar zij instappen. De onderweg instappende leden van het gezelschapsbiljet, worden op het station door de controle gelaten zonder plaatsbewijs, daar zij op het gezelschapsbiljet zullen meereizen. Kosteloos worden aan de stations alle mogelijke inlichtingen gegeven. Vervoegt u dus daar en bespreekt tijdig.

Komaan bijenhouders uit alle hoeken van Nederland, naar den Vierden Imkerdag!
Allo, „iemen-Jenskens en Dieksen oet Hoksebargen en andere boertschoppen, trekt 't kistentuug es an en goat er te hoope hen." 't is nen dag veur alle biejen-Kèrls.
„Vooruit, Okke's-Jarigs en Jelle's fen 't bouw- en greidloan",(Excuseer mijn eventueele fouten.) 't is wel "fier fen hus" doch de sneltreinen der Ned. Spoorwegen loopen nog hard. Men moet alle tongvallen hooren op zoo'n imkersdag. Op 29 Aug. was 't op de heide bij Wezep een gezellig mengelmoes van het Twentsch, Friesch, Bildt's en Zeeuwsch en misschien nog meerdere talen, die ik niet opgemerkt heb. Dus we rekenen op een groote toeloop. 't Is in het belang van alle bijenhouders en wat daarmee annex is. Maar vergeet de bijenkap niet. Heel veel luidjes misten hem zeer op den 29 Aug. te Wezep.

Op naar Haarlem, Zaterdag 29 Mei. Ik denk aan het versje van Gijsbrecht van Aemstel.

„Het legher treckt vast in met duizenden, een macht"
„Zoo groot als Waterlant noch oit te velde bracht",
„En Kennemer, en Vries en Zeew en Holland t'zaemen".

Laten die duizenden dan honderden of tientallen zijn, dan belooft het een mooie dag. Denk aan het werk van de organisatoren.

Met imkersgroet, Hardenberg, April "26.
H.R. BRIEDÉ.