Waarnemingsstations over April 1926.


VLIEGDAGEN EN VERSCHILLENDE OPMERKINGEN.

Warnsveld: -1,000; +0,050; +0,900; Totaal -0,050
Gemiddelde temperatuur 10° C., normaal 8,3° C. Hoogste stand 22,1° C. op 3, laagste 0,6° C. onder nul op 12 April. Op 6 dagen steeg de temperatuur boven 20° C. In 3 nachten kwam lichte vorst voor. Neerslag 38,7 m.M., normaal 48,3. Bewolkingscijfer 6,1, gemiddeld 6,4. Heldere dagen 3, betrokken 7, normaal 4 en 11. Barometer 759,8, normaal 7,60 m.M. Het weer was meestal voortdurend zacht. Van 1-20 viel weinig neerslag. Van 12-14 kwam een weinig vorst voor. Voor den landbouw was de weersgesteldheid zeer gunstig. Windverdeeling: N. 7, N.O. 14, O. 9, Z.O. 7, Z. 19, Z.W. 24, W. 11, N.W. 7. Stilten 1 op 100 keer. Vliegdagen 29, waarvan 12 zeer goed, 3 goed en 14 zwak. In de eerste helft van April was er zeer veel vlucht. In de tweede weinig, behalve op 29 en 30, welke zeer mooie vliegdagen waren.

Gewin: De pollendracht is sterk toegenomen. Op 13 April werd de eerste toename 0,3 Kg. geconstateerd. De bloeitijd der verschillende drachtplanten is 14 dagen vroeger dan normaal. Hierdoor was de kans geringer om flink wat nektar te kunnen winnen. Alleen op 29 en 30 was het gewin van eenige beteekenis (0,85 en 0,65 Kg.) 's Nachts werd 1,5 Kg. en daags 1,5 Kg. ingeteerd. Overdag werd 2,95 Kg. gwonnen. Er waren 7 dagen met toename; de grootste was 0,85 op 29 April.

Toestand der volken: De weersgesteldheid was voor de ontwikkeling der volken gunstig, echter niet voor een ruime dracht. De voedselvoorraad wordt vrij sterk aangesproken en in broed omgezet. Hier en daar werd gevoerd. Op 29 April vlogen er al vrij wat darren. Drachtplanten waren: speenkruid, ribes, veldbies, pruim, roode bes, kers, pinksterbloem, meizoentje, koolzaad, peer, paardenbloem, appel, stinkende gouwe, muur, witte doovenetel, sering.

Wageningen: -0,750; +1,500; +0,600; Totaal +1,350
Op 3, 4 en 5 April is 1 K.G. honig gevoerd met gelijk deel water verdund en gekookt. 't Weer was in April ongewoon gunstig, een toename van 1350 gram is een groote uitzondering. Vorst kwam niet voor, hoogste temp. tot 20° daarbij een rijke bloei alsof het Mei was. Drachtdagen 30, waarvan 10 zwak, 8 matig en 12 goed. Er waren 11 dagen met veel zon, 10 met meer of minder regen. De wind was overheerschend uit Zuidelijke tot Westelijke richting. Drachtplanten: kruisbes, paardenbloem, pinksterbloem, vergeet-mij-niet, peer, aubretia, sierbes, erica carnea, pruim. Op 7 April begon de zwarte aalbes, de appel, de eschdoorn, later de olijfwilg, kers, muurbloem, morel, kool, rhodendendron, wilg, ooievaarsbek, boschbes, berberis, kastanje, aardbei, gouden regen, keizerskroon.


Boekelo: -0,200; -0,200; +0,100; totaal -0,300 K.G.
Hoogste temp. daags 8 en 30 April 20° C. Laagste 's nachts 10, 11, 12 en 13 April 1° C. met 's morgens rijp. Neerslag 31,3 m.M. De eerste helft der maand helder weer, de laatste helft betrokken lucht met goede temp. 25 April onweerde het. Vruchtboomen en paardebloem bloeiden vroeg. Bijen wonnen in deze maand en konden dagelijks uitvliegen. Een eigenaardig verschijnsel trof ik op 8 April, toen de bijen den geheelen dag om de nog niet geopende bloemknoppen der appel- en pereboomen gonsden en honig vergaarden.

Assen: -0,200; +0,100; -0,550; totaal -0,650 K.G.
Vliegdagen 30, waarvan 17 met goede, 3 met matige en 10 met weinig vlucht. Gewin op: paardenbloemen, vruchtboomen en weidebloemen. April was een goede maand voor de ontwikkeling. Zeer veel stuifmeel werd binnengehaald en veel broed ingeslagen.

Gronsveld: +3,400; +0,300; -1,000; totaal +2,700 K.G.
1e dec. 1 April raten bijgehangen. Van 1 tot 6 uitstekend bij N.O. wind 3 April bij 26° C. 2,1 Kg. gewonnen. Op 6 April 1,4 Kg. gewonnen. Sterke broeduitbreiding. 2e dec. Alleen op 13 April nog 850 Gr. winst. Veel waterhaalsters. 't Wordt hoe langer, hoe ongunstiger. 3e dec. Te koel. Broeduitbreiding traag. Meest betrokken. Wind Z.W.