Hoeveel maal vliegt een bij per dag uit?

Dr. Donhoff 1854 zeide reeds: de vlijt der bijen wordt vaak overschat. Een volk van 20.000 bijen zendt onder gewone omstandigheden en goede dracht 80 bijen per minuut uit. Wanneer de dracht 12 uur duurt, dan worden 12X60 (min.) X 80 bijen zoo'n dag uitgezonden, maakt 57600 bijen. Donhoff redeneerde nu aldus, 60.000 bijen verlieten de stok in één dag, er zijn er 20.000, dus iedere bij verlaat 3 maal de stok.
Bij deze berekening wordt dan aangenomen, dat alle bijen uitgaan, wat niet het geval is, ongeveer de helft der bijen van een stok zijn vliegbijen. Het getal 3 moet dus dubbel zoo groot zijn en wordt dan 6. Dzierzon was het met Donhoff eens, dat de vlijt der bijen veelal te hoog wordt aangeslagen.

Prof. v. Buttel-Reepen (zie ook: Sind die Bienen Reflexmachinen) zegt, bijen blijven zelden langer dan een uur uit, meestal niet langer dan 10-20 min. Invloed hierop heeft: temp., bewolking, de af te leggen afstand, het uur van den dag enz. Wijzigen zich die factoren, dan volgen onmiddellijk verschillen. Prof. v. B.-R. vond bij een sterk volk, tijdens een lindendracht in de nabijheid, van 10-11 uur v.m., bij stil en warm weer, 10O-140 bijen per min. die de stok verlieten. Einde Juli telde hij bij gelijk weer 80-90 bijen per min. De hoofddracht was toen op een ver verwijderd klaverveld.
Opkomend onweer doet het aantal terugkeerende bijen toenemen soms tot 180 à 200 per minuut.

Zijn er ± 10.000 vliegbijen bij een sterk volk, dan vinden wij weer hetzelfde getal voor het aantal malen dat een bij uitvliegt in 24 uur. Duurt de dracht bijna 12 uur en doet iedere bij daarin 6 uitvluchten, dan verloopt er tusschen uitvlucht en uitvlucht 12:6 = 2 uur, hieronder is dan begrepen de tijd, die de bij in de stok blijft.

Dr. A.C. Miller en Dr. Burton, twee Amerikaansche onderzoekers, vonden dat bijen 4-8 uitvluchten per dag doen, afhankelijk van meer of minder gunstige omstandigheden. Nu zal iedere imker onwillekeurig vragen: maar wat doen de bijen zoo lang in de stok? Prof. v. B. R. zegt hiervan: ik kan alleen opmerken, dat zij de indruk maken van uit te rusten. Worden vliegbijen met meel geteekend, dan ziet men hen bij een waarnemingskast in de stok heen en weer loopen of langen tijd tusschen de broedbijen stil zitten. Die heen en weer loopen moeten nog of hun nectar afgeven of maken zich gereed om uit te gaan. Die stil zitten rusten uit, alle bewegingen van het achterlijf houden op. Na een poos ziet men het achterlijf weer bewegen, zij komen overeind en maken zich langzaam gereed om weer uit te gaan.

Het onderzoek hierover wordt door Prof. v. B. R. verder voortgezet. Mij interesseerde vooral het aantal bijen, dat per min. de stok verlaat. Bedraagt dit ± 100 dan mag men aannemen, dat het volk sterk en de dracht goed is.

W. Dec. '25.
v. R.