Waarnemingsstations over Juni 1926.


VLIEGDAGEN EN VERSCHILLENDE OPMERKINGEN.

Warnsveld: -1,200; -1,750; -0,150; totaal -3,100 K.G.
Gemiddelde temperatuur 14,1°C., normaal 16,3° C. Een koele maand dus! Hoogste stand 24° C. op 7, laagste 6,1° C. op 25 Juni. In Mei en Juni kwam nog geen enkele dag voor boven 25° C. Neerslag 70,7 m.M., normaal 65,6. Bewolkingscijfer 7,5, gemiddeld 6,3. Heldere dagen 1, betrokken 14, normaal 4 en 11. Barometer 760,9, normaal 761,8 m.M.

Het weer was tot den 19en erg regenachtig. Daarna nam de regenval sterk af. Het bleef de heele maand koel. Er was zeer weinig zonneschijn. Eindelijk begon op 29 Juni een verbetering in te treden. Het werd warmer; de bewolking nam af. Windverdeeling: N. 13, N.O. 9, O. 3, Z.O. 6, Z. 9, Z.W. 22, W. 16, N,W. 21. Stilten 0 op 100 keer. Vliegdagen 28, waarvan 2 zeer goed (20 en 30 Juni), 14 goed, 12 zwak.

Gewin: Hiermee bleef het treurig gesteld. Het wachtwoord was, evenals in Mei: „voeren en nog maar voeren" tot na den langsten dag. Op 29 Juni begon er honig in de bloem te komen en daar wij hier midden in de hoofddracht zitten (de linde begint juist te bloeien) en de weersgesteldheid warmer schijnt te zullen worden, geeft dit den imker al weer moed. Wij zullen waarlijk al blij zijn eens weer een gevulde broedkamer met honig te zien, want al bijna twee maanden lang keken wij tegen ledige cellen, waarin af en toe door kunstmatige voedering wat suikeroplossing blonk. Op 12 Juni werd nog 1 K.G. suikeroplossing gevoerd. Aangenomen werd, dat hiervan 30% indampte. Er werd 's nachts 2,45 K.G. en overdag 2,55 K.G. afname genoteerd, terwijl op 8 dagen maar 2,2 K.G. toename geboekt werd. Hoogste opbrengst 0,5 K.G. op 30 Juni. Vorig jaar een winst van 16 K.G., thans een verlies van 3,1 K.G. Wel een bewijs, hoe de bijenteelt geheel van het weer afhankelijk is.

Behandeling: 20 Juni voorzwerm, teruggegeven. 21 Juni tutende moer uitgevangen, gesloten doppen weggebroken. 29 Juni alle ramen afgeschud en alle moerdoppen verwijderd. Staat nu tijdelijk moerloos. Toestand der volken: Toestand is dezelfde als in Mei. In één woord „troosteloos" wij kregen zelfs nog geen 2 dagen achter elkaar de kans, dat er wat nektar van beteekenis kon worden gewonnen. Koninginneteelt: In 't begin van Juni werd hiermee begonnen. Verloop is vrij gunstig. Vooral op Zondag 20 Juni werden veel moeren bevrucht (23,5° C.)

Drachtplanten waren: Wilde kastanje, framboos, brem, herik, tuinboon, vuilboom, braambes, sneeuwbes, acacia (gaf niets, te koud en te nat tijdens den bloei), korenbloem. Grootbladerige linde begint 28 Juni. Vorig jaar 18 Juni. Is 10 dagen over den normalen tijd.

Wageningen:
Juni was voor de bijen weer een slechte maand. Ik teekende slechts 3 heldere zonnige dagen aan, regen viel er op 11 dagen, de overige
16 dagen was er een meer of mindere betrokken lucht. De temperatuur bleef vooral 's nachts te laag. De wind was overheerschend van West tot Noord, Noord-West. Vlieg- en drachtdagen waren er 30, maar er werd niet genoeg gehaald. Het broed eischt veel; om het volk sterk te houden is er geregeld bijgevoerd. Op 15 Juni kwam een zwerm af van 1½ K.G. De opgaven van het gewicht vervallen omdat er zoo dikwijls is bijgevoerd.

Drachtplanten waren er in overvloed maar . . . ? De acacia gaf niets, klaver werd slecht bezocht, alleen de korenbloem gaf wat nectar. In 't Arboretum was veel dracht op een vroege thym, salie, de Japansche sering en Nepeta Mussini. De linde bloeit; één dag werd deze goed bezocht. Op 28 Juni er de honingkamer opgezet. Zou dat beter helpen, dan op 't volk? ('t Is te probeeren! Red.)

Boekelo: +0,100; +0,700; -3,900; totaal -3,100 K.G.
Alleen de laatste dagen van Juni werd goed gewonnen. De maand Juni was over 't geheel te koud en te nat. Hoogste temp. des daags 30 Juni 24° C. Laagste 's nachts 15 Juni 6° C. Neerslag op 17 dagen 60,5 m.M. Windrichting veel Z.W. 1, 7, 11 Juni hagel, op verschillende dagen onweer. Klaver en korenbloem bloeiden prachtig, doch er werd niet van gewonnen.

Assen: -0,700; -1,250; -0,700; totaal 2,650 K.G.
Vliegdagen 30, waarvan 10 met goede, 12 met matige en 8 met weinig vlucht. Drachtplanten waren er bijna niet; eerst in 't laatst der maand kwam hierin verbetering: toen linde, braam, sprokkelhout en korenbloem begonnen te bloeien. Het volk naakt nog geen aanstalten tot zwermen, hoewel het tot nog toe nimmer gevoederd is en altijd op wintervoorraad heeft moeten teren. De vorige maand moge slecht geweest zijn wat gewin betreft. Juni is dit haast nog erger; in deze maand altijd gewichtsvermeerdering, nu het tegendeel: een verlies; op 6 Juni bij een temp. van 23° C. werd alleen een aanwinst genoteerd van een half ons.

Gronsveld: +1,000; +1,300; +1,600; totaal +3,900 K.G.
Juni was nog minder gunstig dan Mei, slechts 1 heldere vóór- en 6 zonnige namiddagen; de rest betrokken lucht, soms met zware stortbuien. De zomerdracht in Juni is mislukt. De volken hebben weinig meer geoogst dan hun onderhoudsvoer. Linde haast totaal verregend.