Maandpraatje.

Januari.

Veel Geluk!


Wij wenschen ons eerste Maandpraatje in het nieuw begonnen jaar aan te vangen met al onze leden, medewerkers, adverteerders, abonné's en vrienden veel geluk toe te wenschen, zoowel in hun gezin, ambt, beroep of zaak, als in onze gezamenlijke liefhebberij de Bijenteelt.
Terugziende op het afgeloopen jaar mogen wij tevreden zijn en wij hopen, dat de vooruitgang van onze Vereeniging in 1926 zich mag voortzetten in 1927 en ook thans weer de honingbronnen mogen vloeien.

Beginnen we het nieuwe jaar met frisschen opgewekten moed, met saamhoorigheid en waardeering voor elkanders werken en streven, ook al loopen de zienswijzen uiteen, dan kan het niet anders, of wij zullen ons thuisvoelen in onze organisatie, welke langs doornen tot den troon schijnt te willen komen en welke dit jaar haar 30-jarig bestaan hoopt te herdenken.

Wie werkt maakt fouten en ook wij zullen in het afgeloopen jaar fouten gemaakt hebben. Dat is niet erg; wel is het erg, indien wij van onze of andermans fouten niet geleerd hebben en dientengevolge opnieuw in dezelfde fout vervallen. Hebben wij in het voor de bijenteelt zoo moeielijke jaar 1926, onze bijtjes, toen toewijdende zorg nobdig was, in den steek gelaten, laten wij anders doen.
Wie geen tijd heeft zich met zijne bijen te bemoeien, schafte ze liever af; we willen wel een bijenvader, doch geen bijenbeul zijn.

We zijn zoo gelukkig ons Maandschrift een kleine verbetering te doen ondergaan, door, zoomogelijk, het elke maand geïllustreerd te doen verschijnen, eene verbetering welke naar wij hopen wel in den smaak zal vallen van onze leden. Dit illustreeren vergt groote offers van onze kas, maar indien onze leden hun Vereeniging trouw blijven, dan zal het mogelijk zijn misschien nog meer te doen.

Zoo komen wij zoo zoetjes aan waar wij willen wezen en wat wij enkele jaren geleden niet hadden durven hopen, zal nu werkelijkheid worden, een onze Vereeniging waardig orgaan. Maar wij herhalen het, daarvoor is trouw aan de Vereeniging een eerste vereischte.
De contributie welke wij moeten betalen is belachelijk laag; wat er voor gegeven wordt kan de toets der kritiek best doorstaan, maar toch zijn er altijd nog menschen, die niet begrijpen, dat wil men wat doen, men ook over de noodige middelen dient te beschikken.

Zoo schreef een afdeelingssecretaris, welke ongeveer 5 leden minder boekte dan verleden jaar, dat de contributie te hoog was. Wij vragen ons af, wat men van een Vereeniging eischen kan, welke nog minder dan 2 heele centen per week en per lid aan quotum vraagt, toch wel wil vergen?
Ons Orgaan - wij geven het grif toe dat het niet volmaakt is - kost toch zeker op de vrije markt het dubbele, de belangen der leden worden waar mogelijk behartigd en toch ... die 2 centen per week schijnt bij een enkeling nog een bezwaar te zijn om lid te blijven of te worden. Gelukkig staan daartegenover menschen, welke de zaken breeder bekijken en het spijtig vinden, dat niet reeds lang een hooger quotum geëischt wordt, wetende, dat men geen veeren kan plukken van een kikker. Wij vragen dus dit jaar om steun en wel in dier voege, dat men zijne Vereeniging trouw blijve, ook al mocht men misschien dit jaar geen bijen houden.

Sommige leden zijn er als de kippen bij, zoodra hun laatste volkje gestorven is, een briefkaartje te koopen en te bedanken voor het lidmaatschap. Eenige maanden later zijn ze weer een volkje rijk en melden zich weer aan, om een poosje later weer het lidmaatschap op te zeggen. Laten wij dit nu eens niet doen, daar wij moeten kunnen blijven rekenen op een bepaald aantal leden, om voor de leden te doen, wat wij tot heden deden. En we willen zelfs meer doen!

Evenals wankele leden zijn er ook wankele imkers. Is het jaar niet al te goed geweest, dan schaffen zij hun bijenvolkje af. Komt er weer eens een goed jaar, dan hebben zij er spijt van en komen terug om de ledige plaats aan te vullen. Uit veel blijkt, dat zij van bijen houden, doch toch niet het ware imkerbloed bezitten.

Op den bijenstand heerscht nog rust, welke wij zooveel mogelijk dienen te bestendigen. Het weer is zacht dezen winter en nu en dan vlogen enkele bijen. Maakt de vlieggaten van bijen vrij en waakt over uwe bijtjes.

JOH.A. JOUSTRA.