Zelfregistreerende Bijenweegschaal.

Vorige winter hadden we hier het genoegen den heer Minderhoud, Rijksbijenteeltconsulent, op een avond als spreker te hebben. Tijdens de pauze kwam ik met hem in gesprek en deed hij mij de vraag, of ik als Instrumentmaker, de kans zag, om een zelfregistreerende bijenweegschaal te maken. Nadat wij een en ander besproken hadden, nam ik het aan, onder de condities, dat er geen vaste levertijd zou wezen en tevens een vasten prijs van te voren niet bepaald kon worden.
Deze voorwaarden waren noodig omdat niet te voorzien was, hoeveel proeven er genomen moesten worden en hoe vaak er nog iets veranderen moest voor het apparaat goed werkte.


Als fundament moesten we uitgaan van een weegschaal, die ook voor het wegen van personen gebruikt wordt en dus niet, als een gewone balans, bij vermindering van het gewicht geheel terug slaat. Een veerbalans was ook niet aan te raden, omdat deze voor geringe toe- of afname van het gewicht niet gevoelig genoeg is.
Mijn keus viel dus op een 1 soort, die bestaat uit een combinatie van hefboom en veerbalans en een voldoende gevoeligheid waarborgde, om voor ons doel te kunnen dienen.

Als voorloopige proef werd van zoo'n balans de wijzerplaat afgenomen en hierboven een kastje met een uurwerk geplaatst, dat een papierrol omdraaide, waartegen een pen schreef.
Al direct bleek, dat de wrijving tegen het papier te groot was om de pen niet te doen haken, eerst bij een grootere belasting ging de pen met schokjes verder; dit was dus niet bruikbaar. Proeven met verschillende penconstructies gaven ook al geen beter resultaat. Er zat dus niets anders op, dan de weegschaal te veranderen. Dit model had een schuinstaande wijzerplaat, zoodat de oorspronkelijke wijzer ook een schuine stand had en de pen dus ook schuin op de papierrol drukte. Hierdoor was het niet mogelijk een hangende pen te gebruiken, omdat hier dan de inkt te snel zou vloeien en zoodoende geen lijn, maar een kladboel zou geven.

Wanneer het nu mogelijk was, een weegschaal te krijgen met verticaal staande wijzerplaat, dan waren we een heel stuk verder, omdat dan het bezwaar van de hangende pen opgeheven was.
Direct schreef ik aan een weegschaalfabriek, mij een weegschaal te maken met verticaal staande wijzerplaat; de meerdere kosten wilde ik gaarne voor mijn rekening nemen. Het antwoord viel tegen, dit was volgens hen niet mogelijk. Ik was het hier echter niet mede eens, en schreef hen terug, dat ze mij dan het door mij opgegeven nummer maar moesten sturen met schuine wijzerplaat, dan zou ik hem zelf wel ombouwen in een met rechtopstaande plaat en hen dan later door een foto bewijzen, dat een Hollander niet opzag tegen een werk, waar een Duitscher voor terugschrikte.

Zooals van zelf spreekt, werd hier geen notitie van genomen en mij de bestelde schaal zonder commentair toegezonden. Nu begon het werk weer van voren afaan. De kop werd van de schaal afgenomen, de kolom doorgezaagd en een nieuw verbindingsstuk gemaakt in verticalen stand, het geheele boven-binnenwerk omgebouwd voor het nieuwe doel enz.
Ik zal den lezer niet vervelen door een omstandig verhaal van al onze proeven en ook teleurstellingen, maar nu in het kort een beschrijving geven van het toestel zooals het is geworden en het doel waarvoor het zal dienen.

Zooals uit de afbeelding zichtbaar is, bestaat de schaal uit een platvorm, waarop de bijenkast staat. Deze kast moet 50 pond wegen, om de wijzer op de nullinie te plaatsen. Dit gewicht is met opzet vrij hoog genomen, om reden het gemakkelijker is, om een te lichte kast door een onderlaag van hout of steenen te verzwaren, dan een te zware kast lichter te maken.
Achter het platvorm is een staande kolom, die een ronde schijfvormige kast draagt, hierin zit het binnenwerk en ook de as van den wijzer. Boven deze kast zit een rechthoekig kastje van eikenhout met glas, hetwelk een koperen cylinder van circa 25 c.M. lengte en ongeveer 10 c.M. middellijn bevat.

Deze cylinder wordt door een uurwerk in een week juist éénmaal omgedraaid en neemt dan tevens een papierstrook mede, waar de pen, die op de punt van de wijzer bevestigd is, tegenaan hangt.
Deze pen is gevuld met inkt, die zeer langzaam opdroogt. Waar nu de pen, door het toe- en afnemen van het gewicht, met de wijzer een heen en weergaande beweging maakt en de papierstrook ondertusschen regelmatig er onder door getrokken wordt, ontstaat er op deze strook een kromme lijn, die de rijzing en daling van het gewicht aangeeft.
De papierstrook is verdeeld in dagen en uren, terwijl er tevens een gewichtsverdeeling op is tot in onsen nauwkeurig. De groote van deze strook laat een afname toe van 9 Kilo en een gewichtstoename van 13 Kilo, een speling, die groot genoeg is om een ruim overzicht van het volk mogelijk te maken. De uren van den dag en den nacht zijn door een verdeeling in vakken ook nog gemakkelijk van elkaar te onderscheiden.

Wat kan men nu met zoo'n toestel zien?
Vooreerst, op welke uren van den dag het gewin het grootst en het kleinst is, hoeveel er per uur afzonderlijk gehaald wordt, hoe laat de kast zwermde, hoe lang dat duurde, hoeveel de zwerm woog, wat een volk in den nacht inteert, enz. enz. enz.
Alles wordt automatisch genoteerd in een lijn, die een geheele week duurt. Elke week wordt een nieuwe strook opgezet. De strooken zijn nog voorzien van een blank gedeelte, waar de waarnemer kan invullen de gemiddelde temperatuur, het weder in de afgeloopen week en waar de hoofddracht op was. Daar het vanzelf spreekt, dat er op het oogeblik (de schaal is pas klaar gekomen) geen mogelijkheid was, om er grondige proeven met een volk mede te nemen, heb ik mij op de volgende wijze geholpen en in een week een geheelen bijenzomer doorgewerkt.

Op de schaal werd een laag baksteenen tot het vereischte gewicht opgestapeld en hierop een groote emmer gezet, voor een gedeelte met water gevuld. Een andere emmer kwam wat hooger te staan en hieruit werd met een buisje met kraan het water overgedroppeld, tegen den middag wat sterker en tegen den avond minder, tot de dracht geheel ophield, waarop het buisje in den ondersten emmer gezet werd en hieruit het water tot den volgenden morgen zéér langzaam uitlekte. Dan werd het buisje weer boven ingezet en zoo, door het droppelen te regelen, verschil in dracht aangegeven. Om een uur of 1 werd mooi weer besteld en kwam een zwerm van een pond of drie af, door het water met een straaltje uit den ondersten emmer te laten loopen, waarop 's avonds de zwerm er weer opgeslagen werd door het afgenomen water er weer bij te gieten. Volgenden dag slecht weer en geen dracht, door het buisje in den ondersten emmer te laten staan en zoodoende water af te nemen. Een paar dagen later wintervoedering door snel bij laten loopen in den ondersten bak.

Zoo is zoo getrouw mogelijk een week nagebootst met uitstekend resultaat en konden we aan het eind der week nauwkeurig nalezen wat er en op welk uur met het volk gebeurd was.
Aan den Heer Minderhoud nu de taak om dit alles dezen zomer in de praktijk te toetsen, dit is hem wel toevertrouwd.

Hengelo(O.)
NIEUWENHUIS,
Instrumentmaker.

NASCHRIFT REDACTIE.
Wij behoeven niet te zeggen, dat wij bewondering hebben voor de ingenieuse wijze waarop hier gewerkt werd en door ons lid Nieuwenhuis tot stand werd gebracht, waar zooveel anderen voor terugschrokken.
Én dhr. Nieuwenhuis én dhr. Minderhoud wenschen wij veel succes toe met hun keurige vinding.
J.A.J.