Het Weegvolk.

S.S. schrijft in het Februarinummer van Bienenvater over het weegvolk het volgende:
"Het is mij te veel werk" zeggen velen; toch is het niet zoo, het kost naar eenige minuten. Ja! bereikt men dan wat met die wegerij? Zeker beste vriend, 1e het dagelijksch wegen en noteeren geeft mettertijd een zeer nauwkeurig overzicht op de dracht in je omtrek. Zeg niet, dat weet ik al, want dat kun je zonder observatievolk nooit precies weten en verder de dracht is niet ieder jaar gelijk, dat hangt geheel van het weer af. De eene keer geeft een bepaalde plant een goeden oogst en een andere keer weer niets. In de eene streek honingt een bepaalde plant goed en in een andere slecht of in het geheel niet.

Weet ge wanneer een bepaalde plant begint te honingen en wanneer zij ophoudt? Kent gij de drachtpauze van Uw streek, als de zon schijnt en de bijen niets halen? Weet gij waarom de plant ditmaal niet honingt?
Over dat alles geeft het weegvolk den denkenden imker uitslag, als hij om zich heen ziet en waarbij hem de aanteekeningen uitkomst geven. Zoo'n weegschaal is een uitkomst; men leert welke bloemen bevlogen worden, men leert op het weer te letten, op de windrichting en de bewolking. Het geeft te denken over verschillende oorzaken, die de weeguitkomsten geven. Zie hier een paar voorbeelden.

De vruchtboomen bloeien en mijne buren hebben het maar over honinggewin. Ik schud tot hunne verwondering mijn hoofd; er wordt niet gehaald, ik merk het aan mijn weegschaal!
Waarom geen dracht? Koude Oostenwind, of vochtigen Westenwind verhindert de nectarafscheiding.


In de herfst. Ga eens naar buiten op het mosterdveld; het krioelt er van bijen. Weer hoofdschudden. Op de mosterd (? Red.) vergenoegt zich een vlieg, de zgn. mestbij (Mistbiene) echter bijen zijn amper te zien. Om te honingen is het in dit jaargetijde te laat. Ik zie het weer aan mijn weegschaal.
Ha, vandaag honingt de Linde; hoort maar het gezoem in de bladeren.
Ja ..... maar mijn weegvolk geeft gedurende de Lindebloei afname te
boeken. Dus de Linde honingt niet, maar haar geur trekt de bijen aan, zoodat zij den gansenen dag tevergeefs vlogen.

De weide staat in bloei, dagelijksche toename 2, 3, 4 pond. 't Maaien begint 2-2½ pond 300, 200 gram. Dat had je niet gedacht, dat de dracht nu zoo snel zou afnemen?
Eensklaps, midden in de drachtpauze, stijgt het gewicht; vandaag toename 4 à 5 pond. Waar komt dat nu wel vandaan? Even rondzien. De Spar (Fichte) honingt, of een moerloos volk wordt beroofd.
En welk een verrassingen voor beginners, avondgewicht: toename 4 pond, morgengewicht afname 2 pond, dus 2 pond door de broedwarmte verdampt.

Ja ... dat had je niet gedacht hé? Ook niet, dat van de suikeroplossing weer 50% verloren gaat door verdamping! Genoeg. Het weegvolk geeft mij precies aan, wat buiten in het veld gebeurt; het geeft echter ook het verloop van het volk aan.
Zoo wekt in verhaaltrant Ds. W. Nüspert te Rittersbach in zijn boekje der Wagstock (uitgave W. Fest Leipzig. Mrk. 0.50) ons tot deelname op voor het weegvolk en beschrijft in het verdere verloop, hoe men voor weinig geld zelf een weegschaal kan maken.
De goede wil voor aanschaffing van zoo'n weegschaal is er bij vele imkers; de hooge kosten schrikken velen echter terug. (Küderli bijenweegschaal Mrk. 55.— = ƒ33.—)

Voor diegenen, die wegens gebrek aan tijd, of zij, die niet zelf kunnen knutselen is de eenvoudige weegschaal van de firma Methfessel in Sulzbach a/d Murr bij Stuttgart, een uitkomst.
Tot zoover Bienenvater.

afb. 3

Naar aanleiding van het bovenstaande heb ik mij eens tot dhr. Karl Methfessel gewend om nadere gegevens, waarop ik bereidwillig uitvoerige beschrijving en afbeeldingen ontving, welke naar ik meen, ook wel de volle indacht van vele Nederlandsche imkers waard zijn. Dhr. Methfessel schreef o.a.: „In een zeer lezenswaardige brochure uitte dhr. Ds. Nüspert de wensch voor een volksweegschaal, die eenvoudig, betrouwbaar, goed en goedkoop moest zijn. Drie-, vier-, vijfmaal las ik de brochure; dan rijpte mijn besluit een weegschaal te maken voor eigen gebruik. Valt die goed uit, dan eventueel voor mijn mede-imkers. Uit de eerste volgden een aantal proefkonijntjes." Twee en een half jaar werd geprobeerd, veranderd verbeterd en vereenvoudigd. Vóór alles echter steeds verbeterd gemaakt tot een bruikbare Duitsche „Armuteiwage".

Sinds Mei 1926 is de weegschaal gereed en in meerdere exemplaren op eigen imkerij in bedrijf (zie afb. 1 en 2); mijne bijen merken niets van de „Beiwache' over hun lot. Voor mij echter is deze weegschaal een groote uitkomst, een bron van groote vreugde, mijn voortdurende bewaker en melder geworden, die mij voortdurend en zeker over de gebeurtenissen onderricht en mij als contrôleapparaat dient, waardoor ze mij het anders onvermijdelijke zoo tijdroovende en schadelijke kastopenen bespaart. Zij behoort heden tot de onontbeerlijkste voorwerpen van mijn imkerij.

In haar bouwwijze is deze weegschaal zoover vereenvoudigd en volmaakt, dat zij op iedere bijenstand in- of buiten de kasten- of korvenrij ondergebracht kan worden. Tot een draagkracht van 100 K.G. werkt zij beslist zuiver en zeker en geeft al verschillen van weinig grammen aan. Met eenige gemakkelijke handgrepen kan de weegschaal weder buiten dienst worden gesteld. Voor bijzondere opstelling is nog een huis (afb. 3) gemaakt wat bij aardige schildering en opstelling een mooi effect in den tuin kan maken. De verrassend gunstige gevolgen o.a. het groote voordeel wat men met deze weegschaal kan behalen, pleiten voor invoering op onze „bijenstanden".

Volgens de afbeeldingen is deze voor hang- (afb. 2) zoowel als zweef-systeem (afb. 1) gebouwd, en geeft o.a. aan, of de honing gelijkmatig is verdeeld, of hoofdzakelijk vóór of achter is opgeborgen, of dat zich het volk vóór, achter, of zijwaarts uitbreidt of ingehangen ramen met honing of broed gevuld worden enz.

De prijs is inderdaad billijk en bedraagt zonder gewichten slechts 12 Mark, dus ƒ 7.20. Gewicht van de geheele weegschaal is 1½ K.G., terwijl de totale lengte 40 c.M. is. Steenen of ijzeren gewichten kunnen bijgeleverd worden. Bevestiging is eenvoudig met 2 houtschroeven (afb. 2). Voor degeen die iets moois wil bezitten deel ik nog mede, dat het huisje (afb. 3) wat van plaatijzer schijnt te zijn gemaakt, 35 Mark kost en de maten zijn: lengte 100, breedte 70 en hoogte 135 c.M. zonder voet.(Gewicht 38 K.G.)
Naar ik vertrouw zullen vele ernstige imkers, die de voordeden van observatievolk en weegschaal inzien, hiermede hun voordeel kunnen doen.

Soesterberg, Bieënhof.
W.H. v.d. BROEK.