De gevolgen van een deurpraatje.

In den zomer, wanneer het zonnetje erg lekker haar blanke stralen door 's Heeren straten laat spelen, staat ondergeteekende 's morgens vóór de opening der zaak nog wel eens genoeglijk aan de deur zijn pijpje te smoken. Papa Leewis, ook zoo'n echte bijenmaniak, komt dan nog wel eens aanloopen, alvorens de kantoorkruk zijn zitvlak beroert. En het draait hoe het draait, 't gesprek is dan altijd over ..... ja, de bijtjes. Gedeelde vreugd is dubbele vreugd en gedeeld leed is maar half leed, denkt Papa Leewis, en al zijn Imkergeheimen stort hij aan deze deur voor mij uit.

Wanneer de zwermtijd aanbreekt, is zijn grootste zorg de heerloos rondvliegende zwermen; de vondelingen der groote steden. Wat een staaltjes heb ik al van hem gehoord, van martelingen, verbranden, geeselen, kokend water, enz., die stadsvondelingen aangedaan! Heel dikwijls heeft hij al de gelegenheid gehad zich hier over te ontfermen! Het ging echter nog niet naar zijn zin. Telkens, wanneer hij weer van zoo'n massa-crematie hoorde, bloedde zijn meegevoelend hart. Als steeds gaf ik hem weer raad, ook in deze: Een gang naar het hoofdcommissariaat van Politie, zoude misschien uitkomst kunnen geven. En jawel hoor! Hier wordt gewaakt over het wel en wee der Haagsche inwoners en ook over des zelfs vondelingen.

Bijgaand stukje is het resultaat van Papa's Leewis bemoeiingen en verscheen op verzoek van de Politie in alle Haagsche couranten.
Uit de Haagsche courant van 25 Mei '27:

Nederstrijken van bijenzwermen.
Men schrijft ons: Nu de zomer in aantocht is, bestaat ook weder de kans, dat enkele bijenzwermen bij het overtrekken van de stad, in deze Gemeente nederstrijken. Vele menschen zijn hiervoor bevreesd en trachten de diertjes te verwijderen door ze te bestoken met rook, water en dergelijke. Niets is echter juist gevaarlijker, men maakt ze daardoor rumoerig, steekluslig en lastig voor de omgeving. Men verwijdert ze er echter niet door.

Doe alsof er geen bijen zijn en laat ze rustig verzamelen. Bel even een naastbijzijnd commissariaat van politie op en geef aldaar even kennis, waar zich een bijenzwerm heeft verzameld, waarna zoo vlug doenlijk een persoon komt om de bijen op te vangen en die de diertjes in een daarvoor bestemde kast of korf plaatst.


Ook zijne kantoor-superieuren, een stedelijke instelling, voelen met Leewis mee en kan hij voor het afhalen van een vondeling, ten allen tijde vrijaf krijgen. Vader Leewis slaapt thans gerust en ik ben er van overtuigd, dat hij, om de drommel geen stiefvader voor zijne vondelingen zal zijn.
Misschien is bovenstaande iets ter navolging voor onze andere groote steden.

S. FRANKENHUIS.