De Honinghandel.

(Vervolg.)

Een imker, welke in Friesl. veel honing leverde en nog levert, zei laatst nog: „ik moet m'n klanten opzoeken en de kinderen helpen me wel een handje als ze van honing hooren, maar kwam ik er niet, dan zouden me weinig kruiken gestuurd worden om te vullen."
Inderdaad, we hebben als een feit te aanvaarden, dat er nog maar weinig geregelde honinggebruikers zijn.

De heeren Frankenhuis en Jippes hebben het idee naar voren gebracht, dat stads- en plattelandsimker elkaar zullen helpen en laatsgenoemde laat het voorkomen (tenminste zoo lees ik het), dat er in de steden nog heel wat te bereiken is. Dat valt echter af. We hebben dat in Leeuwarden ondervonden.
Toen we in 1924 hier de eerste proefveilingen hielden, maakten we voor sl.h. 50—82½ ct. p. flac. van een pond bruto, voor heideh. 50—65 ct. idem. Deze werden verkocht aan weerverkoopers, meest groentewinkeliers in de stad of Prov. Er werden toen vier veilingen gehouden, iedere keer met pl. 100 p. Doch toen we het vorige seizoen 1925—'26 iedere week 200 p. lieten veilen, zakten de prijzen voor sl.h. tot op 50—60 ct. per flac, voor heideh. op 38—45 ct. p. flac. Trek daar af 5% veilingskosten, kosten statie, emballage, sluitetiket veiling, vracht van platteland naar stad, flac. met etiket, wat men op 10 ct. moet rekenen en afrekening per giro, houdt men dan een matige prijs over?

Die honing werd niet met 200% winst verkocht, maar meest met een winst van 2—15 ct. p. flac. Iedere groenteventer verkocht haast honing en goeie, maar het ging niet genoeg van de hand en vandaar die lage prijzen, en dat een jaar later nog partijtjes bij die winkeliers en venter te koop stonden.
Ook de comestibleswinkels hebben hier allen honing te koop, welke momenteel ten verkoop wordt aangeboden voor sl.h. 70—85 ct., heide 45—60 ct. p. flac. waarop 20—25% verdiend wordt. En nu wil ik wel vragen, is dat te duur? Voor een pot jam wordt hetzelfde betaald en bij duizenden flac. verkocht, doch de honing gaat zeer langzaam van de hand.

Critiek wil ik nu juist niet oefenen op wat dhr. Jippes schrijft, maar wel vragen, wat noemt men een matigen prijs? Mij dunkt, dat is zeer rekbaar en de amateur of liefhebberij-imker, welke misschien jaarlijks een 25—100 p. te missen heeft, is gauwer, kan gauwer tevreden zijn over de prijs, dan iemand die er op rekent er een bijverdienste van te hebben.

Zooals dhr. J. nog schrijft dat de stads de pl.l. imker moet helpen, vind ik zeer juist, maar dat moet wederkeerig zijn. Dit laatste is evenwel niet altijd zoo. Het is vorig jaar gebeurd, dat onze Afd. circulaires ter bevordering van het gebruik van h. heeft uitgegeven, welke toen 4 gld. de 500 st. kosten voor alle Afd. in Friesl., welke bij de veiling aangesloten waren. Eén Afd. in de Prov. bestelde voor 4 gld voor één lid, twee anderen bestelden niets en L. en Omstr. (Sneek, Bolsw. Bildt, enz.) leverde aan hen voor 40 gld. Ziedaar, vier beoogen hetzelfde doel, dienen één zaak en laten één hoofdzakelijk voor reclame zorgen.

Ook heeft onze Afd. een lezing over het leven der bijen gehouden met dhr. Minderhoud, als spreker voor het Nat. Kundig Genootschap te L. en heeft de dames-bezoeksters daar een monsterfleschje sl.h. met circulaire aangeboden enz.
Gebeurt zooiets wel eens te platte lande? Deze zaken noem ik uitsluitend en alleen, om met feiten aan te toonen, dat de samenwerking nog lang niet is wat ze moet zijn.

Afbreken wil ik geenszins, maar men moet de feiten durven aanvaarden en niet te groote idealen koesteren, want dan kan men de werkelijkheid wel eens voorbij streven.
Voorhands hebben we dan ook enkel te doen, te trachten, het publiek door lezingen als boven voor verschillende vereenigingen te houden, de honing en de waarde ervan bij te brengen.
Er zijn van eerder genoemde circulaires meer dan 10,000 over het geheele land verkocht (Afd. Handel 1000 st), maar 10 X 10,000 en veel meer moeten er om de flac. gewikkeld, ingesloten bij brief of drukwerk of verspreid op bijent.tentoonst. het publiek bereiken.

Ook zouden we een groote stap verder zijn, als we de H.H. Geneesheeren op onze hand hadden, om zooals die indertijd ook het eten van vruchten ten bate van de gezondheid in 't algemeen hebben helpen propageeren. De kosten van een Internat. imkersdag waar menschen bij elkaar zouden komen, welke misschien voor 90% elkaar niet verstaan, moeten m.i. niet gemaakt worden, maar besteed aan reclame in de dagbladen. Hebben we dan na (eenige) jaren een goed honingetend publiek, dan kunnen we eens praten over coöperatie.

Verder is dunkt me in de eerste plaats noodig, om alsnog bij de regeering aan te dringen op een zoodanig invoerrecht op honing, dat voor ons Nederlandsch product concurrentie mogelijk blijft, aangezien het m.i. een zeer bedenkelijk verschijnsel is, dat alle middelen door de regeering aangewend om de imkerij en daardoor de landbouw in haar wijde vertakkingen te dienen (Consulenten en accijnsvrije suiker)teniet worden gedaan door de moordende concurrentie van een goedkoop en vaak minderwaardig buitenlandsch product.

Waar bovenstaande geleerd is uit de praktijk en met feiten aangetoond hoop ik, dat het mag bijdragen tot het krijgen van een juist beeld van imker en honinghandel in Nov.

Secr. Afd. Leeuw. en Omstr. TJ. STIENSTRA.

Wij komen op deze beschouwingen t.z.t. terug. Red.