Is het gebruik van Koninginnerooster vóór- of nadeelig voor honinggewin.

Over deze vraag heb ik den laatsten tijd veel gedacht en kan niet goed tot een bevredigende zekerheid komen. Zou men wel ooit in het Imkerbedrijf en bijenleven de vele vragen en dikwijls eigenaardige verhoudingen kunnen verklaren? Ik geloof het niet en het zal daardoor wel mede een aantrekkingskracht zijn, dat velen bijen hebben en houden.

Zoo was ik eenigen tijd geleden bij enkele imkers op bezoek, en trok het mijn aandacht dat zij bijna in 'tgeheel niet de koninginneroosters gebruikten tijdens de hoofddracht. Wel werden de roosters gebruikt in de kasten en tusschen de broedkamers gelegen als er drachtpauze was of het weer niet gunstig was tijdens de hoofddracht. Dit werd dan gedaan om de koningin te beletten dat zij wederom in de bovenste broedkamer haar eitjes zou plaatsen. Deze Imkers, welke meer dan 25 jaar met gunstig resultaat bijen houden en een flinken stand hebben zijn er beslist tegen om tijdens de hoofddracht, welke begint in de 2e helft van Juni, dan roosters in de kasten te hebben. Zij beweren dat er minstens 20 pond honing per kast meer geoogst kan worden.

Juist in dezen zomer was het bijzonder opmerkelijk. Er waren toen op 4 kasten de roosters tusschen de broedkamers gelegd en dat waren niet de minste volken op de stand. Het verschil was bij de kasten zonder rooster en ook met 2 broedkamers, groot. Nu heb ik altijd ijverig met de koninginneroosters gewerkt en voor sommige doeleinden zijn zij onmisbaar; maar nog nooit heb ik de proef genomen om te constateeren of het rooster tijdens het honinggewin, een zoo groote belemmering voor de bijen is, dat zij ongaarne de nectar boven het rooster brengen en daarom voor de bijen zoo tijdroovend wordt dat de honingopbrengst er onder lijdt.

Nu dacht ik zoo: Mijnheer de Redacteur! zou U in een artikeltje in het Maandschrift Uw zienswijze over het voor of nadeel van het koninginnerooster willen weergeven, of heeft U er soms te weinig ondervinding van om dat te kunnen doen?
Ook heb ik onder „Afdeelingsberichten" in het Maandschrift van j.l. een aankondiging gelezen van een te houden vergadering, waar UEd. zou spreken over: „Geeft een koninginnerooster honingverlies".
Mij dunkt, daar zijn toch ook Imkers in ons land, welke op deze vraag een antwoord kunnen geven, en dan zou ik hun willen vragen: laat anderen en mij Uw oordeel eens hooren, bij monde van het Maandschrift.

Ook zou het mij en anderen groot genoegen doen om eens wat te hooren over de resultaten van het tweevolksysteem, waar verleden jaar nogal eens over geschreven is. Zelf heb ik dit jaar 2 dubbele kasten (eigen gemaakte) in gebruik genomen, maar ik kan over de resultaten nog lang niet roemen. Ik troost mij, dat één zwaluw nog geen zomer maakt, en zoo ook met het gebruik van de tweevolk-kasten.
Volgende zomer hoop ik de proef te herhalen en dan met meer succes.
Met imkersgroet,
Leiden, 11 Dec. '26.
J. VAN EK.

NASCHRIFT RED.
Deze vraag bleef geruimen tijd rusten, omdat ik mij voorgenomen had de door mij reeds enkele jaren aangevangen proeven in dit opzicht dit jaar voort te zetten. Voor zoover mijne ondervinding in deze is, hebben de door U bedoelde imkers niet zoo'n ongelijk.
Is er goede dracht, dan worden de raten boven dadelijk vol gedragen en is het de koningin onmogelijk, om nog boven eitjes af te zetten, temeer, omdat ook nog een breede honinggordel in het bovengedeelte van de broedraampjes komt.

Is er een drachtpauze van eenig belang, dan bestaat wel de kans, dat de de moer naar boven verhuist, indien de bijen den honing uit de honingkamer naar beneden gaan dragen. Een moerrooster is echter dikwijls een noodzakelijk kwaad en als men raathoning wil winnen, beslist noodzakelijk. De vraag is, of de bijen er zooveel last van ondervinden, dat de productie er onder lijdt.

Het schijnt, dat dit individueel is, of liever, 't schijnt, dat sommige volken niet te bewegen zijn, door het moerrooster te kruipen, alvorens men er een raat met broed bovengehangen heeft.
Op de heide verleden jaar, bezetten alle volken van mij de honingkamer direct, ondanks moerrooster. Alleen een viertal simplexvolken vertikte het. Toen ik de rooster wegnam, bezetten zij eveneens de honingruimte.

Herzogrooster en rooster van houten staafjes schijnen de bijen minder te hinderen, dan het z.g n. Engelsche rooster.
Helaas bleef dit jaar tot nu toe een behoorlijke dracht uit, zoodat de proeven niet konden worden voortgezet.
Wie van onze lezers kan van zijne ervaringen mèt en zonder rooster iets vertellen? Over het tweevolksystenm binnenkort.
Red.