Jaarverslag van den Secretaris over 1927.

Ontwikkeling der volken.
De uitwintering der volken is over het algemeen goed te noemen. Over de ontwikkeling der volken in het voorjaar loopen de berichten uiteen, doch was over het algemeen redelijk. Na een langdurige regenperiode, waardoor de volken gebrek begonnen te krijgen, gaf hier en daar linde, klaver en korenbloem eenige verademing en werd zelfs nog honing geoogst, zij het maar matig. Door het ongunstige zomerweer stonden de volken, welke gedurende die periode niet gevoerd waren, er slecht voor en waren vele dooden te betreuren.

Door het aanhoudende regenachtige weer beloofde vooral de zandheide aanvankelijk zeer goed te worden, doch een nieuwe bondgenoot kwam het den imkers lastig maken, n.l. de larve van het heidehaantje, welke oorzaak werd, dat in de meeste streken van ons land de heide geheel kaal gevreten werd en er nagenoeg niets voor de bijen te halen was. Oók gedurende de heidebloei zijn vele volken omgekomen. In sommige streken heeft de heide het goed gedaan, n.l. in Brabant en Drente, behoudens enkele uitzonderingen. Bij het van de heide terugkeeren der volken bleken deze zóó slecht in het voeder te zitten, dat op een verzoek onzer vereeniging de Regeering bereid werd gevonden, om het normale quantum suiker van 7½ K.G. per opzetter te verhoogen tot 10 K.G. waarvoor wij hier, namens onze leden, onzen oprechten dank uitspreken.

Waar de volken over het algemeen zwak van de heide terugkwamen, moest met groote zorg de inwintering worden voorbereid, wat niet wegnam, dat nog vele volken arm aan voeder en bijen den winter ingingen en ook gedurende dezen tijd verschillende volken 1928 niet konden halen.

Gewin.
Het gewin stond in gelijke verhouding tot de ontwikkeling der volken. 1927 kunnen we tot de meest ongunstige honingjaren rekenen; weinig zomerhoning en ook niet veel heidehoning.

Markten.
Er werden verschillende honing- en bijenmarkten gehouden, n.l. te Eerbeek (25 jarig bestaan) Beilen, de Klomp en Zwolle. Alle markten mochten zich verheugen op een druk bezoek.

Tentoonstellingen.
Op de D.E.L.T.O. (Deventer) werd door vele handelaren en Imkers flink ingezonden. Bijenstand Mellona verwierf een prijs van ƒ 100.— voor een keurige bijenstand, Kamphuis uit Eefde een medaille voor een eveneens aardigen bijenstand. In kasten en imkersartikelen ging de firma Beil met de hoogste prijzen strijken, terwijl de heer Nieuwenhuis te Hengelo (Ov.) zijn zelfregistreerende weegschaal ingezonden had.
Deze tentoonstelling, welke zeer druk bezocht werd, (de vereeniging gaf aan den deelnemers van den Imkersdag gratis toegangsbewijzen ter gelegenheid van haar 30 jarig bestaan) gaf te zien, dat de imkers het inzenden nog niet verleerd zijn.

De coöp. honingzeemerij te Loppersum had groote hoeveelheden honing ingezonden en stelde eene hoeveelheid honing ter beschikking van de ziekenhuizen, evenals de vereeniging. Vanwege de vereeniging werd reclame gemaakt voor het gebruik van Nederlandschen honing, reclameplaten uitgedeeld en gratis honingmonsters ter beschikking gesteld. Voor den mooisten honingstand verwierf Loppersum den eersten prijs. Voor zijne onvermoeide pogingen, om den honing behoorlijken afzet te doen vinden, benoemde H.M. de Koningin dhr. J. Pannekoek te Eerbeek tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Lezingen, Practische Lessen en Excursies.
Verschillende afdeelingen hebben lezingen houden, cursussen en practische lessen gegeven, terwijl ook excursies gemaakt werden. De zomerlessen en excursies ondervonden veel nadeel van het zoo ongunstige weer. De lessen werden gegeven door de Rijksbijenteeltconsulenten, en gediplomeerde en niet- gediplomeerde imkers. Verder maken de verslagen melding van het houden van stalwedstrijden, praatavondjes, bijeenkomsten, stalbezoek e.d.
Er schijnt meer en meer voor het vereenigingsleven gevoeld te worden.

Imkersdag.
De imkersdag werd dit jaar gehouden te Deventer ter gelegenheid van het 30 jarig bestaan der Vereeniging en van de D.E.L.T.O.
Voor het houden van dien dag heeft het Bestuur van de D.E.L.T.O. een subsidie ter beschikking van onze vereeniging gesteld van ƒ 100.— terwijl als een extra prijs eveneens ƒ 100.— werd uitgeloofd voor den meest volledigen bijenstand op de tentoonstelling.
Dr. A.J. Winkel bacterioloog aan de Rijksseruminrichting te Rotterdam, hield eene lezing met lichtbeelden over „Inleiding tot het gebied der bijenziekten" welke lezing in verschillende nummers van jaargang 1928 wordt afgedrukt.

Bij monde van den heer Hundt, voorzitter van Ring 8, werd medegedeeld, dat de mooie Nederlandsche bijenfilm van de filmfabriek Polygoon den Vereeniging zou worden aangeboden door leden der vereeniging.
Dhr. H.A. Beil werd door de Regeering benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Bijenvolken naar de fruitstreken.
De fruitkweekers schijnen meer en meer het nut te gaan inzien van het nut der bijen voor hun bedrijf. Ook dit jaar werden weer vele bijenvolken van de zandgronden naar de kleistreken gedirigeerd, waarbij onze vereeniging weer hare bemiddeling verleende.

Te Vinkeveen, waar het bijenhouden gedurende de maanden Mei t/m Augustus verboden was, wegens vermeende schade aan de komkommerteelt, werden onze leden, welke geweigerd hadden de volken gedurende dien tijd elders te plaatsen, bekeurd.
Vanwege onze vereeniging werden zij bijgestaan door Mr. A.J. Moll, advocaat en procureur te Utrecht. Zij werden door den kantonrechter te Breukelen ontslagen van rechtsvervolging, als zijnde de gemeentelijke verordening niet genomen in het algemeen belang.

Aantal bijenvolken.
Over het aantal bijenvolken valt met zekerheid weinig of niets te zeggen; nagenoeg geen enkel verslag geeft juiste opgaven, welke meestal gebaseerd zijn op het aantal betrokken K.G. suiker, wat geen waardemeter is.

Algemeene toestand Vereeniging.
De algemeene toestand der Vereeniging is gunstig te noemen, al neemt het aantal groot-imkers merkbaar af. Er komt stabiliteit in de financiën en de belangstelling voor de bijenteelt begint in breedere kringen toe te nemen.
Het afgeloopen jaar telde onze vereeniging 7252 leden welke bij afdeelingen zijn aangesloten en 262 verspreide leden, totaal dus tezamen 7514 leden.
De vereeniging telde in 1926 6983 leden, eene vooruitgang dus van 531 leden en dat in het zoo ongunstige jaar 1927.
Sinds 1925 is het aantal leden der vereeniging derhalve met niet minder dan 1267 leden toegenomen, voorwaar een respectabel aantal.

Wij moeten deze aanwas toeschrijven aan het onvermoeid werken van onze afdeelingen, waarvoor een woord van lof niet mag worden onthouden. Tevens blijkt hieruit, dat het vertrouwen in de leiding weer geheel is teruggekeerd. Het aantal afdeelingen bedroeg in 1927 153 en eene afdeeling verspreide leden.

Financiëele toestand.
De inkomsten bedroegen ƒ 9.652.17, de uitgaven ƒ 9.015.20, zoodat er een batig saldo is van ƒ 636.97.
Mag ons dit verheugen, niet vergeten mag worden, dat de vereeniging jaarlijks eene bijdrage uit de rente van het suikerfonds ontvangt van ƒ 1000.— zoodat feitelijk de vereeniging zichzelf niet bedruipen kan, al werden dit jaar de financiën sterk beïnvloed door onvoorziene uitgaven, tengevolge van imkersdag, werkteekeningen enz.
Versterking der kasmiddelen is derhalve dringend noodig en dient zeer zeker onder de oogen te worden gezien. Een zoo groot lichaam als onze vereeniging heeft te zorgen voor de belangen harer leden en die belangen mogen niet lijden onder te geringe kasmiddelen.

Hoofdbestuur.
Het Hoofdbestuur vergaderde 4 keer, een kort verslag van de H.B.vergaderingen werd in het Orgaan opgenomen.
Door het overlijden van den Heer W. Emmens ontstond eene vacature, welke werd vervuld door dhr. H. Thiel te Oosterhesselen.

Algemeene Vergadering.
Er werd één algemeene vergadering gehoude en wel op 28 April te Utrecht, van welke vergadering een beknopt verslag verscheen in het Maandschrift.

Observatiestations.
Gevestigd zijn 5 observatiestations, welke door de vereeniging worden gesubsidieerd en één privéstation. In 1929 zullen alle stations worden opgeheven op dat te Warnsveld na en dit laatste modern
worden uitgerust. De waarnemingen aan die stations verricht, werden zooveel mogelijk maandelijks in het Orgaan gepubliceerd.

Examen.
Voor het examen bijenteelt meldden zich 3 personen aan, waarvan 1 zich terugtrok. Geslaagd zijn de Heeren J.A.D. Lindeman te Rhoon en C. Groeneveld te Nijensleek gem. Vledder.

Maandschrift.
Ook dit jaar kon ons Groentje weer verschijnen met 16 pagina's plus omslag. Op verbetering wordt aangedrongen door verschillende afdeelingen, terwijl anderen tevreden zijn met de tegenwoordige uitvoering. Gestreefd wordt naar een zoo bruikbaar mogelijk orgaan, maar men vergete niet, dat onze vereeniging bestaat uit personen van de meest uiteenloopende ontwikkeling. Wel wordt getracht ook den meer ontwikkelden imker iets te bieden, doch dit mag niet tengevolge hebben, dat het voor den beginner en den minder ontwikkelden imker onleesbaar wordt.

De Redactie zou niets liever wenschen, dan dat het Orgaan grooter en mooier kon worden, maar gezien de financiën is daar vooralsnog niet aan te denken.
Willen de meeste imkers liever een orgaan uitsluitend gewijd aan het vakgedeelte, ééne afdeeling wenscht het orgaan uitsluitend gevuld te zien met afdeelingsberichten. Plaatsgebrek noopte menigmaal verschillende stukken uit te stellen tot later, waarna plaatsing soms geen zin meer had.

Honingprijzen.
Meenden sommigen, dat bij een slechte honingoogst de prijzen wel zouden slijgen, 1927 heeft ons weer doen zien, dat de honingprijzen bepaald worden door de wereldmarkt.
Raathoning uit vasten bouw gold van 80 ct. tot ƒ 1,— per ½ K.G. in sommige streken werd zelfs minder gemaakt, in sommige streken ook iets meer.
In den groothandel deed raathoning plm. ƒ 0.70 per ½ K.G.
In den groothandel werd slinger- en lekhoning verkocht tegen prijzen van ƒ 0.50 tot ƒ 0.70; kleinhandel van ƒ 0.80 tot ƒ 1.— sommige gelukkigen tegen iets hoogere prijzen.
Pershoning deed gemiddeld ƒ 0.32½ en gezuiverde was plm. ƒ 1.18 per ½ K.G.
Ruwe honing deed per quantum 28 ct. per ½ K.G.

Duitschland toonde weer belangstelling voor onzen honing. Per levend gewicht werd betaald 61½ ct. per K.G. met franco terugzending van korf, doeken en krammen; handel vrij vlot.

Met dit jaarverslag sluiten wij een 30-jarig tijdperk voor onze vereeniging af. Gedurende dien tijd heeft onze vereeniging in een werkelijke behoefte voorzien. Er zijn jaren geweest van teruggang, maar die hebben plaatsgemaakt voor vooruitgang.
Verschillende verdienstelijke mannen en vrouwen hebben hunne beste krachten aan het vereenigingsleven gewijd, velen zijn ons door den dood ontvallen, velen ook zijn door de omstandigheden op den achtergrond geraakt. Maar allen hebben medegewerkt aan den opbloei van onze vaderlandsche bijenteelt en het is ons eene behoefte hen hier te bedanken voor hun werk en liefde voor onze zoo interessante bijenteelt.

De Secretaris,
JOH.A. JOUSTRA.