De groote Zeemerij.

Het is niet te ontkennen, dat er momenteel een zekere bloei is in onze Vereeniging Bijenteelt, men constateert dat in de toename van 't ledental, de wassende vloed in 't aantal deelnemers bij gelegenheid der Imkersdagen, de grootere stabiliteit in de financiën, het rustiger samenzijn op de Algemeene Vergadering te Utrecht. Maar is die bloei wezenlijk of schijnbaar?

Langzamerhand wordt 't duidelijker, dat onze Vereeniging een dubbele is, n.l. die van Amateur-imkers en Bedrijfs-imkers. De groote steden met de steeds meer naar voren tredende amateurs, die de bijenteelt bedrijven om de teelt, om de kunst, die vragen naar een schitterende bijenfilm en een kunstvol blad. De heide-imkers, die vragen om een loonend bedrijf. Daartusschen allerlei schakeeringen.

De opbloei schrijf ik voornamelijk toe aan de eerste categorie en de schakeeringen. De laatste categorie is chronisch lijdende, en toch is deze verreweg in de meerderheid het uitgangspunt der Vereeniging, die bedoelde een stervend bedrijf meer levend te maken, de wettelijke kracht van den betrekkelijken, accijns-vrijdom op suiker voor bijenvoeding. Daarom de vraag: is de opbloei schijnbaar of wezenlijk?

Uit liefde voor de Bijenteelt wil ik graag in den opbloei een wezenlijke zien en de oogen niet sluiten voor wat eens Freiherr von Ehrenfels zeide: „De Bijenteelt is de poëzie van den Landbouw."
Ik heb beweerd, dat de Bedrijfsimkerij lijdt aan een chronische ziekte. Ik wil niet te veel ruimte vragen van 't Maandschrift en daarom tracht ik kort te zijn; maar het bestaan der ziekte, die ik chronisch d.w.z. langdurig of slepend noem wil ik toch bewijzen.

Jammer, dat 't bewijs niet volledig kan zijn en ik zelfs moet terugtreden tot 't jaar 1910, zie 't Maandschrift van 1911 pag. 52. Daar kan men lezen, dat 't aantal bijenvolken in:
1866 - 70 was . . . . . 204834
1871 - 80 was . . . . . 203914
1881 - 90 was . . . . . 135895
1891 - 1900 was . . . . 95733
1904 was . . . . . . . . 111270
1910 was . . . . . . . . . 69406

De cijfers constateeren koud en zuiver den ziektetoestand van 't bijenbedrijf in die jaren. Het is nu zeer jammer, dat geen gevolg is gegeven aan mijn verzoek bij de Algemeene Vergadering te Utrecht 21 Dec. 1911 om te komen tot een betrouwbare statistiek, waarmede later wel een aanvang is gemaakt; maar niet doorgezet, zoodat geen beslist oordeel kan worden gevormd over 't aantal imkers, de soort van imkers, het aantal volken, de opbrengst der producten, waardoor de toestand niet juist te peilen is.

Uit sommige verschijnselen, als de toenemende verkoop van imkersartikelen zou men moeten opmaken, dat de ziekte meer of minder is gestuit; maar vergeten mag niet, dat er sedert een toenemende mate van belangstelling is in de bijenteelt, waardoor 't aantal amateurs sterk toeneemt, verder dat de overtuiging sterk is toegenomen over 't zijdelingsche nut der Bijenteelt door betere bevruchting vooral van 't fruit en dan bovenal de suikerverschaffing. Deze laatste houdt er het leven in, is dus een kostelijk geneesmiddel; maar zonder de ziekte te overwinnen.

Dat de ziekte niet doodelijk heeft gewerkt is te danken aan de Vereeniging Bijenteelt, die er ook de Regeering opmerkzaam op maakte, deze hebben reeds veel gedaan om 't ziekteproces te sluiten. Ze hebben echter nog een hoogere taak n.l. volkomen genezing te brengen in de Bedrijfs-Bijenteelt van ons land. Hierop aan te dringen is 't eenvoudige doel van dit artikel, waarmede niet gezegd is, dat de Vereeniging en de Regeering niet actief zijn; integendeel zijn deze diligent, d.w.z. naarstig bezig. Als er sprake van schuld is, moet deze veeleer gezocht worden bij onze Bedrijfsimkers zelve, die zooals de heer Esmeier 't eens uitdrukte, veel te conservatief van aard zijn.

Het geneesmiddel voor de chronische ziekte, de ongenoegzame opbrengst der bijenteeltproducten, is m.i. de Centrale zeemerij. Mijn denkbeelden hierover zijn in 't kort de volgende: Toch dien ik nog even terug te gaan. Reeds in 1905, zie Maandschrift van dat jaar pag. 169 vroeg ik de aandacht van de leden der Ver. Bijenteelt voor een groote zeemerij. Ik had toen reeds eenige jaren ondervinding over samenwerking in 't verwerken en verkoopen der Bijenteeltproducten in onze afd. Steenwijkerwold en omstreken.

Eigenaardig is 't, dat in 't zelfde jaar door den heer van Brussel ter sprake werd gebracht de kwestie van accijnsvrije suiker en die der honigvervalsching, dit laatste was nog eerder geopperd door wijlen den heer Frans Netscher. De accijnsvrije suiker kwam in 1909. Maatregelen tegen honigvervalsching, het rijksmerk op zuiveren, inlandschen honig, heeft thans kans van slagen, niettegenstaande de groote financiëele bezwaren voor de controle.

De houtenblokpers

Beiden zijn voor 't imkersbedrijf krachtige versterkingen. Het idee der groote zeemerij, die m.i. volledige genezing kan aanbrengen, maakte nog weinig vorderingen. Er is over dit onderwerp veel gepraat. Zeer dicht was 't bij verwezenlijking, toen echter door 't verschil van één stem, de heer Kingma, die voor de oprichting eener centrale zeemerij voelde April 1914 niet tot voorzitter werd gekozen.

Toen had de oprichting der Handelskamer plaats, die onder de directie van den heer Richards al spoedig bezweek. Daarna kwam in 1916 de Inlichtingsdienst, die 19 Juni 1917 gevolgd werd door de oprichting van Afdeeling Handel. Ik heb altijd gehoopt, dat dit zou voeren naar de groote zeemerij; dat was 't optimisme van de wensch.

De afd. Handel, zonder den honighandel geheel te verwaarloozen, is een handel in imkersbenoodigdheden. Wat heeft de bedrijfsimker daaraan? Men kan zeggen de afd. Handel heeft, wat den prijs der artikelen betreft, reguleerend, en wat de kwaliteit aangaat, verbeterend gewerkt; maar de vraag komt bij mij op: is de particuliere handel niet voldoende concurreerend om hetzelfde te bewerken? In elk geval is tot heden de afd. Handel onvoldoende gebleken iets te doen om het chronische lijden der bedrijfsimkerij zelfs maar te verzachten.

Ik zou er niet om treuren, wanneer de een of andere keer de afd. Handel aan een particulier werd verkocht. Nu besloten is tot verbouwing der magazijnen van de afd. Handel is Wageningen meer dan ooit 't middelpunt der Ver. en de afd. Handel minder geschikt om tot de oprichting eener groote zeemerij te komen dan vroeger, tenzij ze er door de oprichting van een filiaal in 't centrum der bedrijfsimkerij toe mocht komen en haar oorspronkelijke bedoeling, de saneering van het imkersbedrijf mocht aanpakken.

Na de afscheiding der Zuidelijken uit onze Vereeniging ligt Wageningen geheel op den zelfkant. Utrecht is als centraal punt beter; maar voor de bedrijfsimkerij is Zwolle een nog beter centrum.
De vrachtauto kan vanuit de Veluwe, Drente, Twente en Gelderlands Achterhoek naar Zwolle transporteeren, dat zou een eerste eisch voor een groote zeemerij zijn. Waarom moet 't een groote zeemerij zijn ?
Van de kleine is 't bewezen, dat deze met de grootste moeite niet meer dan slechts geringe verbetering kunnen brengen in de geldelijke opbrengst der producten.

Jarenlang heb ik hard meegewerkt om iets te maken van de zeemerij te Frederiksoord van de afd. Steenwijkerwold en omstr. De voorzitter N.A.F. van Duyfhuis Beijnen en Albert Hartkamp als zeemer, hebben er samen veel over gedacht en veel voor gedaan en hebben de voldoening gehad, dat de imkers verscheidene jaren 5 cent per halve K.G. ruwen korf-inhoud meer van hun product maakten, dan ze van den handel zouden hebben ontvangen.

Toen kwam de oorlog en besomden we door de afd. Handel in één der oorlogsjaren, ik meen 84 cent per halve K.G. gepersten honig en de ruwe was werd ook duur betaald, daarna liep 't minder goed; we waren den reëelen handel kwijt, er was wellicht ook een inzinking van energie en sedert werd de honigproductie in massa verkocht, wat in elk geval een betere opbrengst geeft, dan 't partieel verkoopen dus door de imkers ieder afzonderlijk.
Enkele zeemerijen hebben zich tot op heden weten te handhaven. Het groote gebrek der kleine zeemerijen is de te geringe hoeveelheid, waardoor voor reclame weinig of niets kan worden gedaan. Toch kan geconstateerd, dat de kleine zeemerij beter nog dan 't gemeenschappelijk verkoopen der producten, de financiëele opbrengst in 't algemeen verhoogt.

Van de groote zeemerij, b.v. een in Zwolle, die een groot deel der producten verwerkt en verkoopt als centrum van de Veluwe, Drente, Twente, Achterhoek, heb ik goede verwachtingen. Als er gesproken wordt over een Centrale-Zeemerij haalt men er dadelijk coöperatie bij.
Het woord coöperatie heeft in onze Vereeniging geen goeden klank. Velen zijn er bang voor. Welnu in den wettelijken zin van coöperatie behoeft ook niet te worden gewerkt.

Wij noemden onze zeemerij te Frederiksoord ook altijd coöperatieve-zeemerij. In den zin der wet was ze echter heelemaal niet coöperatief.
Ieder jaar verwerkten en verkochten wij de producten, daarna volgde de uitkeering, waarmede ieder steeds tevreden was, wijl die hooger bleek, dan door den handel te verkrijgen was. Het volgende jaar was weer ieder vrij om al of niet mee te doen. Men ging echter vanzelf mee, omdat 't voordeelig was. Het eenige risico der imkers was, dat wij met de opbrengst gingen loopen. Wij, als bestuur, liepen ook geen risico. Wat 't opbracht, dat bracht 't op. We hielden enkele gelden in voor den aankoop der noodige gereedschappen. In den aanvang moest er een bedrijfskapitaaltje zijn, dat mijnheer Beijnen voorschoot.

Een groote centrale-zeemerij gaat over groote bedragen, zoodoende is de zaak ernstiger. Wie moet 't bedrijfskapitaal leveren? De vereeniging uit 't suikerfonds.
Wie moeten de zaak controleeren? Gedelegeerden uit de Vereeniging en van de belanghebbenden; de zuiverheid der producten door 't rijk.
Wie kunnen er aan deelnemen? Alle imkers, die in 't gebied wonen, waarvan de centrale zeemerij het centrum is, en die lid zijn van de vereeniging Bijenteelt.
Hoe groot moet de kleinste hoeveelheid ruwen honing geschat worden, opdat met kracht zal kunnen worden gewerkt? Deze zal ongeveer 50000 K.G. moeten bedragen.
Is 't mogelijk deze hoeveelheid samen te brengen? Ja, gezien de gemiddelde honingoogst in Nederland, welke, naar een ernsig onderzoek, door een commissie, zie pag. 92 Maandschrift jaarg. 1912 70000 K.G. pershonig en 120000 K.G. tafelhonig bedraagt.
Waarvan zal 't slagen eener poging voornamelijk afhankelijk wezen? Vooral van de persoon, die als Directeur zal optreden. Diens bestaan zal zoodanig moeten worden geregeld, dat 't hem des te beter gaat, naarmate de resultaten van 't bedrijf beter zijn. Hij moet zorgen voor voldoende deelname, voor uitstekende verwerking, voor goeden verkoop.
Hoeveel moet 't de Vereeniging Bijenteelt kosten? Aan geld niets, wel moet deze zedelijken steun en crediet verleenen.
Wie moet in dezen het initiatief nemen? De bedrijfs-imkers zelve. De afdeelingen moeten op de Algemeene verg. met voorstellen komen, waar in de eerste plaats een commissie wordt benoemd die, als in beginsel tot oprichting besloten wordt, de zaak zooveel mogelijk in finesses uitwerkt.

In overeenstemming met de zuivelfabrieken, is m.i. de centrale zeemerij de eenige weg om verbetering te kunnen krijgen in de financiëele resultalen der bedrijfsimkers. Op een groote zeemerij kan de verwerking der producten, die, wat den vasten bouw betreft in de korven, nadat de bijen gedood of uitgejaagd, per vrachtauto in gemeenschap naar de zeemerij worden gebracht, zoo volmaakt mogelijk zijn, waarbij naar verbeterde methoden en werktuigen kan worden gezocht. De Directeur, die met de zeemerij staat of valt, zal 't product aan den man weten te brengen.

Mijn artikel is voor 't Maandschrift al veel te lang geworden. Er is nog veel over te zeggen, evenwel met praatjes komt men er niet. Er moet worden gehandeld. De weg ter genezing is hiermede voldoende aangewezen. Ik wacht, of de Bedrijfs—imkers hun bedrijf, willen genezen of niet.
Het woord is nu aan de afdeelingen, die de Vereeniging moeten bewegen maatregelen tot de oprichting eener centrale zeemerij te nemen. De zaak is nu van te algemeen belang, dan dat de leiding niet zou zijn bij de vereeniging Bijenteelt, die ook voor 't crediet moet zorgen. Ook 't Rijk dat te zorgen heeft voor den opbloei der bedrijven, heeft hierbij belang.

H. STIENSTRA.
Leeuwarden, Leeuwrikstr. 11.
21/1 '28. herzien 28/1 '28.