Maandpraatje.

Juli

Ik weet het niet, maar ik heb telkens neiging, om in plaats van 1928, 1923 neer te schrijven. Komt dit wellicht, omdat het bijenjaar 1928 tot heden in vele opzichten te vergelijken is met 1923?
Begin juni regende het toen, dat het klapte en ook de heerlijke Meimaand speelde ons lekkertjes parten. Toen ...... de bekende hittegolf, sterke volken en overvloed van honingende planten. Wat hebben we toen een honing geoogst, een nieuw soort, n.l. hittegolf-honing.

Nu staan óók de volken op volle kracht en er kunnen nog genoeg bloemen honingen, om de imkers tevreden te maken. De Linde begint ! ! ! te bloeien en is zeker meer dan 14 dagen later dan gewoonlijk. Zullen de bijtjes er goed weer op treffen? En de witte klaver noodigt die duizenden en duizenden honinghaalstertjes tot een bezoek uit. Zal het weet medewerken?

In dagen als thans merken we het best, dat de imker geheel van het weer afhankelijk is. Als het hem dit jaar maar eens 2 keer drie weken op tijd gunstig is, dan houdt alle klagen op, dan is de uitwinteringsellende weer vergeten, dan schalt en juicht het weer over de velden, dan is de imker weer de imker, dan worden weer plannen gemaakt voor andere jaren, dan kijkt moeder de vrouw minder zuur, omdat die (ik zou haast een minder parlementair woord gebruiken) .... bijen zooveel geld kosten.

In verband met de verliezen tijdens en na de uitwintering bereiken mij verschillende brieven met veronderstellingen. Laten wij rustig en kalm het onderzoek van Dr. Winkel afwachten; het is in goede handen en haasten wij ons niet. Het komt mij voor, dat dit jaar een uitzonderingsjaar is geweest en we misschien volgend jaar weinig of niets meer vernemen van de ziekte, welke de bijtjes dit jaar deed sneuvelen. Verschillende imkers vroegen of zij weer nieuwe zwermen op het oude werk konden doen, n.l. van de gestorven volken. Laten zij hiermede zeer voorzichtig zijn en liever de korven geheel schoon maken en even uitbranden. Het weinige voordeel dat men verloren laat gaan, weegt niet op tegen het het gevaar dat men heeft, om de ziekte te doen voortwoekeren.

Overigens late men zich door de ellende van dit jaar niet van de wijs brengen; hoop doet leven! Eind dezer maand worden de volken voor de heide klaar gemaakt. Feitelijk is men daar reeds lang mede begonnen. Enkele wenken voor de heidevaart kunnen geen kwaad.

Bezoek vóórdat ge Uw plaats bepaalt, eerst de heide en zie hoe die er voor staat. Geef Uwe bijen voldoende reisvoorraad mede, maar reis niet met te vette volken. Indien er geen drinkwater op de heide is, zorg daar dan zelf voor. Neem liefst geen oude moeren mede naar de heide, of knip in ieder geval hiervan de vleugel(s).

Tusschen voorzwerm en nazwerm verloopt als regel een week en ge komt toch in dien tijd Uwe volken wel eens bezoeken, terwijl men dan in ieder geval een week langer de bijen op den stok houdt en die week zou misschien wel eens de beste kunnen zijn voor het honinggewin.
Merkt ge, dat een volk zwermplannen heeft, grijp dan flink in. Korven kan men het best „omjagen" d.w.z. het zwermlustige volk komt op het werk van een nazwerm (met bevruchte moer!) en dit volk op het werk van het eerste, na moerdoppen uitgebroken te hebben. Verwissel de korven van plaats.

Uit de rij zetten kan ook. Hiervoor plaatst men de zwermlustige volken eenige meters vooruit. Zij verliezen dan alle vliegbijen en zwermen niet. Men behoeft niet lang bijen te hebben gehouden, om te begrijpen, dat men dan ook een groot deel van de heideoogst mist, allhans van de vooruitgezette volken, maar het is in ieder geval toch beter, dan dat het den zwerm kwijtraakt.
Bij kastvolken kan men beter ingrijpen; gesloten broed ontnemen, raampjes omhangen e.d. maar het beste middel is met volken naar de heide te gaan, welke in alla opzichten daarvoor geschikt zijn.

Ga liever met tien sterke volken naar de heide, dan met 20 slechte. Wees in dit opzicht minder imker dan koopman. Hang b.v. in Uw heidevolken zooveel raampjes met uitloopend, althans gesloten broed bij van de niet aan de heidereis deelnemende volken, dat ge er acht in Uw Simplexkasten hebt en hang rechts en links van die raten een raam met een streepje voorbouw. Komen de bijen dan niet in de honingkamer, door slechte dracht, ge hebt toch kans heideraathoning te oogsten.

Gedurende de heidedracht houden wij onzen Imkersdag. In andere artikelen in dit nummer worden de bizonderheden gemeld. Is U al eens in het Gooi geweest? Heeft U de Modelboerderij „Oud-Bussem" al eens gezien? Stelt U belang in de inleidingen, welke gehouden zullen worden? Zoo niet, blijf dan thuis. Maar stelt ge werkelijk belang in deze zaken, geef U dan omgaand op aan dhr. A. Vos te Bussum.

En dan staat de suikerbestelling en -levering weer al haast voor de deur. De suiker is dit jaar niet duur en slechte jaren als we verleden jaar en ook tot nu weer gehad hebben, doen ons de wenschelijkheid van een gevulde suikerzak duidelijker in het oog springen.
Wij sluiten dit praatje met de wensch, dat het in de komende maanden onzen imkers nu eens recht goed mag gaan.

JOH.A. JOUSTRA.