Aanteekeningen van het gewicht tijdens de Heidedracht.

H. Otto Smits woont in de Provincie Lausitz in Brandenburg tusschen de Elbe en de Oder, een landstreek waar de Hoofddracht de heide is. Een imker uit zijn onmiddellijke omgeving had door rassenteelt een stam gekregen, die weinig zwermde, daarvan betrok hij zijn koninginnen.

Zijn stand bestaat uit 11 Gerstung kasten en daarvan kreeg hij de laatste 10 jaar slechts 20 zwermen. Een volk werd op de heide op een bascule geplaatst, de dagelijksche aanteekeningen van het gewicht worden hier aangegeven van 1923 tot en met 1927.

De heidedracht begint daar meestal 19 Augustus en eindigt ongeveer 15 September, enkele jaren iets vroeger en later (in 1925 op 19 Sept.). Voor zoover mij bekend, zijn er geen notitiƫn van het gewicht tijdens de heidedracht, daarom alleen deel ik deze hier mede.
Het gewicht van de kast bij den aanvang der heidedracht was in 1923
67,500 K.G., in 1924 42,200 KG, in 1925 38 K.G., in 1926 38 K.G. en in 1927 36.250 K.G.

Gewonnen is na aftrek van het verlies in 1923 17,750 K.G., in 1924 30,250 K.G., in 1925 18,800 KG, in 1926 29,500 en in 1927 7,750 K.G. honig.
Zooals uit deze opgave blijkt was 1926 zeer goed en 1927 zeer slecht voor de heide-imkers evenals in ons land.
Mei 1928.
L.J. VAN RH1JN.