Maandpraatje.

Augustus.

Het prachtige weer in de Julimaand, heeft den imkers weer moed gegeven. Er is heel wat honing gewonnen en mijne vergelijking met 1923 was niet zoo heel mis. Wij zijn blijde met het succes, dat menigeen nu gehad heeft en zij, die weinig of niets oogstten dienen zich af te vragen, of er iets aan hunne bedrijfswijze gehaperd heeft.

Wij hebben het hier al uit den treure herhaald, zorg toch voor sterke volken, laat niet teveel zwermen en ook niet te laat. Wees niet eigenwijs, met de voorzichtige overweging, „ja, als het nu eens niet honingt, dan zit ik met zulke sterke volken en die teren heel wat.
Wie sterke volken heeft ten tijde van een dracht, krijgt honing, wie zwakke stumpers op zijn stal heeft, krijgt hem niet. Spijker deze spreuk in Uwen bijenstand met letters als koeien, dan oogst óók gij honing!

Ik weet niet of er wel eens aandacht, ik bedoel voldoende aandacht, geschonken wordt aan de berichten van de waarnemingsstations, doe dat wel! Daar kunt ge heel wat uit leeren, al behoeft ge al die getallen niet te onthouden.

Na het heerlijke warme weer (de imkers maakten zich toen al weer bezorgd, dat de heide zou verbranden) kregen we lekkere regenbuien, zelfs geweldige plasregens en de oude ervaren heide-imker lachte in zijn vuistje, omdat zoo'n regen voor een goede heidedracht noodzakelijk is. Al ziet de heide er niet zoo treurig uit als verleden jaar, ik kan toch niet zeggen, dat zijn er erg bekoorlijk uitziet. Eerlijk gezegd, zij is mij tegengevallen. Ik doorkruiste de Veluwe op verschillende punten, maar van een mooie frissche heide geen sprake. Hopen wij, dat de bijljes toch nog gelegenheid krijgen er die heerlijke onvolprezen heideraathoning op te winnen.

Wie niet naar de heide reist, gaat speculatief voeren. Neen, maak nu eens geen bezwaren, wees nu verstandig en begin Uwe volken te voeren, als in de Aprilmaand, kleine beetjes voerhoning (denk er aan, van gezonde volken!) en zet die voedering voort, tot ongeveer 10 September. Ge krijgt dan een flink broednest en Uw volk wordt sterk aan jonge bijen. Het is nu ook een zeer geschikte tijd, om Uw mogelijk oude moeren te verwisselen met een bevruchte jonge. Wissel om vóórdat ge speculatief gaat voeren.
Laat het volk met de nieuwe moer eenige broednestjes maken, dat verzekert een rustiger overwintering, dan als ge eerst later de moeren verwisselt.

Behandel Uwen honing verder zindelijk en duw ze den menschen onder den neus, m.a.w. ga er mede den boer op, werk er mede. Hoe meer menschen honing verkoopen des te beter. Zie Uw buurman-imker niet met schele oogen aan, als die in hetzelfde krantje adverteert als gij. Indien de menschen plat geloopen worden met honing, koopen ze veel eerder, dan als slechts een enkel imker schuchter een halfponds potje tracht aan te bieden.

Laat de menschen weten, dat in Uw stad of dorp honing te verkrijgen is van eigen bijen, geef hen het beste wat ge maar geven kunt, laat desnoods iemand, die daarvoor geschikt is met Uwen honing, of den honing van Uw afdeeling venten, huis aan huis, dag aan dag, week aan week, totdat er niets meer is. Dan zullen zij bij U komen vragen om honing, dan bedelen zij om honing en dan zullen mij geen brieven en briefkaarten meer bereiken met de ontboezeming: ik heb nu zooveel honing gewonnen, wat moet ik er mede doen? Kunt gij mij ook adressen opgeven die een goeden prijs voor honing besteden?

Zie, als ge zélf werkt, zélf Uw klanten opzoekt, zélf het publiek overtuigt dat honing eten zoo gezond en zoo voedzaam is, dan hebt ge geen tijd tot klagen, want dan hebt ge al Uw tijd noodig om potjes en emmertjes te vullen en die aan Uw klanten te brengen. Of ge in dorp of stad woont, trek er op uit, of laat een ander het voor U doen, die maakt dan ook nog een goeden dag. Of organiseert nu honingmarkten. Er is nu honing! Smeedt het ijzer als het heet is!

JOH.A. JOUSTRA.