Maandpraatje.

September.

Als dit nummer in handen onzer lezers(essen) komt, is het pleit beslecht. De bijenvolken zijn weer op den winterstand ondergebracht, of zullen spoedig van de heide terugkeeren. De heide kan thans (30 Augustus) nog een dag of veertien honingen. Veel verwachten wij er niet meer van, hoewel zij zich wonderlijk hersteld heeft. Zelfs zagen we prachtige heidevelden, waar verleden jaar de heide dor en droog was en voor enkele maanden er weinig hoopvol uitzag. Hoe kan alles zich in korten tijd beteren. Meestal maken wij ons bezorgd voor den tijd. Maar ..... van een overvloedige heideoogst zal dit jaar wel
geen sprake zijn.

Na de heidedracht staat het inwinteren voor de deur. Alleen sterke volken opzetten van goede afstamming en ruimschoots voedsel medegeven. Ruimschoots wil zeggen, dat we zooveel moeten geven, dat nood-voedering in het voorjaar niet noodig is, noch bij kastvolken, maar zeker niet bij korfvolken. Korven dienen omstreeks 30 pond zwaar te wegen, bij kasten kan men beter het gewicht aan honing berekenen. In ieder geval liever wat teveel dan te weinig medegeven. Niet zuinig zijn aan het verkeerde eind.

In het voorjaar hooren we steeds alle mogelijke verontschuldigingen als geen tijd, de bijen haalden het voeder zoo slecht op enz. Haal de bijen niet te laat van de heide, laat ze vervolgens niet te lang onverzorgd op den stand staan en begin zoo vroeg mogelijk te oogsten en te voeren. Heidehoning laat zich wel slingerbaar maken, indien men gebruik maakt van de Ericaborstel, of kleine en groote Triumph (meer bekend onder klein en groot Kolbtoestel.)
De minste van de drie en ook de goedkoopste is de Ericaborstel, dan volgt het kleine Kolbtoestel en vervolgens het groote, doch dure Triumphtoestel.

Met dit laatste toestel is het bewerken van de taaie honing een genot, al maakt het een leven als een oordeel. Dit hebben wij trachten te ondervangen, door op de aanrakingspunten rubber-lapjes te spijkeren. Het geluid werd er door gedempt. Heidehoning slingere men direct nadat de ramen uit de woningen zijn genomen en dan in een goed warm vertrek. Ik zag eens een imker zulke raten een stoombad geven. Het hielp goed, maar men dient op te passen, dat het watergehalte van den honing niet te groot wordt.

Bij het opvoederen beginne men met vrij kleine hoeveelheden. Na een dag of tien voedere men sneller. Mengt men honingresten door de suiker, dan wordt hij spoediger opgehaald. Kan men honing en vooral stuifmeelhoning (honing rijkelijk met stuifmeel vermengd) bewaren, dan kunnen wij dit zeer aanbevelen voor het vroege voorjaar, als de bijen aangezet moeten worden tot grootere broedinslag.

Zet Uwe volken droog en zorg voor poreuse kleedjes. Geen zeildoekjes of hermetisch afsluitende kleedjes op de ramen leggen. Ge krijgt dan vochtige kasten en beschimmelde raten. Vlieggaten vernauwen is beslist onnoodig. Zorg er echter voor, dat muizen geen toegang kunnen krijgen. Smelt oude raten en verder raatresten zoo spoedig mogelijk op; wacht er niet mede, totdat de wasmot zich „heimisch" heeft ingericht.

Verzamel Uwe aanteekeningen en werk ze uit. Hebt ge iets bizonders opgemerkt, stel er den Redacteur mede in kennis. Wellicht zijn ze van belang voor anderen. In de bijenteelt staan we onophoudelijk voor raadsels, laten we zien die opgelost te krijgen. Twee weten er meer dan één en waar wij met zoovelen zijn kunnen wij waarschijnlijk de moeilijkste vragen oplossen.

JOH.A. JOUSTRA.