De Zesde Nederlandsche Imkersdag

Een dag van groote vreugde en genot.
De organisatie een uitbundig succes.

Zoo zijn we dan tezamen gekomen in het mooiste gedeelte van ons land, het liefelijk gelegen Bussum in het hartje van het Gooi. Reeds bij het binnenstoomen van de spoortreinen, begrepen we al, dat de organisatie van dezen dag niets te wenschen zou overlaten. Daar stonden op de kruispunten der wegen, die naar „Concordia" voerden, leden van de afdeeling Bussum, kenbaar aan hun geel-blauwe strikken, om de niet ter plaatse bekend zijnde imkers den weg te wijzen naar het gebouw van samenkomst.

Toen wij binnenkwamen, werd nog de laatste hand gelegd aan de encradreering van het gebouw, nl. het in top hijschen van de Vaderlandsche vlag. Daar zagen wij het Bestuur van Bussum (of de regelingscommissie) gezeten bij den ingang en we zagen het aan de opgewekte gezichten, deze dag kón niet verkeerd gaan. Tot nu toe had alles medegewerkt. Er hadden zich plm. 350 deelnemers(sters) uit nagenoeg alle deelen van het land aangemeld (sommigen wel wat op het laatste nippertje) en de organisatoren wisten, dat zij het vertrouwen hadden van de bezoekers, omdat zich voor het zwakke punt (koffietafel) bijna 300 personen hadden aangemeld.

Wie deze keer de koffietafel gemist heeft, heeft een groot deel van de intieme gezelligheid gemist. Daar waren aan tafeltjes gezeten het (Hoofdbestuur en de afdeeling Bussum plus pers en genoodigden aan lange tafels in het midden) de deelnemers(sters) en de verzorging door de Directie van Concordia was in één woord Up to Date! Royaal, tegemoetkomend, zelfs hartelijk, zooals het een goeden Hollandschen gastheer betaamt. Een strijkje illustreerde de koffietafel muzikaal en de bloemetjes gaven aan het geheel een fleurig en kleurig aanzien.

De Voorzitter, pas van verre reizen teruggekeerd, had een prettigen taak allen een hartelijk welkom toe te roepen. In zijn openingswoord dankte spreker de regelingscommissie voor de prima organisatie. Het speet Voorzitter, dat verschillende Regeeringspersonen bericht hadden gezonden van verhindering, vooral Z. E. Minister Kan, welke spreker hier persoonlijk zijn bizonderen dank had willen overbrengen voor hetgeen deze voortvarende Minister voor de Bijenteelt had gedaan en nog deed, zooals thans weer gebleken is, door zijne medewerking te verkenen bij de studie en onderzoek naar de bijenziekten.

Ook werd een bizonder welkom geheeten aan den Burgemeester van Bussum en aan de beide sprekers van dezen dag. Spreker besluit met de wensch, dat deze Imkersdag eene zal zijn van groote beteekenis voor de Vereeniging. De Voorzitter van afd. Bussum, de nu wel zeer bekende heer A. Vos, heette zijne gasten hartelijk welkom. De vraag was in de Vereeniging geopperd of Bussum nu wel een geschikte plaats was om eene imkersdag te organiseeren. Spreker herinnerde aan het wapen van Bussum, dat 5 boekweit-korrels in haar schild heeft staan. Boekweit en heide zijn de gezochte plaatsen voor imkers en de bijenteelt is dan ook in deze omgeving van groote beteekenis geweest.

Daarom speet het spreker, dat het bestuur van Stad en Lande van Gooiland afwijzend beschikt had op eene aanvrage om subsidie voor dezen dag en ook aan het niet antwoorden op een soortgelijke vraag aan Bussums Gemeentebelangen, wiens Voorzitter, blijkens een berichtje in een van de bladen, als de dood zoo bang was, dat in deze villawijk een bijtje een kamer zou binnenkomen. Spreker wenschte vervolgens den deelnemers een prettigen dag toe.

De aangename, prettige en hartelijke welkomstgroet lokte een lang en oorverdoovend applaus uit, waarna de eerste spreker Dhr. de Meza uit Santpoort zijne inleiding hield n.l.: „Het toevoegen en verwisselen van Koninginnen."
Alvorens met zijn onderwerp een aanvang te maken bracht dhr. de Meza, namens den Voorzitter van de Duitsche-Oostenrijksche Wanderversammlung, welke kort geleden te Keulen gehouden was, een Imkersgroet over. Vervolgens gaf spreker een overzicht over de mislukkingen van het toevoegen van Koninginnen, welke volgens spreker te wijten is aan onbekendheid met het leven der bijen. We dienen ons af te vragen hoe lang het moerloos volk in dien toestand verbleef, of er nog eieren en broed aanwezig is e.d.

Moerloosheid brengt in het volk een groote consternatie. Er moeten veel voedsterbijen aanwezig zijn, anders gelukt het toevoegen niet. In verband hiermede wees spreker op de voedersaptheorie van Dr. h.c. Gerstung. Wij schenken nog veel te weinig aandacht aan de samenstelling van het voedsel en in verband hiermede wees spreker op de vermoedelijke oorzaken van de Nosèma. Moeielijk is volgens spreker het invoegen van een moer in een moerloos volk; het verwisselen van moeren is echter gemakkelijk en slaagt als regel voor 95%.

Spreker hechtte niet zooveel waarde aan de nestreuk, doch meende, dat wat als nestreuk beschouwd werd heel iets anders is, n.l. draadloos verkeer tusschen de bewoonsters van een volk onderling. Spreker noemde de verschillende in den handel zijnde kooitjes om moeren toe te zetten, doch moest zich wat het toezetten zelf betreft te zeer beperken, omdat een spreektijd van een half uur voor dit onderwerp, dat zoo uitgebreid is, te kort was.

Van de gelegenheid tot gedachtenwisseling maakten gebruik de heeren v.d. Puttelaar te Amsterdam, van Ek te Leiden, van Houten te Soestdijk en ter Burg te Utrecht. Dhr. v.d. Puttelaar meende, dat nestreuk wel een groote rol speelt en wees in dit verband op eene ervaring dit jaar van een moerloos volk, dat rijkelijk met pepermuntwater besprenkeld een moer gewillig aannam. De humoristisch gehouden speech lokte veel lachlust en een langdurig applaus uit. Dhr. van Ek vroeg naar het huilen van een moerloos gemaakt volk, dat nog in het volle bezit is van materiaal om moeren te fokken. Spreker had nog nimmer bij zoo'n volk een huilen als door den inleider bedoeld opgemerkt. Dhr. van Houten vroeg naar een geval waar eene eier-leggende werkbij aan het woord geweest is, terwijl dhr. ter Burg te Utrecht, welke veel darren in zijn volk gefokt had, geen zwerm ervan kon krijgen. Bij het geven van een gesloten moerdop, werd de oude moer uitgedreven. Dhr. de Meza beantwooidde de vragers naar hun wensch.

Toen kwam aan het woord dhr. Stienstra te Leeuwarden met het onder werp; „De groote zeemerij, het herstel van de bedrijfsimkerij." Het in het Meinummer blz. 78 voorkomende artikel van den inleider ontslaat me van een verder verslag over die inleiding. De inleider gaf het H.H. in overweging, om een prijsvraag uit te schrijven voor een goedkoope bijenwoning voor de heide-imker en om eene commissie te benoemen, om de plannen tot een groote zeemerij te ontwerpen en op de e.v. Alg. Verg. een voorstel in te dienen.

Aan de bespreking hierover namen deel de heeren Groenewoud te Utrecht, v.d. Puttelaar te Amsterdam, ter Burg te Utrecht en Kemperink te Enter en tot slot ook de Voorzitter.
Tusschen deze beide inleidingen nam de burgemeester van Bussum het woord en intuitief voelde hij, dat imkers rustige menschen zijn. Spreker hoopte, dat de imkers bij de verkiezingen voor de gemeenteraden imkers als candidaat zouden stellen, zij zouden daarmede alle Nederlandsche burgemeesters een weldaad bewijzen. Deze dag is reeds geslaagd zeide Z. Edelachtbare en het speet hem, dat ambtsbezigheden hem thans elders riepen. Met een wensch tot prettig bijeenzijn en een aanmoediging om in het prachtige Bussum nog eens terug te komen verliet spreker de vergadering.

Na de inleidingen nam de Voorzitter het woord om een woord van dank uit te spreken aan den inleiders van dezen morgen. Spreker las tevens een zoojuist ingekomen telegram voor van Dr. Winkel welke wegens ongesteldheid niet aanwezig kon zijn en de groeten overbracht aan de vergadering. Toen begaf zich het gezelschap aan de keurig verzorgde koffietafel. Hoe geanimeerd dit gedeelte was en hoe keurig een en ander verzorgd, laat zich op bijgaande foto beter zien, dan beschrijven.

Intusschen reden de autobussen en auto's voor waarvan enkelen welwillend door de E.N.T.A.M. te Amsterdam waren beschikbaar gesteld. De tocht naar Bantam was schitterend en de wandeling door dit prachtige landgoed in een woord een bezoek aan Bussum alleen reeds waard. De aldaar opgestelde bijenstand van de afdeeling Bussum kon geen mooier plekje verlangen.

Vervolgens reden we naar de hofstede Oud-Bussem, waar we door den Heer Floris Vos persoonlijk werden verwelkomd en door hem met milden hand sigaren werden uitgedeeld en tevens brochures over de hygiënische melkwinning, waarvan bizonder werk wordt gemaakt en de stelregel is, de melk regelrecht van de koe naar de consument te brengen. In een humoristisch speechje dankte dhr. Vos voor de eer welke wij hem aan gedaan hadden, om in zoo groote getale zijn boerderij te bezichtigen. Ons blad heeft te weinig plaatsruimte om alles wat we daar zagen te beschrijven, waarom we het geheel maar samenvatten in de woorden prima, prima, prima. De Voorzitter dankte dhr. Vos voor zijne gastvrijheid en meer dan hartelijke ontvangst.

Toen werd naar Valkeveen afgereden, waar de dag besloten werd onder het genot van een heerlijke kop thee met Larensche dennekoek en wij verder eenige genoegelijke uren aan het Zuiderzeestrand doorbrachten. Het dankwoord van onzen Voorzitter aan de afdeeling Bussum uitgesproken was zeer op zijn plaats en werd door langdurig luid handgeklap onderstreept. Aan alles komt een einde, zoo ook aan dezen dag en welvoldaan met dankbaarheid in het harte en met respect voor de in een woord schitterende organisatie keerden de deelnemers naar hunne woonsteden terug.
RED.