De „Apis Club", de Internationale Vereeniging van bijenvrienden.

In 1909 werd bovengenoemde club in Londen opgericht ten dienste van de Moderne Bijenteelt, om tevens aan te kweeken een geest van vriendschap tusschen bijenhouders van alle landen, met het doel hun kennis van de teelt uit te wisselen en hunne materiëele belangen te bevorderen.

Naar aanleiding van het voorkomen der Nosèmaziekte in ons land heeft, zooals bekend, het Hoofdbestuur aan Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw het verzoek gedaan aan mij opdracht te geven de vergaderingen van deze club in Genève en Bern bij te wonen.
Terwijl ik hoop nader op een en ander terug te komen, wil ik hier slechts aanstippen, dat de 4 dagen welke ik het genoegen had onder imkers, wetenschappelijke en practische, van 12 verschillende landen te verkeeren, inderdaad volkomen het cachet droegen van het doel, dat de club zich voor oogen stelt. Er is een groot program afgewerkt.

De eerste dag was uitsluitend gewijd aan bijenziekten, waarvan de beruchte mijtziekte, welke wij gelukkig niet of nog niet kennen, bovenaan stond. Den tweeden dag hoogstbelangwekkende vragen op biologisch gebied. Tevens heeft ondergeteekende een kort overzicht gegeven van de voorkomende bijenziekten in ons land, waarbij ik heb mogen constateeren, dat wij t.o.v andere landen ons waarlijk bevoorrecht mogen noemen en ik het dubbel en dwars onzen plicht acht, gezien datgene wat elders ter bestrijding gebeurt en de offers aan tijd, moeite en geld gebracht, niet laks te zijn of schuw of zelfs afkeerig van die maatregelen noodig om onzen bijenstapel te beschermen tegen de gevaren door ziekten. Wij moeten niets verbloemen. Dat is ten nadeele van onze eigen belangen, struisvogelpolitiek, die op teleurstelling zal uitdraaien.

Den vierden dag de practische bijenteelt kunnen bewonderen, want bewondering verdient het stoere werk der Zwitsers. Wat is er van hen te leeren! Toen wij den laatsten middag op een schoone plek van het Berner-Ober-land bij elkaar waren en wij afscheid namen van het gastvrije land, werd mij verzocht de hartelijke groeten over te brengen aan de Hollandsche imkerbroeders, hetgeen ik door ongesteldheid verhinderd dit te doen, op den imkersdag, langs dezen weg ter uwer kennis breng.

Voorburg,
A.J. WINKEL.