Honinghandel.

Veel wordt er in de verschillende bijenbladen geschreven. De een heeft dit, de ander dat ondervonden. Allen zijn het er echter over eens, dat het met de honingafzet in ons land niet in orde is. Wat ziet men? Het product uit de ronde korf, de z.g. ruwe honing gaat voor 50 à 60 cent per Kilo vlot van de hand. In 1927 verschenen zelfs buitenlanders op de markt die 60 cent en meer voor 't bruto gewicht van de korf met bijen, broed en raat boden. Voor de korf met opzetten, krammen, levende bijen werd 8 pond afgetrokken, terwijl de leege vormen franco werden teruggezonden.

Moet deze handel dan coöperatief worden aangevat? M.i. niet. De gemiddelde prijs van ongeveer 25 cent per pond voor uitgebroken honing, waaronder vaak veel rommel, is nog zoo slecht niet. Anders is het gesteld met de slingerhoning en fijne heideraathoning. Dit zijn twee producten, welke zich zeer goed voor coöperatieve afzet leenen. Gaan we rondom ons eens de coöperatieve bedrijven na, dan zijn het juist die, welke een eenvormig, eerste klas product afleveren, die bloeien, zooals de roomboterfabrieken, de aardappelmeelfabrieken, exportslagerijen, die eerste klas bacon op de markt brengen, de eierverkoopcentrales, waar eierschouw en stempeling worden toegepast.

Zoodra dergelijke instellingen met tweede kwaliteit artikelen komen, is het met haar naam gedaan. Om deze redenen leenen slingerhoning en raathoning zich alleen voor coöperatieve afzet. En het is onze afdeeling handel, die er zich voor moet spannen. Het is moeilijk, dat dient te worden erkend. Steeds heb ik de groei van de omzet der afdeeling handel toegejuicht, al moet dan ook erkend worden, dat die omzet werd betaald uit de zakken der imker. Het ligt heelemaal niet in mijn bedoeling een verwijt aan de afd. handel te richten, maar wanneer deze afd. de afzet van honing kan bevorderen, dan kwam dit in de eerste plaats ten goede aan de leden van onze vereeniging.

Afdeeling handel dan zou kunnen trachten onder eigen vlag, desnoods zonder rijks-honingmerk, slingerhoning en raathoning in den handel te brengen op de volgende voorwaarden. De slingerhoning verpakt in pondsflacons, duidelijk aangevende, dat het onze vereeniging is, die voor qualiteit en verpakking instaat. De prijs moet betrekkelijk laag zijn. B.v. in de winkel 50 cent per flacon, want een hoogere prijs mag niet worden gevraagd in verband mei de jamprijzen. Dan houdt men koopers. De raathoning in pondsblikken. Dit behoeven volstrekt geen vergulde, gesoldeerde blikken te zijn, waarvan het deksel met scharnieren is bevestigd. Dun vertind blik is voldoende, terwijl gevelsde naden veel zindelijker en goedkooper is. De winkelprijs per pond met blik zal zoo ongeveer 60 cent moeten bedragen.

De imker krijgt dan per pond voor slingerhoning ongeveer 35 cent, voor raathoning 45 cent. Deze prijs zal de meesten laag toeschijnen. Door rechtstreeksche verkoop aan particulieren maakt men waarschijnlijk meer, maar voor vele imkers is het zeer onaangenaam persoonlijk hun honing ten verkoop aan te bieden. Dezen zullen gaarne met genoemde prijzen genoegen nemen om ontslagen te zijn van de steeds weer terugkeerende moeilijkheid bij de afzet van zijn product. En zal afdeeling handel concurreerend kunnen optreden, dan mag de inkoop in den beginne niet te hoog zijn, want het voeren van een gepaste reclame kost ook nog al iets.
Dw.
S.C.