Welke bijenwoning.

Over dit onderwerp schrijft de heer S. C. te Dw. (zeker Dwingelo afd. Beilen, waar de imkerij gebaseerd is op verkoop van 't product aan Duitsche kooplieden).

Ik zal zeer kort zijn om hieromtrent mijn meening te zeggen. De heidehonig is m.i. van zeer goede kwaliteit. Eén eigenschap bezit hij boven andere honigsoorten, n.l. dat men er raathonig van kan winnen, die zeer lang voor de consumptie geschikt blijft. Dat is de taaivloeibaarheid, die hij van meetaf bezit en waarin slechts langzaam verandering komt. Dit heeft ook weer een schaduwzijde, want heidehonig laat zich moeilijk slingeren.

Hoe dit alles ook zij, de heidehonig is van zeer goede kwaliteit; maar de imkers winnen en verwerken hem verkeerd. Het op zich zelf zeer goede product maken ze minderwaardig. Daar zit de kern van de zaak, de oplossing voor een groot deel van 't z.g. honigvraagstuk. Dit vraagstuk kan voor een goed deel terug gebracht worden tot de vraag: hoe win en hoe verwerk ik den op de heide gewonnen honig, zoo, dat 't product zijn volle waarde behoudt?

In den laatsten tijd zijn verschillende systemen genoemd, waarvan, dat met tusschenzetsel 't meest eenvoudig is, de expresse bedoeling heeft daarbij voorgezeten, zoo weinig mogelijk van het werken met den gewonen strookorf af te wijken. De groote bedoeling zit er in een stuk van 't honigvraagstuk op te lossen. Ik kom er tegen op dit pogen in de kiem te smoren, door er laatdunkend over te spreken. Laat men 't liever eens ernstig probeeren.

Het is een bewezen zaak, dat 't bedrijf van den heide-imker, die voor de bakkerij werkt niet loonend kan wezen. Daarom moet al 't zoeken er naar zijn: hoe win ik den heidehonig zonder deze uitstekende waar tot een minderwaardig product te maken en dan komt de vraag, hoe wordt hij verwerkt zonder in waarde te dalen. De oplossing dezer twee vraagstukken is die van 't honigvraagstuk. Het schijnt wel, dat men daarvan veel te weinig doordrongen is.

Als ik nu een antwoord moet geven op de vraag, welke bijenwoning? Dan is 't antwoord, het moet een woning zijn, waarin een maximum aan zuiveren raathonig is te winnen. Alle pogingen, welke in die richting gaan, moeten worden aangemoedigd. Het streven der voorgangers moet daarop gericht zijn en de man, die de oplossing vindt is goud waard.

H. STIENSTRA.

De moderne bijenstand, eigenaar dhr Jos.v.d.Broek te terwinselen.



Bijenwonigen in Portugal.
foto welwillend afgestaan door dhr. E. Veen te Zaandam