Iets over het winnen van heidehoning.

Op den 6den Imkersdag, op 18 Augustus l.l. te Bussum gehouden, hield de heer Stienstra een inleiding, waarin Z.Ed. o.a. deed uitkomen dat over het algemeen de heidehoning slecht gewonnen wordt, omdat men geen bijenwoning bezit, die eenvoudig is en tevens de mogelijkheid biedt een groot gedeelte van den heidehoning als volwaardig product te winnen; behalve de Mellona-korf, dien hij hiervoor aanbeveelt.

Spreker verzocht derhalve het Hoofdbestuur een prijsvraag in deze kwestie uit te schrijen, om te komen tot een eenvoudige, goedkoope bijenkast. Deze uiteenzetting geeft mij aanleiding het volgende over het winnen van heidehoning te zeggen: Nederland bezit nog groote heidevlakten, die echter bij ontginning blijken in kwaliteit van grond zeer te verschillen. Zoo komt het ook dat de heide-lioning, in verschillende streken gewonnen, in kwaliteit zeer van elkander verschilt. In ons land zijn mij zelfs streken bekend, waar de heidehoning voor de consumptie minder geschikt is.

Het is derhalve voor den imker, die heidehoning winnen wil van groot belang 1e te weten of een streek goeden heidehoning oplevert en 2e moet hij beslissen of hij heidehoning „slingeren" wil of dat hij hem als „raathoning" wenscht te oogsten. In het eerste geval moet de imker kunstraat gebruiken, waardoor het mogelijk is de raten met een honinglosser hetzij „Triumph" of „Erika" te bewerken, vóórdat ze in de centrifuge geplaatst worden, hetwelk bij gewonen bouw niet goed mogelijk is.

Het rationeele gebruik van kunstraten is evenwel alleen in bijenwoningen met lossen bouw mogelijk. Hoe die woningen overigens zijn ingericht, speelt o.i. voor het bovengenoemde doel geen groote rol. Alleen achten wij het wenschelijk, dat de raamgrootte in een streek of beter in het geheele land gelijk is, niet alleen in 't belang van de teelt, maar vooral met het oog op het winnen van raathoning, die in doozen van eenzelfde afmeting verpakt en in den handel dient gebracht te worden.

Vele imkers leggen zich nu reeds op het winnen van raathoning in Amerik. sectieraampjes toe, anderen gebruiken honingraampjes, die 35 tot 40 c.M. breed zijn. Meer eenheid zou evenwel ook in dezen aanbeveling verdienen. Wil men derhalve ook op de heidevelden zuiveren slingerhoning of raathoning winnen, dan dient men zijne bijenvolken in woningen met lossen bouw te huisvesten, die hoe verschillend ook overigens ingericht, toch éénzelfde raammaat moesten bezitten.

De Vereeniging tot bevordering der Bijenteelt in Nederland heeft sedert jaren propaganda voor Keltings Simplexkast gemaakt, die betrekkelijk goedkoop is. Maar nog goedkooper is de Gravenhorstsche Boogkorf, waarmede men zoowel Slingerhoning als ook Raathoning kan winnen. Ik wil slechts aantoonen dat men zoowel met de Simplexkast als ook met de Gravenhorstsche Boogkorf ook heidehoning op de meest zindelijke wijze en ook in den gewenschten vorm winnen en oogsten kan. De Gravenhorstsche Boogkorf is ons echter gebleken de eenvoudigste, goedkoopste en beste bijenwoning met lossen bouw voor het reizen en het winnen van raathoning en slingerhoning te zijn, vooral sedert wij daarbij tijdelijk de afscheidsplank, voorzien van koninginnerooster tot op den bodemplank gebruiken en een zoogen. bouwraampje. Onze zwaarste boogkorven wogen, toen ze op 1 Aug. l.l. voor den tweeden keer met honing gevuld waren, 80 tot 85 pond per korf. Wij kunnen derhalve deze bijenwoning, mits goed gevlochten, vooral den heide-imker ten zeerste aanbevelen.

Tenslotte willen wij er nog op wijzen, dat het o.i. aanbeveling zou verdienen, dat onze Vereeniging eens een prijsvraag ging uitschrijven voor de beste inrichting, in ramen en boogjes aan te brengen, tot het winnen van raathoning in kleine blokjes of bakjes uit glas, die door de bijen gevuld en verzegeld, op de ontbijttafel kunnen worden opgediend. Hiervoor is het noodig, dat men zich eerst oefent in het laten uitbouwen van eenzijdige raten, zooals wij die vroeger reeds door de bijen hebben laten uitbouwen en in 1903 op de Tentoonstelling te Winterswijk getoond hebben. Wanneer men zich hiervoor interesseert, ben ik gaarne bereid hiervoor nader te berichten.

Dinxperlo, 21 Augustus 1928.
H.A. BEIL.