Bij den aanvang van het jaar 1929 wenschen wij onzen leden, lezers, medewerkers, adverteerders en al diegenen, welke rechtstreeks of zijdelings bij ons Maandschrift betrokken zijn een voorspoedig jaar toe. Moge al hun goede wenschen in vervulling gaan en zij bij voortduring belang blijven stellen in de bijenteelt.
Wij denken ook aan onze bijtjes waarvan wij hopen, dat zij dit jaar verschoond mogen blijven van ziekten, waarmede velen van haar in het afgeloopen jaar kennis maakten en wij voegen daarbij de hoop, dat dreigende ziekten buiten onze landspalen mogen blijven. Dat wij haar toewenschen een mild honingjaar spreekt wel vanzelf, maar ook wenschen wij haar een door den imker vakkundige behandeling toe.

Het zou mij niet verwonderen, indien men bij het ontvangen van ons Groentje zich eerst even de oogen uitgewreven heeft, om eens goed te kunnen zien of dit nu werkelijk de trouwe raadgever was, welke ons elke maand van het lief en leed onzer bijtjes kwam vertellen. Ja het is ons oude trouwe Groentje dat de post U thuisbezorgde en naar wij hopen, U nog tal van jaren thuisbezorgen mag. Het is een beetje smaakvoller aangekleed en ook innerlijk heeft het eenige verandering ondergaan, eene verandering welke wij hopen, dat een verbetering zal zijn. O, wij weten het maar al te goed, dat veler wenschen nog verder gaan, want zegt niet een oud rijmpje:

Je kunt 't zóó niet maken,
Of d'een zal 't prijzen, d'ander 't laken!

Voor het smakelijker aankleeden van ons Groentje zeggen we in de allereerste plaats dank aan de teekenares, welke op een haar onbekend terrein zulk een prachtig werk leverde en in de tweede plaats gaat onze dank uit naar Dr. de Boer, welke met zulk een enthousiasme medegewerkt heeft, om uit verschil van opvattingen, tot zulk een heerlijk resultaat te komen.
Vervolgens danken wij die heeren, welke zich zonder bedenken bereid verklaarden, om de verzorging op zich te nemen van bepaalde rubrieken en wij gelooven, dat ons Groentje met hunne medewerking in waarde zal stijgen. Zoo zetten wij het nieuwe jaar goed in en wij hopen, dat deze verbeteringen door onze leden en lezers gewaardeerd zullen worden en dat zij overtuigd mogen zijn, dat niets nagelaten wordt, niet slechts om de bijenteelt te bevorderen, maar ook om hun kennis zooveel mogelijk te verrijken.

Ons plan is, om het Groentje een systematische indeeling te geven, waarin men elke maand vaste rubrieken terugvindt, aangevuld met artikelen van diversen aard. Dat is ons plan! Zal het te verwezenlijken zijn? De ervaring leerde ons, dat plannen soms jammerlijk in duigen worden gegooid door onvoorziene omstandigheden. Om ons plan tot werkelijkheid te maken, hebben wij dan ook de medewerking noodig van al onze leden. In de eerste plaats verzoeken wij onzen afdeelingssecretarissen hunne berichten zoo beknopt mogelijk op te stellen en wat in enkele woorden gezegd kan worden, niet met de el uit te meten. Wij zijn de eersten om te erkennen, dat afdeelingsberichten veel propagandistische waarde kunnen bevatten, doch gezien de geringe plaatsruimte moeten wij om bekorting verzoeken. Ditzelfde geldt in mindere mate voor sommige medewerkers, doch vooral voor hen, welke op elk geschreven woord kritiek willen uitoefenen, zonder andere wegen aan te wijzen. Wat heeft men er b.v. aan, als een schrijver meent een bedrijfswijze, een inzicht of i.d. als fout aan te rekenen, zonder dat hijzelf een betere aangeeft? In ons Groentje is plaats voor elke gezonde meening, doch aan artikelen zonder strekking heeft de lezer weinig, aan afbreken niets, als er geen nieuwbouw voor in de plaats komt. Onnoodig te zeggen, dat voor artikelen van persoonlijken aard geen plaats verleend zal worden. Dergelijke artikelen komen onherroepelijk terecht in de snippermand. Wil men iets bekritiseeren, goed, maar laat de kritiek gespeend zijn van een persoonlijk element, laat de kritiek zakelijk zijn.

Vooral zullen wij gaarne plaats verleenen aan artikelen uit het bedrijf, practische degelijke artikelen, welke gaarne gelezen worden en den denkenden imker vaak van veel nut kunnen zijn. Ook voor de humor zal gaarne een plaatsje ingeruimd worden, opdat ons Groentje een gezellige huisvriend mag worden, die ernst en luim op zijn tijd weet te plaatsen. Wie zendt ons b.v. eens korte bijdragen voor onze toekomstige rubriek „Imkerlatijn"? Wie weet ons uit zijn korten of langen Imkersloopbaan geestige dingen te vertellen, wie helpt ons den vroolijken kant van het bijenhouden eens te laten zien? Wie verschaft ons komische teekeningen, of foto's welke verband houden met de bijenteelt, wie. . . . . maar hallo imkers, wij begrijpen elkaar, nietwaar?

Gij en ik zullen zorgen voor een prettig Orgaan en allen genieten wij ervan. Laten wij het maken tot een Orgaan onzer Vereeniging waardig.

JOH.A. JOUSTRA.