NAAR EEN GOEDKOOPE BIJENKAST.


Op den imkersdag te Bussum werd door mij aanbevolen te zoeken naar een goedkoope bijenkast, ten einde den heidehonig meer als raathonig te winnen. Ziehier nu een poging om tot zulk een kast te komen.
Eén factor ontbreekt mij echter, n.l. de massa-aanmaak en daardoor den lagen prijs. De bedoeling der kast is:
1. Zoo eenvoudig mogelijk te zijn.
2. Dat er gemakkelijk mee is te reizen.
3. Dat ze geschikt is er raathoning mede te winnen.
4. Dat ze goedkoop is.
5. Dat ieder deze kast kan namaken.

Over de zaak nadenkende, ontstonden er twee kasten. De eerste noem ik Heide-imkers-raathonig kast of „Hir" kast. Deze bestaat uit een broedruimte met 9 Simplex raampjes en een honigruimte met 9 raampjes. De tweede kast heet Heide-imkers-omhang-raathonig of „Hior" kast, waarmede de omhang-methode is toe te passen, omdat deze hoog genoeg is twee broedkamers boven elkaar te hebben, gescheiden door een separator.
Ook voor andere dan heide-imkers is deze kast bestemd.

De „Hir" kast.

Hiervoor raadplege men de beschrijving der onderdeden van a tot en met h.

a. Hierbij denke men zich de kast met oneindig dunne wanden, Breedte X Diepte X Hoogte = 35 X 46 X 45 c.M. Dit zijn dus de inwendige maten der kast. De houtdikte kan nu willekeurig worden genomen. Drie kwartiers hout zal dik genoeg zijn, anders neme men duims. De kast bestaat uit één vast deel met los deksel. Zooals zal blijken, zou de hoogte op 42 c.M. teruggebracht kunnen worden.

b. Het deksel is plat. Houtdikte naar binnen is een lijst breedte X dikte = 3X2 c.M. Deze zinkt in de kast, die daarna voldoende is gesloten, terwijl geen verdunningen aan 't hout zijn aangebracht.

c. Noem ik de broedraampjes-rust, deze wordt vast aan vóór en achterwand aangebracht, er ontstaat daardoor een ingesloten ruimte, buitenwerks 4 c.M dik, met de wanddikte dus een voldoende bescherming vormend. In den voorwand is 't vlieggat 16 c.M. breed en l c.M. hoog, de opening zet zich voort in de broedraampjes-rust en is van de omsluitende holte daarvan volkomen gescheiden. Het vlieggat is daardoor feitelijk een kanaal l c.M. hoog, 16 c.M. breed en wanddikte ± 4 c.M. lang. Ik noem deze inrichting broedraampjes-rust, omdat de raampjes erop rusten, zie fig. c.

d. De honigraampjes-rust. De voorgaande is aan den rugkant 23 c.M. hoog, deze 15 c.M. Hoofdverschil is, dat de honigraampjes-rusten los worden aangebracht. Ze kunnen willekeurig worden geplaatst en verwijderd. Men zal denken aan vastkitten. Zonder dit bezwaar over 't hoofd te willen zien, valt dit genoeg mee en bovendien zal bij doelmatig gebruik het verwijderen en herplaatsen maar enkele keeren per jaar noodig zijn.

d.1 Geeft een voorstelling der raampjes-rusten aan den bovenkant. De teekening is duidelijk genoeg en behoeft geen nadere verklaring. Het is als bij de Simplex, met dit verschil, dat de raampjes niet tegen de wand der kast steunen, maar tegen een lijstje. Voor 't uitnemen der raampjes een groot gemak. Bij 't sluiten komt op dit lijstje een dun latje, fig. k. en daarop de drie dekplankjes fig. f. Zelfde dekplankjes met latje liggen boven de broedruimte, als de honigruimte niet in gebruik is. In 't middelste plankje is de voederopening.

e. Stelt een broedraampje voor in de broedruimte hangende. De diepte der kast (van vóór- naar achterwand) is 46 c.M. Hierin gaat voor de twee raampjes-rusten 8 c.M. af, blijft 38 c.M. Een raampje meet buitenwerks 36 c.M., de latjes blijven dus l c.M. vanaf de rusten. Het bovenlatije is 43,6 c.M., de kastdiepte is 46 c.M. blijft 2,4 c.M., is de dubbele breedte van het uitstekende lijstje of 1,2 c.M. Tusschen de lijstjes zit 't raampje vast, zonder te knellen. Om de ooren van 't bovenlatje zitten de afstandblikjes, die de raampjes in de breedte op de plaats houden, zoonoodig klemt men met behulp van een dun latje op 't einde de raampjes vast. Bovenkant lijstje vormt met bovenkant afstandblikjes een horizontaal vlak. Buitenwerks is een raampje 22 c.M. en blijft dus l c.M. van den bodem. Wenscht men dien afstand grooter, dan neemt men den rugkant der raampjes-rusten iets meer dan 23 c.M.

f. Zijn de reeds genoemde drie dekplankjes. Door 't latje bij k. blijft de onderkant l c.M. vanaf het bovenlatje der raampjes. De bijen kunnen daardoor gemakkelijk van 't eene op 't andere raampje komen en bij 't sluiten is er geen nood, dat bijen worden doodgedrukt. In 't middelste plankje de voederopening 7 c.M in doorsnede. Hierin kan men een flacon plaatsen met in het deksel kleine openingen. Is de flacon gevuld, dan moet de vloeistof niet door die openingen wegloopen; maar de bijen zuigen door de fijne openingen de flacon in korten tijd ledig. De flacon kan niet hooger dan 20 c.M. zijn. In de voederopening kan men ook een Zeppelin-toestel plaatsen, dan kan men voeren zonder in directe aanraking met bijen te komen.
Overigens is 't voeren door 't vlieggat met een inrichting als 't Liedlof-voedertoestelletje gemakkelijk. Ik doe 't met de zooeven genoemde honigflacon, door die te plaatsen in een bakje, vóór 't vlieggat, zonder gevaar voor rooverij.

g. Hiermede wordt de voederopening gesloten.

h. Is 't reisraam. Het bestaat uit ijzergaas, ingesloten tusschen twee latten l c.M. dik en om ook als separator te kunnen dienst doen ruim 4 c.M. breed. Het sluit de bijen volkomen af. Het vlieggat kan door een metalen schuifje worden gesloten. Bij 't reizen naar de heide is de kast als volgt gevuld: eerst de broedruimte 23 c.M. hoog, dan de honigruimte 15 c.M. en vervolgens 't reisraam 2 c.M. totaal 40 c.M., de rand van de kast is dan nog 5 c.M. daarboven. De kasten kunnen naast en op elkander worden gestapeld. Het reizen is met deze kast bijzonder gemakkelijk.

De “Hior” kast.


De Hir-kast is gedacht als zeer eenvoudige heidekast. Een uitbreiding ervan is de Hior-kast. Hiermede moet de omhangmethode uitgevoerd kunnen worden, waarbij gedurende een zekeren tijd twee broedruimten boven elkaar komen, gescheiden door een separator. Door dit alles moet de minst-hoogte 52 c.M. zijn, zooals zal blijken.

i. Geeft den voorkant aan van deze woning, weer gedacht met oneindig dunne omkleeding.
Van beneden af hebben we eerst het vlieggat, met daarvoor het naar links en rechts te openen vlieggat-schuifje, dan volgt de broedruimte, in e. is die aangegeven in doorsnede der diepterichting, hier in dwarsdoorsnede der breedterichting, vóór hebben we dus de broedruimte-rust met het kanaal, zie beschrijving onder c.
Boven de broedruimte ligt 't reisraam, dat nu dienst doet als separator. Hierin zijn de lijsten iets breeder dan 4 c.M., komen daarop nu de verdere raampjes-rusten, dan is 't geheele stuk ijzergaas zichtbaar. Het plankje in m. afgebeeld sluit den separator, het is 1 c.M. dik en bijna 23X38 c.M. Dit plankje kan dus, als de raampjes uit de bovenste ruimte zijn weggenomen, willekeurig worden geplaatst en verwijderd, iets wat bij ’t separeeren noodig is.

Het plankje is nu gelegd, daaronder zit ’t volk, geheel gesceiden van wat er boven komt. Nu leggen we op de lijsten aan vóór- en achterwand van den separator twee blokjes geteekend in l., metende 35X4X8 c.M. Uit een dier blokjes is een stukje weggenomen van 16 c.M. lengte en l c.M. hoogte, het andere is gaaf.

We leggen deze twee blokjes en daarboven de honigraampjes-rusten, samen zijn ze 23 c.M. hoog en daarmede is de ruimte gereed om als tweede broedruimte dienst te doen. Het eene blokje aan den voorkant vormt met de honigraampjes-rust een kanaal, dat precies communiceert met 't tweede vlieggat, dat dus vanaf den bodem tusschen 32 en 33 C.M. ligt. Boven op de rusten hangen broedraampjes, dan volgt een latje van l c.M. dikte, daarop de dekplankjes en onmiddellijk het deksel, dat door zijn 2 c.M. uitstekende lijst nu precies steunt op de dekplankjes.

De beteekenis van k., l. en m. is nu reeds aangegeven.

Gedurende zekeren tijd wonen nu twee volken geheel van elkander gescheiden boven elkaar. Eenigen tijd later volgt 't vereenigen, door eerst 't plankje m. weg te nemen, later ook de separator, die door een koninginnerooster wordt vervangen. Dan zakt 't blokje en is 't bovenste vlieggat afgesloten, ook de toegang tot het kanaaltje wordt versperd. Boven is geen koningin, het broed loopt daar uit en de cellen worden met honig gevuld, welke geslingerd kan worden.
Na 't slingeren verdwijnen de blokjes; men legt de honigraampjes op de achtergebleven honigraampjes-rusten en reist naar de heide om raathonig te winnen.

De werkmethode willen we later eenigszins uitvoerig beschrijven. Men raadplege de advertentie-kolommen, waarin we deze kasten, als werk van den gewonen timmerman beschikbaar stellen, waardoor de prijs natuurlijk hooger is dan als massaproduct, overigens stellen we het idee van deze kast ten algemeenen nutte.

H. STIENSTRA.