INGEZONDEN.


Perspectief !


Hoezeer we ook in onze vereeniging bewonderen wat in den loop der jaren is tot stand gekomen, is er bij ons een gemis aan perspectief, betreffende de bijenteelt en wat daar direct verband mee houdt. We staan op het doode punt. En noch Imkersdagen, noch krachtige opwekkingen van onzen Secr. vermogen ons over dat doode punt heen te zetten.

Laten we b.v. eens nemen het vraagstuk der bijenwoning. Sinds de verschijning van het boek van Dr. Ootmar „De wonderen van het Bijenvolk" is er weinig of geen nieuws gebracht, of het moest zijn de Kuntzsch-Zwillingkast, die echter voor de meeste imkers te duur in aanschaffingsprijs is.
Kleine wijzigingen, o.a. „Tweevolkskast, Melonakorf, Verbeterde Beil's reiskast", zijn m.i. geen radicale middelen, doch slechts kleine veranderingen. Bij al deze kastvormen en korfvorm, bleef men het bestaande grondpricipe behouden.

De meeningen omtrent zwermverhindering, raammaat, plaats van het vlieegat bleven in hoofdzaak ongewijzigd, terwijl toch dit laatste van zulk een groot belang is. (Zie Dr. Ootmar's boek, bladz. 275 en vervolgens). Doch er is meer.

Telkenjare wordt het examen bijenteelt bij voldoende deelname afgenomen en is de klacht vernomen over zoo weinig candidaten. Waarom zou het geen aanbeveling verdienen, als het H B. tegen billijken prijs, schriftelijke lessen gaf?
Want aan theoretische en practische imkers hebben we behoefte. Ik weet wel, dat er nog imkers zijn, die, wanneer zij hooren dat hun mede-imkers koninginnenteelt toepassen, vragen: „Hoe doen ze dat toch?"
Doch laten we hen, die het de moeite niet waard vinden zich op de hoogte te stellen met de eenvoudigste vragen omtrent moderne teelt, buiten beschouwing laten; zoo blijft er nog een kern die reikhalzend uitziet naar nieuwe wegen, betere middelen om de teelt vooruit te brengen, 't zelf op eigen houtje trachten te ontdekken.

Toch lijkt mij na eenigen tijd van persoonlijk zoeken, de deelname van velen noodzakelijk, om, een in begin verkeerend of vergevorderde ontdekking te beproeven.

Een woord van hulde aan dezulken, die niet alleen imkeren met het leerboek in de hand, doch het verder gebracht hebben en nu naast hun theoretischen kennis, tijd en moeite zich getroosten, bij dieper nadenken, soms ook door bijzondere omstandigheden geleid, nieuwe wegen ontdekten en de teelt vooruit brachten.

Daarom had ik zoo graag gezien en ik denk van velen met mij, dat de Red. naar aanleiding van het artikel: „Nieuwe banen" van den Heer Jac. Schuurman in het „Groentje" van Nov. l.l., zijn naschrift anders gesteld zou hebben. Ons blad zij onze spreektrompet.
Ik maak er den Red. geen verwijt van, maar men zal het mij moeten toestemmen, dat vele onderwerpen in den treure herhaald worden, moeten herhaald worden, omdat er anders niets nieuws te vertellen is.

Een reden te meer om voor den Heer Schuurman een plaats in te ruimen, als 't moet een flinke gelegenheid te bieden zijn proeven bekend te maken.
En wanneer dhr. Schuurman blijkt te bezitten: „Een dosis optimisme, die bewonderenswaardig is, (zooals dhr. Joustra schreef in genoemd No. als te zijn gemeen goed van alle imkers) dan zeggen wij: „Hulde aan zoo'n Imker, die toont een bewonderenswaardig lid te zijn van onze vereeniging en door zijn toedoen onze belangstelling opnieuw wakker schudt, voor ons weer perspectief brengt in de moderne bijenteelt".
Dat hij spreke, zich overtuigd houdende van onze waardeerende belangstelling.

Uw mede-Imker,
J. ALBERTS.


NASCHRIFT REDACTIE.
Dat uit het onderschrift te lezen zou zijn, dat aan dhr. Jac. Schuurman geen plaats verleend zou worden voor de uitwerking van zijne bedrijfswijze, meent de Redactie te moeten betwisten. Integendeel, het plaatsen van het eerste artikel is wel een bewijs, dat ook door Red. het Groentje als een spreektrompet wordt beschouwd. En wij herhalen, wat wij reeds in ons onderschrift vermeldden, wij zien met belangstelling de nadere uitwerking van die bedrijfsmethode tegemoet.
Red.