Verslag van Afd. Handel over 1928.

Spraken wij in ons vorig jaarverslag de hoop uit, dat we in de loop van 1928 in het nieuwe pakhuis zouden zijn ingeburgerd, thans is die wensch vervuld en de Vereeniging beschikt over een net en degelijk pakhuis, waarin ruimte is voor Afd. Handel en tevens voor opslag- en denatureering van suiker.
Alles is dus thans bijeen en is overzicht en contrôle meer mogelijk geworden. De vele moeilijkheden in 1928 ondervonden met tweemaal verhuizen, het tijdelijk overbrengen in andere ruimten op eenigen afstand van het kantoor, wordt ruimschoots vergoed, door het genot en nut, dat het nieuwe pakhuis ons geeft. Wij hopen dan ook dat deze beide Afdeelingen der Vereeniging, mede door deze groote verbetering, meer nog tot nut en genoegen der leden kunnen werkzaam zijn. Afdeelingen en leden, organiseert eens een uitstapje naar Wageningen, en gaat eens zien wat daar is gebeurd en ge zult U dan overtuigen, dat met weglating van elke luxe een geheel is verkregen dat er wezen mag.

De omzet van Afd. Handel was in het eerste halfjaar beduidend minder dan in vorige jaren, zoodat we einde Juni een achterstand hadden van ƒ 6000,-. Dat dit voor een goed deel te wijten is aan het minder gunstige jaar 1927, kan reeds blijken uit den minderen omzet in kunstraat, plusminus 500 K.G. in 1927; de imkers hadden blijkbaar nog voorraad.

In totaal werd in 1928 verwerkt 1360 K.G. kunstraat tegen 1865 K.G. in 1927. Ook de omzet in kasten en korven was minder dan in 1927, doch was hierbij het verschil minder groot. Ook aan gereedschappen enz. werd nagenoeg voor gelijk bedrag omgezet. De omzet in was bleef plusminus 900 K.G. ten achter bij vorig jaar. De achterstand per 30 Juni werd gedeeltelijk ingehaald, doch niet geheel, zoodat de totaal omzet 1928 ƒ 4500.— beneden de totaal omzet van 1927 bleef.
Gezien de opgegeven mindere K.G. voor kunstraten en was, blijkt dus de achterstand voor het grootste gedeelte daarin te schuilen. De totale Bruto winst op Was en Kunstraat is dan ook ƒ 1353,60 lager dan in 1927, zooals uit vergelijking der beide rekeningen kan blijken.

Dat dit verschil een nadeelige invloed heeft op het eindcijfer der exploitatierekening is vanzelfsprekend. En waar 1928 nu met een verliescijfer sluit van f 957.—, daar mag zeker uit deze gegeven cijfers wel geconcludeerd worden, dat het niet is een teruggang tot vorige toestanden, doch een gevolg is, eenerzijds van ongunstig voorseizoen en anderzijds een gevolg van fluctuatie in den handel. Op het Was werd per K.G. minder verdiend dan in '27. Niettegenstaande deze mindere omzet betaalde Afd. Handel in het afgeloopen jaar uit aan Imkers en Leden der Vereeniging tot een bedrag van mim. ƒ 20000, voor Was, Honing en Bijenvolken.

Dit op te voeren tot een hooger bedrag zal het streven zijn van Afd. Handel. Terwijl we ons door de iets minder gunstige resultaten niet aanstonds laten ontmoedigen, zal dit tevens voor ons een baken zijn ter vermijding zoo mogelijk van ondiep vaarwater.
De Honinghandel is nog gelijk aan die in vorige jaren. Verbetering valt nagenoeg niet te bespeuren. Organisatie onder de producenten is m.i. de eenige weg tot oplossing. De verkoop naar Duitschland is voor den heideimker een uitkomst geweest en dat product is dan ook vrijwel geplaatst tegen redelijken prijs. Slingerhoning is weer aangeboden à tout prix, zoodat menig winkelier optrad als tusschenhandelaar en lager verkoopt dan Afd. Handel.
Idealen van hooger prijs zijn niet te bereiken wanneer niet de producenten zich organiseeren en onderling accoord maken en zich daaraan houden.
Mogelijk kan een klein imker in eigen omgeving wat verkoopen tegen hooger prijs, de groot-imker maakt die prijzen niet en is zelfs blij zijn product te plaatsen tegen middelmatigen prijs. Nog wachten partijen zomerhoning op koopers. Zal de invoering van Rijkshoningmerk verbetering brengen? m. a. w. zal het publiek het Ned. Product prefereeren boven Buitenlandsche producten? Mogelijk wel, doch dan zal de Nederlandsche Imker moeten zorgen dat zijn product uitsluitend prima is en misschien enkele drachtplanten moeten uitschakelen of wel de daarop gewonnen honing in lagere orde moeten rangschikken. Wij denken hierbij aan honing uitsluitend gewonnen op kruisbessen. Mosterd en koolzaad e.a. daar deze honingsoorten ook, al zijn deze prima gewonnen en bereid, bij het publiek in 't algemeen niet gewild zijn en wegens snelle versuikering.

Met een woord van dank aan de commissie van Bijstand voor haar bemoeiïngen en de medewerking ook in 1928 ondervonden, besluiten wij dit verslag.

Dir. Afd. Handel,
J. v.d. BEND.