FLORALIA

Actinidia arguta.


De aandacht wordt gevestigd op deze zeer goede bijenplant. In een prijscourant staat zij aangeboden voor 90 cent, met het bijschrift „wordt zeer aanbevolen". Ik voeg dit hierbij, omdat men mij verzekerd heeft, dat het kweeken van deze plant teleurstelling geeft.


De foto is genomen half Mei 1929 in het Arboretum te Wageningen, de vorst deed haar dus geen schade. Het is een slingerplant, die uit het Oosten van Azië reeds vele jaren geleden is ingevoerd en daar hoog op de bergen voorkomt, in de Revue Horticole van 1874 komt een beschrijving van dit geslacht voor. Zij kan dienen tot begroeiing van een berceau of van het staketsel van een prieel. De plant op de foto is tegen een paal, aan den top van een ijzeren ring voorzien, ruim 2 Meter hoog opgeleid. De talrijke loten hebben zich in alle richtingen naar den grond gebogen, zoodat deze nu een wijd uitgespreid groen kleed om dien stam vormen.

Zoo gegroeid is het een schitterend ornament op een groot gazon van parken en tuinen. De jonge loten bezitten een sterke groei worden het eerste jaar meters lang. Uit de koppen ontwikkelen zich zijloten van verschillende lengte, waarvan velen bloemknoppen dragen. Ik telde op een willekeurig deel, ter lengte van mijn arm, van één loot, 17 bloemdragende zijloten elk ongeveer 2 d.m. lang. In de oksel van een bladsteel komen l, 2, of 3 bloemknoppen voor. Iedere zijloot kan tot 13 bloemen voortbrengen. Er is dan ook een rijke bloei De bloemen openen zich eind Juni en worden bij gunstig weer talrijk door bijen bezocht.

L.J. van RHIJN, Wageningen Juni 1929.

.-.-.-.-.-.-.

Blühen und Fruchten der Insectenblütigen Garten- und Feldfruchte
unter der Einflusz der Bienenzucht,

von Prof. Ewert 1929.

De onderzoekingen van de oorzaak van de onvruchtbaarheid van velen zelfs goed verzorgde kultuurgewassen gaven steeds tot resultaat, dat die onvruchtbaarheid in hooge mate afhankelijk is van kruisbestuiving en dat daarbij de bijen den grootsten invloed hebben. Er was tot heden geen handboek, waarin de vorderingen van deze onderzoekingen, waren samengevat. Prof. Ewert heeft deze leemte aangevuld hij heeft dit op schitterende wijze uitgevoerd in zijn nieuwste werk en hij kon dit doen, omdat hij van dit deel der plantenBiologie een speciale studie maakte.

Het eerste deel van dit boek bevat de bevruchting, het ontstaan der bloemknopvorming en de gevolgde onderzoekingsmethoden.
Het tweede deel de bloemvorming en vruchtvorming van een lange rij van bekende ooftsoorten en landbouw cultuurplanten, verder van enkele tuin- en veld planten.
Talrijke meestal zelf vervaardigde foto's zijn in den tekst opgenomen. Iedere tuinier en vruchtenkweeker zal dit werk met genoegen bestudeeren en er in de pracktijk voordeel van hebben. Het boek is kostbaar, daarom vestig ik er de bijzondere aandacht op.

Onder de behandelde perensoorten komt natuurlijk ook voor de bekende Bonne Louise 'd Avranche, synoniem Louise de Jersey. Deze peer is gewonnen uit een zaailing in 1788. Monsieur Laksné, president van de tuinbouwvereeniging te Avranches in Frankrijk, deelde hierover het volgende mede: in een tuin van onze stad, eigenaar Monsieur Logueval, waren eenige zaailingen van peren opgekweekt. Zijn vriend Abbé Le Berryais overleden in 1807, een toenmaals bekend tuinbouwkundige, kwam deze zaailingen bekijken, een ervan viel hem bijzonder op, en hij raadde de vruchten er van later te keuren. In September middagmaalde M. Le Berryais bij zijn vriend en bij het dessert werden deze peeren geserveerd. Alle gasten roemden den smaak er van, waarop werd voorgesteld deze peer te doopen. Nu heette de gastvrouw Louise en als een bewijs van hulde aan haar, werd besloten deze peer Bonne Louise te noemen, met de toevoeging Avranches.

L.J. VAN RHIJN, mei 1929.