Zoo is dan eindelijk de lang verbeidde dracht gekomen en hebben de bijtjes haar hart kunnen ophalen aan de zoete nectar, die moeder natuur in de heerlijke Julimaand zoo rijkelijk en in zoo'n groote verscheidenheid onzen immen bood. Het schijnt, dat we het tegenwoordig bijna uitsluitend van hittegolven moeten hebben, want in de warme dagen die we hebben doorgemaakt, werd het heerlijke natuurproduct met Kilogrammen de woningen binnengedragen.

En wat zal de heide dit jaar doen? De Heer H. Stienstra te Leeuwarden zond mij een groot aantal vragen met betrekking op de mislukkingen tijdens de heidedracht verleden jaar en op de komende dracht in Augustus en September. Het spijt me deze vragen niet te kunnen beantwoorden, al zou het wel gewenscht zijn, indien omtrent drachtvelden e.d. wat meer bekendheid werd gegeven.

Wat de heide dit jaar zal doen durf ik niet te voorspellen. Waar ik geweest ben was de aanblik niet bemoedigend, zoodat ikzelf besloten ben dit jaar niet naar de heide te reizen. Maar ik durf geen algemeen advies te geven. Dit is trouwens in een Orgaan, dat door het geheele land verspreid wordt wel wat gevaarlijk, omdat licht afwijkingen kunnen voorkomen en dan verschillende imkers gedupeerd zouden worden. Het beste is dan ook, dat men zelf eerst gaat zien, of als men van plan is een bepaalde streek te bezoeken eerst grondig van ter zake kundige en ter plaatse wonende imkers advies in te winnen. Wie een stal van eenig belang heeft, zal steeds goed doen zelf even te gaan zien. De auto brengt ons in een minimum van tijd en met weinig kosten nagenoeg overal en men moet het kiezen van drachtgebieden liefst zoo min mogelijk aan derden overlaten. Niettemin houden wij ons aanbevolen voor mededeelingen omtrent goede drachtgebieden, welke wij dan zoo noodig kunnen doorgeven. Zoo mogelijk ook eventueele voorwaarden e.d.

Als een misgreep mag beschouwd worden het houden van de bekende zwermmarkten in een tweetal weken. De eerste dag liet het bezoek al te wenschen over en was de handel traag; de tweede dag, dat was een week later, was het bezoek misschien iets slechter en de handel zoomogelijk nog trager, hoewel toen de prijzen iets beter waren. Dat mocht dan ook wel, omdat intusschen de bijtjes gelegenheid hadden gehad haar schade in te halen en nu werkelijk mooie volken waren aangevoerd. Wat dit laatste betreft, het gaat in de Klomp met den aanvoer steeds beter. De eerste dag waren er p.l.m. 500 volken aangevoerd, de tweede dag wat minder; het totaal steeg echter belangrijk boven dat der laatste jaren uit. Wij zagen nu ook kasten aangevoerd en ook de bekende verzendkistjes met volken op 5 ramen van dhr. de Meza.
Wij achten het een gelukkig verschijnsel, dat de markt zich in dit opzicht ook gaat moderniseeren, doch moeten er helaas aan toevoegen, dat het met de verkoop van de volken in lossen bouw treurig gesteld is. Niettemin hopen wij, dat de inzenders zich niet zullen laten afschrikken, doch volhouden de markt op hooger peil te brengen.

Telkenjare worden legio kiekjes van de Nederlandsche zwerm- en bijenmarkten gemaakt en die als reclame ? ? ? ! ! ! met kwistigen hand in de groote pers gepubliceerd. Maar wij zien niets anders dan korven en nog eens korven en al zullen wij de laatsten zijn, die de korfteelt den doodsteek zullen toebrengen, het publiek krijgt van dergelijke gepubliceerde foto's toch al een heel averechts beeld van onze Nederlandsche imkerij en inplaats van reclame demonstreert het eerder onze schande, dat na eeuwen de markten nog niet tot hooger peil konden worden opgevoerd.

Welk een dunk moeten buitenlanders toch wel van het peil krijgen, waarop de Nederlandsche imkers staan! In het voorjaar worden korven met bijen bij honderdtallen uitgevoerd en de wereldberoemde ! ! ! bijenmarkten laten ons niet anders zien, dan korven en nog eens korven. Het moest maar eens voor goed uit zijn, dat men in het buitenland de Nederlanders alleen kent aan hun wijde broeken, halfhooge mutsen en witte klompen. Het moest ook maar eens uit zijn met het fabeltje, dat in Nederland bijna uitsluitend bijen in korven worden gehouden en de bijenteelt aldaar nog zeer primitief is. Wij zijn zelf de schuld aan dergelijke fabeltjes, en wij hopen, dat de vele buitenlanders, welke deze regelen lezen daarvan goede nota zullen nemen en in hun imkersorgaan mededeeling zullen doen, dat zeker minstens 1/3 van de bijenvolken in Nederland in kasten worden gehouden, en in ons land moderne bijenstanden bij hoopen te vinden zijn.

En nu staan wij weer aan den vooravond van onze zoozeer bekend geworden en de gewaardeerde imkersdagen, welke zoozeer de belangstelling van tal van imkers en zelfs van niet-imkers trekken. Zonder overdrijving kunnen wij zeggen, dat deze dagen goed georganiseerd zijn en door de bezoekers om strijd als heerlijke dagen geprezen worden. Het doel ervan is de imkers door voordrachten op de hoogte te brengen met verschillende vragen de imkerij betreffende en tevens een gemeenschapsband te kweeken onder de leden onzer Vereeniging. Daartoe wordt getracht de bezoekers zooveel mogelijk in de mooiste plekjes van ons land te brengen en hen op die wijze meer bekend te maken met hun eigen mooie land. Ook nu weer komen we in kostelijke streken, welke o.a. de voormalige Duitsche Keizer als woonplaats koos.

En nu noch iets van minder aangenamen aard. Het is bekend, dat de bietenvlieg dit jaar erg huishoudt en door den planteziektekundigen dienst aangeraden werd, om dezen vijand te bestrijden met kiezelfluornatrium, een gif, dat met suiker vermengd in kaf op hoopjes tusschen de bieten wordt gestrooid. Weliswaar werd gewaarschuwd om toch vooral er op te letten of de bijen er geen schade van zouden ondervinden, doch wij kunnen ons voorstellen, dat de bietenverbouwers, welke geen belang hebben bij de bijenteelt, voor deze waarschuwing doove ooren zullen hebben.
Nu hebben wij ons licht eens opgestoken bij een onzer bekendste deskundigen op het gebied der bijenteelt en landbouw, n.l. Dr. A. Minderhoud en deze deelde mede, dat het gevaar voor vergiftiging zooal niet nihil, dan toch uiterst gering is.
Daar staat tegenover, dat een onzer Limburgsche leden ons een klacht zond, dat vele bijen aan dat gif stierven, zoodat het vermoeden voor den hand ligt, dat in sommige gevallen wel degelijk schade wordt ondervonden.

Wij raden dan ook een ieder aan, die abnormale sterfte onder zijne bijen aantreft, daarvan een monster in een blikken sigarettendoosje te zenden aan Dr. A.J. Winkel, Rijksseruminrichting te Rotterdam, onder vermelding van de verschijnselen en alles, wat dienstig kan zijn aan het onderzoek Wij plaatsten dergelijke waarschuwingen zoo nu en dan, en hierop wordt door velen gereageerd, doch het is noodzakelijk, dat een ieder, welke iets bizonders aan zijne bijen bemerkt niet afwacht, doch terstond een monster van de aangetaste bijen aan bovengenoemd adres opzendt.
In een volgenden jaargang zullen wij gedurende het seizoen op duidelijk zichtbare wijze in ieder nummer de aandacht vestigen op het onderzoek van zieke bijen, opdat terstond maatregelen genomen kunnen worden, zoodat de ziekte in de kiem gesmoord wordt.

En tot slot lezeressen en lezers, indien U tijdens Uwe vacantie 't zij in ons land of daarbuiten eens een bizonder mooie bijenstand, of iets bizonders op het gebied van de bijenteelt tegenkomt, teeken het even aan, of neem er zoomogelijk eens een foto van en stuurt die na Uw thuiskomst op aan de Redactie van het Groentje, die zoomogelijk er een plaatsje voor zal vrijmaken, opdat ook onze medeleden ervan kunnen kennis nemen.

JOH. A. JOUSTRA.