De ronde korf als bijenwoning


In de vrije natuur zoekt een bijenzwerm zelf z'n woning, een holte, waar een broednest kan worden uitgebouwd. Die holte wordt willekeurig gekozen, in muurspleten, in schoorsteenen, onder dakpannen, doch meest in een holle boom, te meer, daar het bosch meest een overvloedige dracht biedt, en als bijenoord dus zeer geschikt is. In boomlooze streken moet een zwerm zich met een bodemholte tevreden stellen.

Oorspronkelijk heeft men bijennesten eenvoudig geplunderd om aan honing en was te komen. Later, toen men de volken bij huis wenschte, heeft men ze in het boomstamstuk in z'n geheel meegenomen. Het verkrijgen van die stukken holle stam zal met de gebrekkige hulpmiddelen, waarover men beschikte, niet zoo gemakkelijk gevallen zijn en ook het uithollen was al een even moeilijk werk. Daarom is het toen een geniale uitvinding geweest, de volken in de ronde korf te huisvesten, welke van stroo of ander materiaal was gevlochten. Het is in de geschiedenis niet te vinden wanneer de ronde korf voor 't eerst in gebruik is gekomen, maar sommigen meenen dat ze reeds ten tijde van Karel de Groote moeten zijn vervaardigd.

De vorm paste net bij de ontwikkeling van het broednest, zoodat ook in dit opzicht de keuze uitnemend is geweest. Het te bezigen materiaal was goedkoop en in natura aanwezig, zooals stroo, riet, teenen, biezen en als vlechtmiddel braambast en dennenwortels. Eeuwenlang heeft de ronde korf zich dan ook ongewijzigd gehandhaafd. Toen echter de mobielbouw slingerhoning en fijnere raathoning opleverde, trachtte men deze voordeelen ook aan de ronde korf deelachtig te doen worden. Daarvoor heeft men met groote spitsvondigheid vele veranderigen in de vorm en uitrusting van de ronde korf uitgedacht, zonder echter volkomen tot z'n doel te geraken. Tot nog toe is het ook niet noodzakelijk gebleken aan de ronde korf in z'n historische vorm te tornen. Immers, de bruto opbrengst van ruwe uitgebroken honing en was is nog zoo slecht niet en de verkoop ervan gaat veel vlotter dan de producten van de mobielbouw, slingerhoning en raathoning.
Waar zal de ronde korf zich nog blijven handhaven naast de kast? Daar, waar najaarsdracht is en de bedrijfswijze dus ingericht is op zwermteelt. Door zwermteelt toe te passen kan men na afloop van de najaarsdracht de overtollige volken afzwavelen en de korfinhoud in z'n geheel verkoopen.

Alles bij elkaar genomen, komen we tot de volgende voordeelen van de ronde korf.
- De producten zijn gemakkelijk verkoopbaar.
- De korf is gemakkelijk en goedkoop te vervaardigen.
- Er behoort weinig gereedschap te worden aangeschaft, waardoor het bedrijfskapitaal klein is en dus de onkosten op het bedrijf klein.
- Stroo is uitmuntend materiaal, vooral door het slechtgeleiden der warmte.
- Met ronde korven is gemakkelijk te reizen, omdat men op één wagen een zeer groot aantal kan meenemen.
- Het hanteeren van de korven is gemakkelijk en door ze om te draaien krijgt men in zeer korten tijd een indruk van 't volk in z'n geheel. Dit maakt de behandeling van een zeer groot aantal volken mogelijk.
- En eindelijk: de vorm van de korf volgt als het ware de broednestontwikkeling, zoodat er geen schadelijke ruimte is. Ruimte onder de raten zien we zelfs gaarne, omdat de verwerkte zuurstof tot koolzuurgas als zoodanig zwaarder is dan lucht en dus onder in de korf kan zakken waar door diffusie gelegenheid is om te ontwijken.
Bovendien reiken de raten tot de achterwand, wat een zeer groot voordeel is boven mobielbouw waar de warme lucht boven achter de ramen kan circuleeren. Ook de wintervoorraad heeft een ideale plaats. Achter en boven het broednest. De tros kan gemakkelijk het voer bereiken en het voedsel volgende, raakt het volk in het warmste gedeelte van de woning.

Imkers, houdt naast de moderne bijenhouderij, de ronde korf in ongewijzigde vorm in eere, zooals hij in de loop der eeuwen bewezen heeft zich te kunnen handhaven.
Al is de heide de laatste jaren slecht geweest, een imker leeft van 't ideaal en ziet hoopvol het jaar 1930 tegemoet.

CALLUNA.