Werkzaamheden in het kastbedrijf.


Evenals in Januari is er ook in deze maand nog weinig op den bijensfand te doen. Voor Februari gelden dezelfde werkzaamheden, die in het vorige overzicht zijn aangegeven.
Krachtige volken met een niet te oude moer zijn noodzakelijk voor een goede overwintering. Hoe jonger de bijen in den winter komen, des te langer leven zij in het komende voorjaar. De herfstbijen en bijen die nu geboren worden, vormen de steunpilaren van de in wording zijnde bijenstaat, die met het stijgen der zon in grootte gaat toenemen.

Als het weer gunstig is, kan in Januari reeds de reiniginsvlucht hebben plaats gehad. Een lange winter kan haar echter tot in het laatst van Februari of begin Maart vertragen. Dit laatste was het vorige jaar het geval, toen de algemeene reinigingsvlucht pas op 8 Maart kon worden gehouden.
De reinigingsvlucht heeft in den regel plaats als de temperatuur 10 - 12º C. bedraagt, doch ziekelijke toestanden (sterke roerverschijnselen) drijven de bijen ook op koude dagen naar buiten, waarbij zij dan meestal bij groote hoeveelheden omkomen.
Volken, die niet willen vliegen, zetten wij daartoe niet aan. Wij zien eerst, of het vlieggat misschien ook verstopt is. Wij kloppen even tegen de kast, krijgen wij een krachtig, kort antwoord en wordt het dan weer stil, dan is alles in orde. De zoogenaamde reinigingsvlucht geldt voor den imker als het eerste teeken van het ontwakende leven van het bijenvolk.

Het eerste ei is de eerste schrede der koningin op den naar de levenshoogte voerende weg.
Het hangt geheel van de weersgesteldheid af, wanneer de moer begint te leggen. Dit kan al midden Januari plaats hebben, doch in strenge winters ook pas begin Maart beginnen.
Zoodra de koningin met den leg is begonnen en het broednest breidt zich geleidelijk uit, dan wordt de afname van den voedselvoorraad ook grooter, doch, als wij goed gevoerd hebben, behoeven wij daarvoor geen vrees te hebben en zal het voedsel minstens tot half April wel toereikend zijn.

Voor den opfok hebben de bijen pollen noodig. Omdat er in Februari nog zeer weinig in de natuur te halen zijn, zullen volken, die deze van het vorige jaar veel bezitten, sneller vooruitgaan.
Om te voeren, is het nu nog geen geschikte tijd, omdat wij nog talrijke wintersche dagen kunnen krijgen.

Verder is er een spreekwoord, dat luidt:

„Maria Lichtmis helder en klaar
Geeft een goed bijenjaar".

Dit spreekwoord zal wel geen betrekking hebben, of er veel of weinig en geen zonneschijn op 2 Februari is, doch, of de toestand der raten nog helder en klaar is. Is zulks het geval, dan is de allerkwaadste tijd voor de bijen voorbij en kunnen de volken, die geen roerverschijnselen hebben gehad, zich binnenkort gunstig ontwikkelen.

Ligt er sneeuw voor den bijenstand en wordt een vliegdag verwacht, dan moet men de sneeuw met stroomatten, stroo, asfalt of iets anders afdekken, opdat de bijen niet op de sneeuw kunnen gaan zitten. In dit geval zouden er veel omkomen.

Thans rest mij nog U de in het vorige overzicht beloofde grondregels op te geven om de bijenteelt met goed gevolg te kunnen beoefenen. Deze moet U goed onthouden, omdat wij ze in de volgende maanden geregeld zullen noodig hebben.
Het betreft hier n.l. de tijdruimte, die noodig is voor de ontwikkeling van ei tot bij en drachtbij, tot dar en koningin, welke U in het volgende staatje aantreft.

. . . . . . . . ei . . . larf . . . pop . . . duur der ontwikkeling
koningin. . . 3 . . . . 6 . . . . 7 . . . . . . 16 dagen
werkbij . . . 3 . . . . 6 . . . .15 . . . . . . 21 dagen
dar. . . . . . 3 . . . . 6 . . . .12 . . . . . . 24 dagen
Van ei tot drachtbij is 35 dagen.

Als men veel met imkers in aanraking komt, is het merkwaardig, dat er velen onder hen zijn, die deze cijfers maar niet kunnen onthouden. Als ze deze getallen goed in hun hoofd hadden, zouden zij veel gemakkelijker werken en lang zooveel niet behoeven te vragen. De bijenhuishouding en alles wat daaraan vastzit, blijft voor hen een puzzle, die zij niet weten op te lossen.

A. OONK.