DE ALEXANDERMETHODE.


Hieronder verstaat men een kunstmatige vermeerdering, waarbij het zwermen wordt verhinderd en wordt gestreefd naar concentratie, naar zeer sterke volken. We zullen eerst den eenvoudigsten vorm behandelen en nemen aan, dat iemand in de maand Mei twee kasten met bijen heeft, welke we A en B zullen noemen. Het zijn beide sterke volken en A heeft alleen ingelegde moerdoppen. We vegen van volk A alle bijen af en geven daarvoor in de plaats raampjes met kunstraat, desnoods afgewisseld met uitgebouwde raten. De uitgenomen raten met broed, honig en stuifmeel hangen we in dezelfde volgorde in een broedbak en plaatsen deze nu boven op het volk B, doch niet te vergeten een koninginnerooster er tusschen.

Wat zal er nu gebeuren met het volk A? Dit zal sterk bouwen en weer met kracht aan de vorming van een nieuw broednest werken. Bij gunstig gewin zal het in korten tijd veel bereiken en in de meeste gevallen niet meer zwermen. Een regelmatig goed honiggewin heeft hierop een grooten invloed.

Wat zal er gebeuren met het sterke volk B, waar de afgeveegde broedraten uit A bovenop zijn gezet met een koninginnerooster er tusschen? De jonge voedsterbijen in volk B voelen zich aangetrokken tot het jonge broed in den bovenbak en trekken geleidelijk voor een gedeelte door den rooster naar boven om dat broed te verzorgen. De ingelegde moerdoppen, welke zich op deze raten bevinden, worden opgebouwd en de koninklijke larven verpleegd. Al is het leger jonge bijen vooreerst nog niet zoo heel sterk, toch behoeven we voor verkleumen van broed niet bang te zijn, daar steeds warmte uit de benedenbak door het rooster naar boven straalt. Het is van belang den bovenbak goed af te dekken.
Op den 10den dag na 't afvegen zijn alle broedcellen gedekseld en behoeft er geen broed meer gevoerd te worden, zoodat de taak der voedsterbijen daarmede is geƫindigd. Dan naderen ook de koninginnecellen haar tijdperk van rijpheid. We nemen den bovenbak met al zijn raten en bijen af, geven hem een bodem en een dak en plaatsen hem waar we willen. Den eersten dag houden we de vliegopening nog gesloten. We hebben een nieuw zelfstandig volk gekregen, dat gevormd is uit het broed van volk A en een gedeelte der bijen van volk B. We zijn van 2 volken op 3 gekomen. Bij ons nieuwe volk kunnen we binnen enkele dagen een zwerm verwachten, wat wordt aangekondigd door het tuten der eerste jonge koningin. Men geeft dien zwerm terug, nadat alle doppen zijn verwijderd. Wil men dien zwerm niet, dan breekt men de doppen uit, zoodra het tuten wordt gehoord.

(Wordt vervolgd).

T.C. HOOTSEN.