Leven je bijen nog?


Zoo ongeveer vraagt een bijenman van een bijenteeltkundig onderzoekingsinstituut, Ray Hutson, in het landbouwblad van New Jersey, Amerika. Dit stukje acht ik van zooveel waarde, dat ik de inhoud gaarne aan mijn medeimkers overbreng.
Het gaat om iets, dat wij allen eigenlijk wel weten, maar we weten zooveel, zonder ons rekenschap te geven van de gevolgen en dat doet de Amerikaan in het betreffende geval wel en wel op een zeer leerzame wijze.

Hij begint op te merken, dat bijen in den winter weinig aandacht noodig hebben, maar dat het beetje dat noodig is, niet onthouden moet worden. Die aandacht is noodig juist in deze maanden, dat ze elken dag hun reinigingsvlucht kunnen gaan houden en wellicht zacht weer aanleiding kan worden tot een opgewekt vliegen.
Het eenige feit, dat bijen in en uit een woning gaan, is geen volledig bewijs, dat er er een levend en gezond volk aanwezig is. De ervaren imker zal zich niet gemakkelijk vergissen en wel zien, of de vlucht die van eigen woning is of dat het roovers betreft, die aan een woning een levend aanzien geven. En die rooverij is in dit jaargetijde zeer gevaarlijk. Want ze brengt zeer gemakkelijk ziekten over.

Dit illustreert de schrijver dan met een sterk staaltje, hoe verzuim een groote schade werd. Bij een bijenhouder werden 26 volken vanuit één volk besmet en gingen deze verloren.
Hij rekent uit, wat dat eene verzuim, niet bijtijds acht te hebben geslagen op het gedrag van zijn bijen, den man kostte.
Als hij een verdacht volk even onderzocht had, was hij daarmee misschien 10 minuten kwijt geweest. Gevaarloos maken van dit volk had rooverij door andere voorkomen en de oogst van 26 volken was hem niet ontgaan, het gemis, zooals deze Amerikaan uitrekent van ongeveer ƒ 500 (laat het voor Holland de helft zijn!)

Hij wijst er op, dat deze man afgezonderd woonde. Mogelijk was hij de eenige, die verzuimde, zijn bijen te contrôleeren. Maar waarschijnlijk is dit niet.
In de eerste plaats wonen vaak meerdere imkers bij elkaar en zijn er al gauw eenige, die verzuimen hun bijen op het juiste tijdstip goed in de gaten te houden. In zulke omstandigheden beperkt het ongeval zich niet tot één imker, maar talrijke worden het slachtoffer en de besmetting heeft zich voor goed in een streek genesteld.

Zoo gaat het en dit wil ik er persoonlijk aan toe voegen, wanneer in onwetendheid verzuimd wordt, maar hoevele verzuimen wetend! D.w.z dat ze uit vorige jaren weten met ziekten te kampen te hebben en toch het volgend jaar niet op hun tellen passen? Behalve zichzelve, schaden zij hun medeimkers op een hoogst onverantwoordelijke wijze.
Dit is één van de vele noodzakelijkheden steeds weer te wijzen op het voorkomen van ziekte en haar noodlottige gevolgen. Men kan zoolang zwijgen, tot elke bijenstand besmet is en dat zelfs het rooven niet zoo zwaar geteld meer wordt, integendeel.....!

Onze Amerikaansche vriend wijst er tenslotte op, de contrôle van verdachte volken zeer voorzichtig, zoonoodig binnenshuis te doen. Om zekerheid te verkrijgen omtrent den aard der ziekte zende men een monster bijen ter onderzoek op.

Dr. A.J. WINKEL.