DE SOLIDAGO SERROTINA. DE GULDEN ROEDE.


Reeds meermalen vestigde ik de aandacht op deze bijenplant. Nu vond ik in Bienenvater 1929 bl. 276 een bericht over dit onkruid uit zijn vaderland.

Romer, een Oostenrijker vertrok naar Canada en vond in Calgarij een bestaan bij Mr. Riedel als imker. Riedel had 1500 zwermen laten komen uit Californië, ieder 3 amer. ponden (450 gr. is een amer. pond) zwaar, deze werden in Langstrohtkasten overgebracht en opgevoerd. Iedere 6 dagen werden alle volken nagezien op moerdoppen, want er mocht niet gezwermd worden. Op 15 Juni werden de honigkamers opgezet, half Juli begon het slingeren. Meestal valt half Augustus de vorst in. In September worden de volken geslacht. Voor 750 volken waren 3 man aangewezen voor de verzorging, het loon was 150 pond sterling per maand. De arbeid is zwaar; want de kasten tot 60 pond zwaar moeten dikwijls versjouwd worden om geslingerd te worden.

Nu geeft Romer het lastige onkruid, de Solidago, op als een voor imkers graag geziene bijenplant. Verder de steenklaver. Bosch is daar niet en het bouwland wordt uitsluitend voor kolenbouw gebruikt. Het is om Galgarij een droge streek, die soms bevloeien noodig maakt, het water staat dan wel eens tot dicht bij het vlieggat. Muskieten zijn zomers talrijk aanwezig en steken geweldig.

Met medewerking van den Heer Ir. Hus kreeg ik de beschikking over meerdere zaailingen van de Solidago serrotina, ook de Heer van Rossum uit Waverveen bezorgde mij enkele planten. Ik heb mij overtuigd, dat in ons land de bloemen bij zonnig warm weder geregeld door bijen bezocht worden en gezien hoe aan een zaailing in het najaar talrijke uitloopers voorkomen. Op kleine schaal wordt nu een proef genomen of deze plant houdbaar is in de duinen bij Scheveningen. De ontwikkeling van het zaad slaagt het beste in een warme kast, worden zij dan verspeend en later buiten uitgepoot, dan eischt de verdere cultuur geen bijzondere voorzorgen.

L.J. VAN RHIJN, Wageningen, Dec. 1929.