BRENGT 1930 EEN RUPSENPLAAG?


In den afgeloopen zomer heeft in verschillende streken, vooral Limburg, Gelderland en N.-Brabant een rupsenplaag geheerscht van zoodanige hevigheid, dat kilometers lange rijen eiken, populieren en andere boomen in Juni totaal bladerloos stonden, als in den winter, terwijl in vele boomgaarden de oogst was vernietigd, omdat al het blad afgevreten was.
Deze rupsenplaag treedt nu reeds eenige jaren achtereen op. De afgeloopen droge en warme zomer heeft de ontwikkeling van verschillende schadelijke vlindersoorten reusachtig bevorderd, zoodat we thans, naar de meening van den Plantenziektenk. Dienst te Wageningen staan voor een rupsenplaag, die ernstige afmetingen dreigt aan te nemen.

De insecten hier bedoeld, zijn voornamelijk
de bastaardsatijnvl. waarvan men thans de rupsennesten van aaneengesponnen dorre bladeren in de boomen kan waarnemen en waarbinnen de jonge rupsjes overwinteren.
De plakker, waarvan men nu de eihoopjes als stukjes bruine zwam aan stam en takken kan vinden.
De ringelrups, die de bekende eiringen legt om het eenjarig hout en nog enkele andere.

Bespuiten met vruchtboomcarbolineum helpt tegen deze insecten niet, maar toch zijn ze afdoende te vernietigen, al zal de bestrijding wat werk kosten. Men moet de rupsennesten uitknippen en verbranden, zooook de eiringetjes. De verschillende eihoopjes, die men vindt, moeten bestreken worden met zuivere vruchtb. carbol. En niet alleen de boomen, ook hagen en tuinen moeten gezuiverd worden. Natuurlijk is daarnaast een bespuiting noodig om de legers van schildluizen, bladluiseieren, spint en dergelijke te vernietigen.

En laten we vooral ook bedenken, dat vogelbescherming, bestaande in wintervoedering en het ophangen van nestkastjes, een krachtig middel zal zijn in den strijd tegen het ongedierte.
Thans worden in het Zuiden in verschillende gemeenten met kracht de handen aan het werk geslagen voor de rupsbestrijding.
Laten onze imkers-fruitkweekers ook in andere streken niet achter blijven.