Het Rijkshonigmerk.
De Vereeniging „Nederlandsch Honigcontrôlestation" opgericht door: de R.K. Bijenhoudersbond van den Limburgschen Land-en Tuinbouwbond, de Bijenhoudersbond van den Noord-Brabantschen-Christelijken Boerenbond, de Vereeniging tot bevordering der bijenteelt in Nederland bericht aan belanghebbenden het volgende:
Het Bestuur der Vereeniging bestaat uit de volgende personen:
Ir. H. Bemelmans, voorzitter (voor den Bijenhoudersbond van den Limburgschen L. en T.bouwbond).
P.J. van Haaren (voor den Bijenhoudersbond van den N.C.B.)
Dr.Mr. A. van der Flier (voor de Vereeniging tot bevordering der bijenteelt in Nederland).
Dr. A. Minderhoud, Secretaris.
Dr. H.W. de Boer, Directeur van het Honigcontrôlestation.
Het Honigcontrôlestation is gevestigd te Enschede, H.B. Blijdensteinlaan no. 2 en aanvaardt de werkzaamheden verbonden aan het uitreiken der rijksmerken enz. op 1 Mei 1930.
De aanvragen van iemkers, handelaars in honig en zeemerijen, om te worden aangesloten, kunnen vanaf 1 Mei 1930 worden gericht tot den directeur van het Honigcontrôlestation te ENSCHEDE.
Deze aanvragen behooren te worden vergezeld van een nauwkeurige opgave van naam, woonplaats, afdeeling en organisatie waartoe men behoort; zeemerijen worden bovendien verzocht behalve het aantal leden, een exemplaar van hunne statuten in te zenden.
Met deze aanvrage om als aangeslotene te worden toegelaten, zendt men meteen een verzoek in om het benoodigd aantal rijksmerken te mogen ontvangen. Men geve dus ongeveer op (aan den ruimen kant) hoeveel honig men in normale jaren wint, hoeveel volken men heeft waarvan honig gewonnen wordt, en op welke wijze de honing in den handel wordt gebracht,
Bijvoorbeeld:
Een iemker geeft op, dat hij 10 kastvolken en 10 korfvolken bezit, en dat hij rijksmerken aanvraagt voor:
200 pond slingerhonig te verkoopen in potjes van 1 pond;
100 pond raathonig, ongeveer te verkoopen, als volgt:
50 pond in doosjes van 1 K.G.
50 pond in doosjes van 2½ K.G.
Een zeemerij geeft op: dat aan de zeemerij zijn aangestoten 20 iemkers, met samen 200 korfvolken en dat de honingoogst waarschijnlijk wel zal kunnen bedragen 2000 K.G. pershonig, waarvan 1500 K.G. wordt verkocht in groot fust en 500 K.G. in busjes van 5 K.G. en bovendien 200 pond raathonig te verkoopen in verpakking grooter dan 2½ K.G.
Hoe worden de rijksmerken aangebracht:
De rijksmerken moeten zoodanig worden aangebracht, dat de verpakking, waarin de honing zich bevindt, niet kan worden geopend, zonder het rijksmerk te beschadigen.
Op flacons plakt men dus het rijksmerk over het deksel, op doozen, kistjes, bussen enz. half op het deksel, half op de eigenlijke doos, kist of bus. Vaten met twee bodems moeten zijn voorzien van een kruisband van ijzerdraad; de beide uiteinden van deze kruisdraad worden tegen een der bodems verzegeld met een loodje voorzien van de letters waaronder de aangeslotene is ingeschreven. De rijksmerken worden over het kruisdraad tegen den bodem van het vat aangebracht.
De prijs der rijksmerken:
De prijs der rijksmerken bedraagt (voor de leden der bovenvermelde organisaties):
Voor slinger-, lek-, raat- en pershonig in verpakking, bestemd rechtstreeks voor den consument (dus in verpakking van ½ pond, 1 pond, 1 K.G. en 2½ K.G of in raampjes of secties): 1 cent per pond.
Voor slinger- en lekhoning in verpakking van 5 K.G.: ¾ cent per pond. Voor slinger-, lek- en raathonig in verpakking van meer dan 2½ (resp. 5 K.G,), dus voornl. bestemd voor den tusschenhandel: ½ cent per pond. Voor pershonig in verpakking vanaf 5 K.G. (dus hoofdzakelijk bestemd voor den tusschenhandel): ½ cent per K.G.
Voor aangeslotenen, die geen lid zijn van een der bovenvermelde organisaties, is de prijs der rijksmerken het dubbele van de bovenvermelde bedragen.
Welke honig wordt voorzien van het rijksmerk:
De aangeslotene zal het rijksmerk aanbrengen:
a. op alle door hem zelf gewonnen slinger-, lek- en pershonig.
b. op alle door hem zelf gewonnen raathonig, voor zoover deze zich bevindt in maagdelijke raat en voor zoover deze niet door hem in den korf of als uitgebroken ruwe honig wordt verkocht.
c. op alle aangekochte honig en raathonig, welke voorzien was van het rijksmerk en die hij opnieuw verpakt.
d. op alle honig of raathonig, welke afkomstig is uit aangekochte korven met honig of uitgebroken ruwe honig, indien de aangeslotene redelijkerwijze kan aannemen, dat de zich daarin bevindende honig uit deugdelijke Nederlandsche honig bestaat.
De raathonig, welke uit deze korven of van deze uitgebroken ruwe honig afkomstig is en als zoodanig door hem wordt verkocht, mag zich uitsluitend bevinden in maagdelijke raat; alle andere zich niet in maagdelijke raat bevindende honig, afkomstig uit deze korven of afkomstig van deze uitgebroken ruwe honig moet door hem worden verwerkt tot lekhonig, pershonig of slingerhonig.
Het komt dus hierop neer: de aangeslotene voorziende door hem zelf gewonnen slinger-, lek- en pershonig en de raathonig in maagdelijke raat van rijksmerken.
Koopt hij Nederlandsche horing bij, dan moet deze, als het slinger-, lek-, pershonig of reeds gesorteerde raathonig is, reeds zijn voorzien van het rijksmerk; de aangeslotene mag echter honig in de korf en uitgebroken ruwe honig bijkoopen van niet aangeslotenen (dus zonder het rijksmerk). De verwerking van deze laatste korf- en uitgebroken ruwe honig, moet echter geschieden op bepaalde dagen, waarvan minstens één week van te voren, men het Honigcontrôlestation heeft bericht.
Wat de aangeslotene niet mag doen:
De aangeslotene mag geen honig van het rijksmerk voorzien, die niet voldoet aan de eischen van het Honigbesluit; bovendien moet de honig die van het rijksmerk wordt voorzien, in Nederland zijn gewonnen.
Er mag dus geen vervalschte honig en geen buitelandsche honig worden voorzien van het rijksmerk.
De aangeslotene die zich niet aan deze bepaling houdt, kan worden gestraft met schorsing, met uitsluiting en met een boete van ten hoogste ƒ 1000.-.
Aan hen, die honigproducent en handelaar in Nederlandsche honig zijn, doch die bovendien in buitenlandsche honig handelen, worden door het bestuur van het betrokken honigcontrôlestation nog bijzondere voorwaarden gesteld, voor de toetreding als aangeslotene. Deze toetreding behoeft de goedkeuring van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid.
De kosten der aansluiting:
De aangeslotenen betalen als entrée de som van ƒ 1.— (eene zeemerij 50 cent per lid); verdere jaarlijksche contributie wordt niet geheven. Zij teekenen een op zegel gestelde verklaring, waarbij zij zich verbinden, alle het rijkshonigmerk betreffende wettelijke bepalingen te zullen nakomen. De aangeslotene houdt voor de contrôle eene eenvoudige aanteekening betr. de oogst en den verkoop bij, waarvoor hem de formulieren worden verstrekt.
Verdere kosten:
Het bovenstaande is een, op eenvoudige wijze weergegeven, uittreksel van de wettelijke bepalingen en van de statuten der vereeniging.
Indien de kosten der vereeniging niet uit de gewone geldmiddelen kunnen worden bestreden, wordt het tekort over ieder afgeloopen vereenigingsjaar omgeslagen over de aangeslotenen, naar rato van het totaal aantal in het vorige vereenigingsjaar aan ieder aangeslotene verstrekte rijksmerken. (Het bestuur voorziet dat deze bepaling de eerste 2 jaar niet zal moeten worden toegepast.)
Aan ieder, die zulks wenscht, worden tegen inzending van een bedrag van 25 cent door het Honigcontrôlestation te Enschede de volledige wettelijke bepalingen en de statuten benevens het huishoudelijk reglement der vereeniging franco toegezonden. Elke aangeslotene ontvangt deze tevens, tegen betaling van hetzelfde bedrag.
Alle inlichtingen worden verder schriftelijk verstrekt door den directeur van het Honigcontrölestation te Enschede en door den Secretaris der Vereeniging.
De Secretaris der Vereeniging Nederlandsch Honigcontrôlestation: Dr. A. MINDERHOUD, Wageningen.
De Directeur van het Honigcontrôlestation: Dr. H.W. DE BOER, Enschede.