Waarnemingsstations.


FEBRUARI 1930.

Warnsveld:
- 0,400; - 0,450; - 0,550; totaal - 1,400 K.G.
Gemiddelde temperatuur 1,6° C., normaal 2° C. Zij was vorige jaar 6,3° C. onder nul, dus niet minder dan 7,9° C. lager dan thans. Gedurende 21 etmalen daalde de temperatuur onder 't vriespunt, doch de vorst was meestal licht. Op één middag steeg het kwik boven 10° C. De hoogste stand was 11,7° C. op 26, de laagste 5,7° C. onder nul op den 9en.
Neerslag viel er zeer weinig, slechts 11 m.M. tegen 46,8 gemiddeld.
Bevolkingscijfer 5,9 tegen 7,1 normaal. Er kwamen 5 heldere en 10 betrokken dagen voor tegen 3 en 16 normaal.
Barometer 764,9 m.M., gemiddeld 761,6 m.M.
Het weer was de geheele maand bestendig, 's nachts meest lichte vorst, over dag matige dooi, vrij veel zonneschijn en slechts eenige regendagen.
Windverdeeling: N. 13, N.O. 36, O.26, Z.O.10, Z.7, Z.W. 2, W. 2, N.W. 3, stilten 0 op 100 keer.
Vliegdagen: Er kwamen 5 vliegdagen voor. Hieronder waren, 1 zeer goede, (26 Febr.), 1 goede en 3 zwakke. Op 26 Febr. vlogen de bijen zeer mooi. De wind was zwak tot matig uit het Z.O., de bewolking meest licht, de temperatuur 11,7° C.
Gewin: Op 26 Febr. kwamen enkele bijen met stuifmeel binnen.
Toestand der volken: De overwintering is prachtig verloopen. Roerverschijnselen kwamen niet voor. Toen de bijen de reinigingsvluchten hielden op 14 Jan. en 26 Febr. verspreidden zij een zeer gezonde reuk.


Soesterberg (Privé station). Februari, een heerlijk zacht maandje, gelijk April in andere jaren, met eenige vliegdagen, ja zelfs de laatste dagen met een flinke vlucht en gelegenheid zoowaar eens een vluchtige inspectie over het inwendige der volken te maken. Nu is het de tijd van de ontwakende natuur.
De overwintering is schitterend verloopen, zeer weinig dooden op de bodemplank, meestal slechts 20 tot 40 stuks, weinig voedsel verteerd wat zeer goed aan het wasmul is te zien, ja in het wasmul zijn zelfs de bekende vliegervormige wasplaatjes reeds te vinden. De vraag is natuurlijk van wanneer die zijn; ik voor mij geloof dat die nog dateeren van het voedsel verzegelen. Dan vindt men verder nog eens een doode wasmotlarve wat natuurlijk broedaanzet beteekent, evenals de uitgetrokken bijenlarven, die door de wasmotlarve beschadigd zijn. Men ziet dus er is weder leven in de brouwerij. Zoo'n bodemplank van korf of kast is in deze tijd van het jaar zeer interessant voor ons imkers, het is het dagboek van het volk gedurende de wintermaanden, voor degeen die het kan lezen zegt het alles, of de koningin aanwezig is of niet, dito voor broed, voer, en nog veel meer.
26 Februari werd het weegvolk onderzocht; en was in puike conditie, eitjes aanwezig en voer overvloedig, hoofdzakelijk honing.
Het verbruik was de eerste decade gering, doch de derde decade met begin der broedaanzet steeg de voedselafname. Verbruikt werden de 1e en 2e decade ieder 100 gram, de laatste decade 250 gram, totaal 450 gram, hetgeen gemiddeld per dag ruim 16 gram is. Sinds de inwintering alzoo 2 K.G. verbruikt.
Over de temperatuur viel niet te klagen. Op den dag was de hoogste temperatuur 11° C. op 26 en 27 Februari, de laagste op den dag 1° C. op 7 en 14 Febr. Voor de nachttemperaturen was dat resp. 3° C. op 2 Febr. en -7° C. op 9 Febr. Des nachts daalde de thermometer 22 maal onder het vriespunt met meestal van 1 tot 3° onder nul.
Bewolking. Zon 10, bewolkt 9 en bedekt 9, totaal 28 dagen, 4 met weinig regen, 4 met weinig sneeuw en l met mist.
Windrichting Z.O. en O.
Vliegdagen 22, 23, 26 en 27 Febr., waarvan de laatste twee reinigingsvlucht.


MAART 1930.


Warnsveld: - 0,550; - 0,500; - 1,600; totaal - 2,650 K.G.
Gemiddelde temperatuur 4,8° C., normaal 4,7° C. Hoogste stand 16,4° C. op 31, laagste 5,4° C. onder nul op 12 Maart. Gedurende 15 etmalen daalde de temperatuur onder 't vriespunt. Op 2 dagen kwam een stand boven 15° C. voor (28 en 31 Maart).
Neerslag: 29,5 m.M. tegen 51,3 m.M. gemiddeld. Op 7 dagen viel er meer dan 1 m.M.
Bewolkingscijfer: 6,2, normaal 6,8. Heldere dagen 2, betrokken 9, normaal 3 en 14.
Barometer: 759,1 m.M., gemiddeld 759,8 m.M.
Het weer was 's middags van 1—9 vrij zacht. Van 10—26 was het tamelijk guur. Daarna had een vrij aanzienlijke temperatuurstijging plaats. De maand gaf slechts enkele neerslagdagen van beteekenis.
Windverdeeling: N.3, N.O. 15, O. 10, Z.O. 10, Z. 18, Z.W. 20, W. 10, N.W. 10, stilten 3 op 100 keer.
Vliegdagen: 16, waarvan 2 zeer goed (27, en 28 Maart), 4 goed en 10 zwak. Van 8—24 Maart had de vlucht zeer weinig te beteekenen. Na den 26en begon zij levendiger te worden
Gewin: De inbreng van pollen was nog van geringe beteekenis. Na den 26en kwam er wat meer stuifmeel binnen.
Drachtplanten. Door het tamelijk gure weer tot 26 Maart, was er in de natuur nog weinig groeikracht te bespeuren. Door het mildere weer, dat na den 26en volgde, hebben de weilanden een groenere kleur gekregen. Voor een gunstige ontwikkeling der gewassen is het wenschelijk, dat in April op enkele dagen overvloedig regen valt. Thans bloeien crocussen.
De uitwintering is zeer gunstig verloopen. Er zijn heel weinig doode bijen. Trouwens deze winter (Dec./Febr.) was zeer zacht. De gemiddelde temperatuur bedroeg 3,7° C., normaal 1,6° C. Deze winter was niet minder dan 6° C. hooger dan verleden jaar.