De ronde korf.


Het zwermen.
Het hoogtepunt in de ontwikkeling van het bijenvolk ligt in het zwermtijdvak. De vroegste zwermen vallen einde Mei. De massa komt echter half Juni en de nakomers begin Juli. Verschillende dingen wijzen er op, dat een volk zwermplannen heeft.

Een zeker teeken is het bouwen van moerdoppen en wanneer die in de melk staan, kan men met vijf dagen de bromzwerm verwachten.
Een ander verschijnsel is het stil op 't werk liggen van de bijen, want de doppen kan men niet altijd zien, wanneer ze in de kop van de kop zijn gebouwd. Bij het keeren van de korf zien we de raten dan dik bezet en de bijen rollen als het ware naar de zijde, die naar de grond is gekeerd. We noemen zoo'n volk lui. Deze luiheid is misschien een gevolg van de omstandigheid, dat er veel huisbijen zijn, die geen voldoende aanslag vinden, bij de aanwezigheid van veel gesloten broed.
Ten derde staan de raten stomp. De raten zijn tot onder toe volledig uitgebouwd, waardoor de onderkant een dikte heeft van 2½ cM. wat een stomp afgewerkt aanzien geeft.

Het bouwen is afgeloopen en de darrenraat is verzegeld. 't Is, of alles wacht op 't groote gebeuren, nu de voorbereiding daartoe haar beslag heeft gekregen. Ook de vlucht en de bedrijvigheid aan het vlieggat is verminderd. De bromzwerm komt af. De oude moer, met vele oude bijen en een weinig jonge verlaten de korf. Is men toevallig aanwezig, dan helpt men een weinig, door een steen onder de rand van de korf te leggen. Hierdoor krijgen meer bijen gelegenheid mee te gaan, want we hebben bij ervaring, dat een klein vlieggat de uittocht belemmert. De laatste bijen zijn de zwerm kwijt en keeren naar de korf terug.
Een bromzwerm gaat bijna zonder uitzondering in de nabijheid van de stal zitten. Blijft echter niet altijd lang hangen. Het verdient dus aanbeveling, zoo spoedig mogelijk te scheppen of te zorgen, dat de zwerm niet in de felle zon hangt. Heeft de imker niet gezien welk volk de zwerm gegeven heeft, dan kan hij dat gemakkelijk zien bij het draaien van de korf. De raten zijn kaal en de bezetting van het vlieggat is geringer. Dit is een voordeel boven de kast met bovenbehandeling. Is men daar niet zeker, vanwaar de zwerm kwam, dan lijkt de kast nog net zoo vol als voor het zwermen, omdat het volk tegen de bovenlat zit.
Bij de ronde korf belemmeren we de ontwikkeling en het afkomen van de bromzwermen niet.
Voor midzomerdracht is de ronde korf ongeschikt en 't zou dus tot niets dienen, het zwermen terug te dringen. In het vorig schrijven hebben we er bij de bedrijfswijze reeds op gewezen, dat het voordeel met de ronde korf gezocht moet worden in tamelijk vermenigvuldiging en het benutten van een najaarsdracht. De bromzwerm komt dus ongehinderd af. Ruim een week na de bromzwerm komt normaal de middenzwerm.
Een groote wordt alleen opgezet, anders voegen we zooveel bijeen, dat het volk ons groot genoeg lijkt. Ook worden middenzwermen gebruikt om de zwermneiging van een moervolk te beëindigen. Het moervolk wordt schoon afgetrommeld en vereenigd met een gevallen middenzwerm. De volgende dag komt het vereenigde volk op 't werk van 't moervolk. Het zwermen hiervan is dan totaal over.
Nazwermen kunnen ook vereenigd worden of opgezet als moerbewaarder.

Is het zwermen afgeloopen dan snijden we het grove werker zooveel mogelijk uit. Groote gaten worden desnoods met fijn werk gestopt. Dit steken we met een pennetje vast, waarna de bijen verder voor bevestiging zorgen. Ook zetten we dan de korf wel eens een paar uur ondersteboven. De bijen werken dan spoediger en zekerder de ingezette stukken vast.
De eerste bromzwermen komen soms met 30 dagen reeds weer. Dit is voor de rondekorf-imker echter geen bezwaar. Door toepassing van de bekende omjaagmethode verkrijgt hij twee honigvolken.

CALLUNA.