PRACTISCHE ERVARINGEN.


Het scheppen van hoog zittende zwermen.


Mijn bijenstal staat voor een rij eikeboomen, die vrij dun en erg hoog zijn en waarvan de onderste takken tot op den grond hangen. De meeste zwermen gaan een paar meters boven den grond in de takken hangen; sommige verkiezen de aardappels, boonen of erwten, die voor den stal groeien.
Het vorig jaar had ik echter ook 3 bijenvolken op de eerste verdieping van een gebouw, dat aan den anderen kant van die eikeboomen staat. Deze volken hebben dus het vlieggat vrij hoog boven den beganen grond. En de zwermen van die volken hadden de, voor mij onaangename, eigenschap, om in de toppen der eiken te gaan hangen. In het geheel kreeg ik daar het voeig jaar 3 voor- en 3 nazwermen.

Nu ben ik niet zoo'n erge klimmer en ik zou die zwermen zeker hebben moeten laten ontsnappen, als ik ze niet op een andere manier dan door ze daar in de hoogte te gaan scheppen, te pakken gekregen had.

In den zwermtijd heb ik altijd op mijn bijenstal liggen een lange hengelstok van bamboe. Komt er een zwerm die ik op de gewone manieren niet bereiken kan, dan bind ik aan het dunne uiteinde van dien hengelstok het schepnet van mijn zoontje, dat ik in dat geval wel leenen mag. Dit schepnet bestaat uit een hoepel van ijzerdraad, waaraan een zak van dun gaas hangt.
Kan ik met dat schepnet den zwerm maar bereiken, dan strijk ik de bijen er in af, schud ze voorzichtig in een leege korf en zet die in de schaduw, op een steen. Meestal komt de zaak dan vanzelf in orde.
Dergelijke schepnetten, die speciaal ontworpen zijn voor het scheppen van zwermen, zijn bij de meeste handelaren in imkersartikelen wel te krijgen.

In 1929 kreeg ik echter zwermen, die ik met mijn hengelstok niet bereiken kon. Ik spijkerde toen 2 lange latten aan elkaar en bond hierop mijn hengelstok vast. Ik kwam er toen wel wat dichter bij, maar van scheppen was nog geen sprake. Daarom bevestigde ik de latten op haar beurt op een stevige, 4 meter lange dennenpaal. Het gelukte mij ook om dit toestel recht omhoog de lucht in te krijgen. Maar het was zoo zwaar en onhandelbaar geworden, dat ik er niet mee werken kon. Bovendien moest ik vlak onder de zwermen gaan staan en door de vele takken en bladeren kon ik deze vanaf die plaats niet meer zien.

Als men zoo'n vischpartijtje-op-het-droge houdt voor een gebouw, waarin nogal wat menschen werken, krijgt men langzamerhand verschillende belangstellenden, die het mislukken van je pogingen nu niet bepaald met leede oogen aanzien. En je prestige loopt dan groot gevaar in het gedrang te raken.

Ik heb toen het schepnet, dat aan het dunne einde van mijn lange hengelstok hing, vervangen door een lap, die flink met carbolzuur besprenkeld was. Wel kostte het me nog vrij veel moeite, om deze lap in de buurt van den zwerm te brengen, maar het gelukte. Mijn pogingen om den lap vlak boven den zwerm te brengen, hadden meestal geen succes en vaak was ik al heel blij, als de lap op ongeveer een halve meter afstand van den zwerm terecht kwam.
Was dit het geval, dan doet zoo'n zwerm hetzelfde als een sneeuwbal in de zon: hij verdwijnt. Alleen deed de zwerm het veel vlugger. Meestal waren de bijen een minuut later al weer de lucht in. Ik liet de lap dan nog even hangen om te voorkomen dat de bijen weer zouden terugkeeren. Stinkt het echter in de omgeving van de plek waar de zwerm gezeten heeft maar flink, dan vliegen ze even later een eindje verder weer aan. En meestal komen ze dan veel lager bij den grond.

Van de 6 zwermen, die ik het vorig jaar op deze wijze verdreven heb, heb ik er 5 even later van den grond af kunnen scheppen. Voor den zesden had ik nog een ladder noodig.
Voor het verjagen van zwermen kan men, behalve van carbol, van verschillende andere stoffen gebruik maken. In de literatuur worden er verschillende opgenoemd b.v. petroleum en carbolineum.

M.