ONTDEKKEN WIJ ONSZELF . . . . IN HET BUITENLAND ?


Door een artikel in het Aprilnummer van De Practische Imker en door eenige advertenties in ons Groentje wordt de aandacht gevestigd op een z.g.n. „Lichtkast", een kast met glazen wanden, inplaats van hout, stroo of dergelijk ondoorzichtig materiaal.
De Heer Raadersma schrijft aan het slot van zijn interessant artikel, dat uit het Russische blad „Vestnik" werd vertaald o.a. „Eigenaardig toch, dat ook dit licht weer komt uit dat groote rijk, dat zelf gevangen is, in zooveel duisternis".

In het Meinummer van ons zusterorgaan St. Ambrosius lezen we over den in Maart j.l. gehouden Limburgschen Imkersdag o.m. „Ten slotte bespreekt de Heer v. Giersbergen het laatste nieuws op bijenteeltgebied n.l. de lichtkast. De aandacht op deze kast, van Russische afkomst werd in een paar artikelen gevestigd in het Maandschrift van St. Ambrosius en in het Weekblad. „Land en Vee" van de hand van de bijenteeltonderwijzer W.J. Tilmans te Geulle" en verder. „Er schijnt veel belangstelling te zijn voor deze nieuwigheid. Van de resultaten wil spreker niets mededeelen. Deze zou hij gaarne vernemen van de leden, welke in 1930 met de lichtkast proeven willen nemen".

Uit beide artikelen blijkt, dat men met het bestaan van z.g.n. glazen woningen in ons land totaal onbekend is, niettegenstaande deze al zeker meer dan 10 jaar in de verschillende streken van ons land niet alleen gebruikt worden, doch o.m. tijdens de groote Landbouwtentoonstelling te Deventer werden tentoongesteld, alwaar ongeveer 700 imkers den imkersdag bijwoonden en dus ook de stand met z.g.n. „Lichtkasten" van dhr. G. Kamphuis te Eefde moeten hebben gezien.

Deze toch fabriceerde reeds voor een tiental jaren kasten van glas met dubbele wanden en annonceerde die ook in ons Groentje.
Laten we het maar eerlijk bekennen, wij beschouwden deze kasten meer als een aardigheid, in geen geval als een kast van wonderbare hoedanigheden.
Dhr. Kamphuis pochte over de goede eigenschappen, doch men vond dit het pochen van den koopman, die zijn waren aanprijst. Voor deze kast was weinig belangstelling, zij kon niet door den Hollandschen degelijkheidsbeugel. Zóó weinig belangstelling was er voor dat dhr. Kamphuis besloot er maar niet meer mede te adverteeren. De kasten zijn uit den aard der zaak duur schrijft hij me en sommigen waren er tevreden over anderen weer minder. Bij mijzelf zijn ze beter dan de Simplexkasten.

In Amersfoort heeft de Voorzitter van de Afdeeling zoo'n kast reeds verscheidene jaren in gebruik en ook andere imkers gebruikten deze. Zelf heb ik er geen ervaring mede, heb echter wel de up and downs van zoo'n „glazen" volk aandachtig gevolgd. Conclusie: niet slechter en niet beter, dan andere goede woningen. Bij groote hitte smelten de raten, als reiskast totaal ongeschikt. Behoorlijk beschut opgesteld en goed behandeld doet de kast het wel, maar dat doen ook alle andere bijenwoningen.

Waar het echter hier om gaat is het feit, dat dit maaksel als een „nieuwigheid" wordt gelanceerd, waarmede men in Nederland al reeds minstens een tiental jaren ervaringen heeft. Bovendien had Gravenhorst reeds sedert onheugelijke tijden zijn glazen boogkorf, Dhr. Kamphuis komt de eer toe getracht te hebben deze kast in ons land populair te maken. Dhr. Kamphuis is een eenvoudig man, die niet de vaardigheid bezit om zijn weten en kunnen door middel van de pen populair te maken. Maar al bezat hij die wel, wij Hollanders vinden alleen iets van belang als het uit den vreemde komt en dan..... ontdekken wij onszelf!

JOH. A. JOUSTRA.