Waarnemingsstations.


MAART 1930.

Soesterberg
(Privé station): Maart roert zijn staart, nu dit jaar kunnen we niet klagen dat Maart zijn staart erg geroerd heeft, heel even slechts. Veel doode volken zullen dit jaar niet te betreuren zijn, door de zeer zachte winter was het voedselverbruik zeldzaam weinig, terwijl geregeld kleine reinigingsvluchten konden worden gehouden. Alleen de voorjaarsontwikkeling kan menig imker nog wel eens parten spelen, vooral de beginner, wanneer hij niet goed oplet.
Het verbruik was deze maand: 1e decade 250 gram, 2e decade 100 gram, 3e decade 550 gram, totaal dus 0.900 K.G. Gemiddeld per dag ruim 29 gram. Vorig jaar was het verbruik in Maart 1.450 K.G. met gemiddeld 47 gram. Vanaf de inwintering is tot dusver verbruikt 2.900 K.G.
De temperatuur was niet slecht te noemen. De hoogste dagtemperatuur hadden we op 28—30 en 31 Maart n.l. 17° C., de laagste dito op 14 Maart met 3° C.; de nachttemperaturen waren resp. op 29 Maart met 7° C. en 2 en 23 Maart met 3° C. vorst. Des nachts liep de thermometer 15 maal terug tot op of onder het vriespunt. Op den dag kwam geen vorst voor.
Windrichting aanvankelijk N.O., den 4en Z.W., vanaf 10 Maart N., den 12en weder Zuidelijk tot einde Maart met slechts af en toe een dag uit andere richting.
De bewolking was: Zon 16, bewolkt 14 en bedekt 1, totaal 31 dagen waarvan 3 met weinig en 2 met veel regen en 2 met iets sneeuw.
Uitgezonderd van 9 tot 14, 16, 22 en 24 Maart werd geregeld door onze bijtjes gevlogen.
6 Maart bloeiden de Erica carnea en de crocus, terwijl 20 Maart het sneeuwklokje, blauwe druifje, cheonocloxa enz. bloeiden. Doode bijen zeer weinig aanwezig.


APRIL 1930.


Warnsveld
: - 0.900; - 0.950; + 0.050; totaal - 1.800 K.G.
Gemiddelde temperatuur 9.1° C., normaal 8.3° C. Vorig jaar maar 5.5° C. Hoogste stand 21.5° C. op 24, laagste 1.5° C. onder nul op 19 April. Op 12 dagen steeg de temperatuur boven 15° C. Hieronder waren 6 dagen, waarop de 20° C. werd overschreden. In slechts één nacht daalde het kwik onder 't vriespunt.
Neerslag: 40 m.M., normaal 48.3 m.M.
Bevolkingscijfer 7.2, gemiddeld 6.4. Heldere dagen 3, betrokken 13, normaal 4 en 11.
Barometer 756.6, normaal 760 m.M.
Het weer was op 1 en 2 April, zacht, van 3—9 en 13—22 was het guur met weinig zon, van 10—12 was het zacht. Na den 22en werd het zonniger en veel zachter. Regen van beteekenis viel op den 16en.
Windrichting: N. 11, N.O. 16, O. 22, Z.O. 14, Z. 8, Z.W. 7, W. 6, N.W. 17, stilten 0 op 100 keer.
Vliegdagen 22, waarvan 9 zeer goede (2, 10, 11, 12, 23, 24, 26, 28 en 29 April), 5 goede en 8 zwakke. Van 3—8 en 13—22 April beteekende de vlucht zeer weinig.
Gewin: De pollendracht werd geleidelijk van meer beteekenis, terwijl het gewin op paardenbloem en fruitboomen na den 25en langzamerhand begint in te zetten en kan deze met ingang van Mei van meer beteekenis worden, daar er dan volop bloem zal zijn. De grootste toename was 0.75 K.G. op 29. Van 1—24 April was het verbruik 2.85 K.G., van 25—30 April was de toename 1.05 K.G.
Toestand der volken: De koloniën staan er prachtig voor en zijn zeer volksterk. Na den 15en werd wat gevoerd, hoewel dit bij het grootste deel der volken nog niet noodzakelijk was. Na den 24en werd het voeren gestaakt. De ontwikkeling is ongeveer 14 dagen vroeger dan verleden jaar.
Drachtplanten: Pruim, peer en paardenbloem begonnen 25 April in bloei te komen. Dit is 14 dagen vroeger dan in 1929. Dank zij de aanzienlijke regenval op 16 April hebben de weilanden zich mooi kunnen ontwikkelen; de klaver staat er zeer goed voor. Als Mei nu warmte en af en toe flinke regenbuien geeft, belooft het een gunstige voorzomer te worden.


Soesterberg (Privé station): „April doet wat hij wil". Nu echter had April geen zin iets te doen. Aan zonneschijn geen gebrek, evenals aan droogte. Regen kunnen we best gebruiken want als deze droogte nog lang aanhoudt, ben ik bang dat de heide dit jaar ook weder niet veel wordt. Zonder uitzondering konden de bijen de geheele maand vliegen en konden de volken zich goed ontwikkelen. Begin April werd de zandwilg zeer druk bevlogen en flink stuifmeel hierop gehaald.
Het verbruik der 1e decade was 450 gram, 2e 250 gram en 3e decade 950 gram, totaal 1.650 K.G. hetgeen per dag gemiddeld is 55 gram. Vanaf de ïnwintering is ingeteerd 4.550 K.G. Verbruik vorig jaar in dezelfde maand 2.200 K.G. met gemiddeld per dag 73½ gram.
Deze maand liet wederom de temperatuur niets te wenschen over. De hoogste dagtemperatuur op 2, 26 en 29 April met 23° C. en de laagste daags op 4 April met 7° C. 's Nachts was dat respectievelijk op 24 April met 11° C. en op 12, 13 en 19 April met 0° C. Onder het vriespunt is de thermometer niet gedaald.
Windrichting hoofdzakelijk W.
Bewolking: Zon 5, bewolkt 19, bedekt 6, totaal 30 dagen, waarvan 7 met weinig regen. 23 April begonnen de pruimen te bloeien, terwijl 27 April de peer en 30 April de boschbes bloeide. De bak met meel die dit jaar weder buiten geplaatst werd, vond niet veel aftrek. Schijnbaar is door nachtvorsten niet veel bedorven en meer natuurlijk stuifmeel gevonden.