De Julimaand beslist meestal over de zomerhoning. Werkt het weer mede, dan kunnen de bijtjes in deze maand heel wat halen op Linde, witte klaver en ook nog op korenbloem. Dat is dan ook de maand, waarin het meest en nagenoeg overal de honingslinger snort en de aanbiedingen van zomerhoning los komen. De gelukkigen onder ons hebben reeds in Juni kunnen slingeren. Het weer was in deze maand gewoonweg schitterend, doch de dracht liet in vele streken te wenschen over. Ik hoor al zeggen zulk weer op witte klaver, dan zullen we eens zien. Inderdaad, indien de witte klaver zulk warm weer treft mogen de „klaver-imkers" met volle honingkamers pronken.

Niettemin we zijn blijde, dat het weer in de Junimaand zoo goed heeft medegewerkt om de bijenvolken te doen groeien en hier en daar reeds honingkamers heeft helpen vullen.
De heide heeft zich wonderlijk snel hersteld en overal waar ik ze zag leek ze schitterend. Nu nog eens wat fiksche regenbuitjes en we kunnen de heidedracht met heel wat meer gerustheid tegemoet zien, dan de laatste jaren het geval geweest is. Vóór ge echter besluit heen te gaan, vraag eerst eens aan een ter plaatse wonend imker, of ga zelf even zien.
Zoo schijnt het jaar 1930 goed te willen maken, wat de laatste jaren zoo bedorven is. Nu, een kleine opluchting hebben de imkers wel noodig na eenige jaren van tegenspoed.
De laatste goede heidedracht dateert van 1926, hopen we, dat ook 1930 weer eens heerlijke raathoning op tafel brengt.

Het Honigcontrôlestation is reeds in werking en wordt Zaterdag 28 Juni officiëel door Z. Ex. den Minister van Binnenl. Zaken en Landbouw geopend. Voor het eerst dit jaar zal dus honing worden verkocht onder R.M. en wij zijn waarlijk benieuwd, of de verkoop vlotter zal gaan. Wie zich niet aan wil sluiten bij het Honigcontrôlestation, zal toch goed doen zijn waar te annonceeren als te zijn van Nederlandsche herkomst. Immers, de Vereeniging maakt zooveel als mogelijk is reclame voor het Nederlandsch product en aan een 200 tal stations zullen binnenkort onze keurig uitgevoerde reclameplaten prijken en het publiek wijzen op dit zoo kostelijk voedsel. Verwacht mag worden, dat men op den duur nu ook werkelijk Nederlandsch product gaat vragen en de winkelier zal, om zijn klanten te behouden Nederlandschen honing moeten gaan verkoopen.
Buitenlandsch product mag volgens het Honingbesluit niet als Nederlandsche waar verkocht worden. Zet dus op Uw etiket Nederlandschen honing. Waar dit woord niet op staat kan men dus eenvoudig als een buitenlandsch product beschouwen. Laten wij ons in dit opzicht zelf helpen. Wij bezitten geen duizenden om ons artikel als het ware iedere woning binnen te smijten. Wij kunnen het publiek slechts bewegen ons eigen heerlijke product te koopen, door er telkens en telkens weer op te wijzen, dat onze waar goed is en door Nederlandschen honing te koopen men indirect de bijenteelt en ook de fruitteelt steunt.

Nederlandschen honing koopen is dus een volksbelang in dubbel opzicht. Ten eerste ontvangt men een prima product heerlijk van aroma, omdat hij is gewonnen niet uitsluitend op één bloemsoort en ten tweede helpt men daardoor mede een voorname tak van volkswelvaart staande houden.

De imker, die zijn belang goed begrijpt verkoope dus uitsluitend Nederlandschen honing en het is duidelijk, dat hij daarin door het R.M. wordt gesteund. Alleen dan zal het R.M. waarde krijgen, als het vrij algemeen wordt gebruikt en men overal het garantiemerk op de flacons ziet aangebracht. Dat werkt suggestief op het koopend publiek en het weet, dat het geen kat in den zak koopt.
En nu hopen wij, dat de zich zoo ongerust makende importeurs van Buitenlandschen honing ook hun waar verkoopen zullen onder den naam van het land van herkomst, evenals men dit doet bij vele van onze verbruiksartikelen.
Het zal dan blijken of onze Nederlandsche burgers voorkeur geven aan eigen product, gewonnen door eigen bijen in eigen land en onder voortdurende contrôle van Warenwet en eventueel Honigcontrôlestation.

Mocht het werkelijk waar zijn, wat de honinghandelaren ons willen doen gelooven, dat het publiek liever buitenlandschen honing, dan het Nederlandsch product verlangt, dan is het mij totaal onbegrijpelijk, dat men zich het groote voordeel niet bezorgt, om zijn honing als van uitheemschen herkomst te declareeren. Een poging aangewend om dit te doen schijnt echter schipbreuk geleden te hebben.

Komt heeren handelaren in buitenlandschen honing, wij noodigen U uit tot een vriendschappelijken wedstrijd. Gij met Uw goedkoop product hebt een heelen voorsprong bij ons, maar. . . . .als echte sportlui zullen wij trachten die voorsprong in te halen en zoo mogelijk U voorbij te streven.
Binnen enkele weken heeft de start plaats. . . . .wij wenschen U veel succes toe.

JOH.A. JOUSTRA.